De klimaatverandering is te voelen in onze bossen: Waalse houtindustrie zoekt nieuwe wortels

© Belga Images
Christophe De Caevel redacteur Trends-Tendances

De klimaatverandering verzwakt de Waalse bossen. Dat is een kans om opnieuw na te denken over de soorten die moeten worden aangeplant en vooral om zich opnieuw te richten op houtverwerking met een hogere toegevoegde waarde. Het werd de kern van de Waalse bosbouwstrategie.

Meer dan de helft (58%) van het Waalse bosareaal wordt ingenomen door eiken, beuken en ander loofhout. Maar die soorten maken amper 8 procent van het hout uit dat verwerkt wordt door de Belgische zagerijen. Dat aandeel daalt nog elk jaar. In dertig jaar is het volume gezaagd loofhout in België gedaald van 800.000 naar 217.000 kubieke meter.

Het grootste deel van de productie wordt bovendien uitgevoerd naar China, waar zich met succes een hele houtverwerkingsindustrie heeft ontwikkeld en waarvan de producten vaak opnieuw naar Europa worden geëxporteerd. Dat is betreurenswaardig, enerzijds omdat die verwerking de hoogste toegevoegde waarde genereert en anderzijds omdat de loofbomen in de Waalse bossen jaar na jaar terrein winnen ten nadele van de naaldhoutsoorten – vooral gewone sparren, maar ook de douglasspar en de lariks.

Met dat in gedachten heeft de Waalse regering besloten 8 miljoen euro toe te wijzen aan een herstelplan om de waardeketen van loofhout te stimuleren. Het zal 34 investeringsprojecten van bedrijven in de sector financieren, evenals negen onderzoeksinitiatieven. Het belangrijkste doel van die investeringen is zagerijmachines aan te passen aan de kenmerken van loofhout, dat met zijn rechte stammen en relatief weinig takken minder gemakkelijk industrieel te verwerken is dan naaldhout. “Dat soort materiaal op onze grond hebben en het naar China sturen is een ecologische, economische en sociale misstap”, zegt de Waalse minister van Leefmilieu Céline Tellier (Ecolo), die dit dossier beheert samen met haar collega van Economie, Willy Borsus (MR). “We werken echt in de geest van de boshoutsector, om de link te leggen tussen wat het bos ons kan bieden en wat de industrie vraagt”, verzekert ze. François De Meersman, algemeen secretaris van de Belgische Houtconfederatie, is het daarmee eens: “Er is een groot potentieel voor onze bedrijven om zich te ontwikkelen en om te schakelen naar de verwerking van loofhout. We zouden van 8 naar 15 à 20 procent van het in België verwerkte loofhout kunnen gaan.”

‘Het bos zal zich altijd aanpassen. Maar op dit moment moet het dat heel snel doen en daarom moeten wij het helpen’

François De Meersman, Belgische Houtconfederatie

François De Meersman vreest echter dat die groei ten koste zal gaan van de verwerking van naaldhout en dat de investeringen wel zullen leiden tot een verandering in de economische activiteit in de sector, maar niet tot groei. “Het naaldhout voorziet onze zagerijen van werk en heeft de reputatie van de sector in Wallonië opgebouwd”, vervolgt hij. “We moeten al naaldhout importeren om onze industrie te bevoorraden.” “We vergeten naaldhout niet”, stelt Céline Tellier gerust. “Onze strategie is gericht op een beter evenwicht in de verwerking van loofhout en naaldhout, om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen.”

Kwetsbare bossen

Laten we even naar het bosbouwwetboek kijken. Daarin staat dat bosbeheerders moeten streven naar een evenwicht tussen de twee soortenfamilies. Zoals we hebben gezien, is het areaal dat aan loofhout wordt besteed de afgelopen jaren toegenomen. Maar de productie blijft grotendeels gericht op naaldhout (ongeveer 75%), dat veel sneller groeit.

Twee factoren suggereren dat dit inderdaad het moment is om actie te ondernemen. Ten eerste zorgen technologische ontwikkelingen ervoor dat enkele nadelen van loofhout verdwijnen. Het is perfect mogelijk hout te assembleren tot balken die groter en sterker zijn dan de balken gemaakt van grote stammen van naaldbomen. Dat vergt echter nieuwe investeringen van de bedrijven in de sector. Daarom geeft de Waalse regering steun, onder meer voor onderzoek (een kwart van het budget), om de innovatie op te drijven.

‘We hebben geluk dat we een hernieuwbaar materiaal hebben dat CO2 opslaat en geen afval genereert’

François De Meersman, Belgische Houtconfederatie

De gevolgen van de klimaatverandering zijn ook voelbaar in onze bossen. De laatste jaren hebben naaldbomen te lijden gehad onder insectenplagen, zoals schorskevers, vooral in gebieden onder 400 meter hoogte, en het is mogelijk dat de spar, die de reputatie van de Waalse houtindustrie heeft gemaakt, in de toekomst minder goed zal groeien op onze breedtegraad. Loofbomen als de beuk lijken ook uit te sterven naarmate de gemiddelde temperaturen stijgen.

“Onze bossen zijn over het algemeen kwetsbaar en één manier om ze veerkrachtiger te maken is door de soorten te diversifiëren”, zegt Céline Tellier. “Net als op de aandelenmarkt moet je niet al je eieren in één mandje stoppen”, zegt ook François De Meersman. “Onze bossen lijden eronder dat de droge lentes en zomers van de afgelopen jaren het herstel van de beplanting bemoeilijken. Sinds 2015 is de bosbouwproductie naar schatting met 8 tot 12 procent gedaald, afhankelijk van de soort. In een situatie als deze moeten we diversifiëren, maar we moeten daarbij rekening houden met de behoeften van een sector die voornamelijk op naaldhout is gebouwd.” De houtindustrie zorgt voor 18.000 banen in Wallonië, verspreid over meer dan zestig beroepen, van houthakkers tot paneelfabrikanten, snoeiers, transporteurs, zagerijen en pulpproducenten.

Heroriëntatie

De aanpassing van de bossen aan de klimaatverandering is een ander aspect van het regionale bosbouwbeleid. Afgelopen najaar heeft de regering haar steun goedgekeurd voor 380 projecten die boseigenaren hebben ingediend om bossen veerkrachtiger te maken. Die projecten zijn gericht op het verbeteren van de biodiversiteit en het heroriënteren van de beplanting naar soorten die beter zijn aangepast aan toekomstige klimaatomstandigheden. “We hebben het over een heroriëntatie op lange termijn, over meerdere decennia”, zegt de minister van Leefmilieu. “Het succes van onze projectoproepen toont aan dat er een cultuuromslag heeft plaatsgevonden en dat landeigenaren zich terdege bewust zijn van de noodzaak om hun beheermethoden aan te passen.” De regering heeft al drie projectoproepen in die richting gepubliceerd (de steunmaatregelen hebben betrekking op 3.800 hectare) en een vierde is gepland in 2024.

De autoriteiten hebben een ecologisch boomsoortenregister ontwikkeld, dat een onschatbare hulp is voor eigenaars om te beslissen welke variëteiten geschikt zijn voor toekomstige klimaatomstandigheden. “Het bos zal zich altijd aanpassen”, vat François De Meersman samen. “Maar op dit moment moet het dat heel snel doen en daarom moeten wij het helpen.” Terwijl de eerste uitdunning na 20 à 25 jaar kan worden uitgevoerd, duurt het drie keer zo lang voordat de echte economische waarde wordt toegevoegd, en meer dan een eeuw voor soorten als de eik. Wie kan ons met zekerheid zeggen hoe het klimaat in België er over een eeuw zal uitzien?

Circulariteit

François De Meersman verdedigt krachtig het belang van hout in die context. “We hebben het geluk dat we een hernieuwbaar materiaal hebben dat CO2 opslaat en geen afval genereert, omdat alles wordt hergebruikt”, zegt hij. “Op de COP28-klimaatconferentie steunde een twintigtal landen een resolutie die pleitte voor het gebruik van hout in de bouw. Helaas heeft België die niet ondertekend, maar we geven de hoop niet op om de autoriteiten te overtuigen.”

Circulariteit is een van de grote troeven van hout. Afval of bijproducten worden gebruikt om papierpulp, gelamineerde panelen en pellets voor verwarming te maken – allemaal sectoren waarin het zuiden van het land spelers van wereldklasse in huis heeft, zoals Burgo, Unilin en Kronospan. “Het afval van onze zagerijen kan ook worden gerecycleerd om energie te produceren, met behulp van biomassa”, vervolgt de secretaris-generaal van de Belgische Houtconfederatie. “We doen dat al heel lang in onze sector. Dat is allemaal goed en wel, maar die bijproducten mogen natuurlijk niet de prioriteit worden.”

‘Dat soort materiaal op onze grond hebben en het naar China sturen is een ecologische, economische en sociale misstap’

Céline Tellier, Waals minister van Leefmilieu (Ecolo)

Dat is het hele punt van sectoroverschrijdend werken, zoals de Waalse regering probeert te doen. Bij haar bosbouwstrategie is een breed scala aan spelers betrokken, van landeigenaren tot industriëlen, natuurliefhebbers, jagers en scoutsvertegenwoordigers. “Dat proces leidde tot de unanieme goedkeuring door alle belanghebbenden van 74 resoluties voor een multifunctioneel bos”, vertelt Céline Tellier enthousiast. Die resoluties moeten nu worden omgezet in een actieplan, waarschijnlijk voor de volgende regeringsperiode.

De minister ging al in dezelfde geest te werk met haar operatie ‘Yes we plant’ en haar ambitie om 4.000 kilometer hagen te planten in Wallonië. Aanvankelijk kwamen die hagen uit de buurlanden. De ondersteuning van de kwekers heeft bijgedragen tot de herlancering van een sector in Wallonië, die nu 150 banen genereert, boven op de impact op het milieu. “Dankzij onze 360 gradenvisie hebben we van dat plan ook een economische kans kunnen maken”, besluit Céline Tellier. “Dat omvat ook het recycleren van heggensnoeisel als biomassa en strooisel voor vee. We hanteren dezelfde allesomvattende aanpak in onze bosbouwstrategie.”

De Belgisch houtsector in cijfers

700.000 hectare

Er is 700.000 hectare bos in België, vooral in het zuiden van het land. Het beslaat een derde van Wallonië (563.000 hectare). Die gebieden zijn gelijkmatig verdeeld tussen private en openbare bossen. 85 procent van de Waalse bossen wordt als “productief” beschouwd.

26.000 bedrijven

In België zijn 26.000 bedrijven rechtstreeks betrokken bij de houtsector. De helft daarvan zijn schrijnwerkerijen. Logischerwijs zijn bosbouw- en houtkapbedrijven vooral actief in Wallonië. Houtbewerking en meubelproductie zijn meer ontwikkeld in Vlaanderen. 57 procent van de bedrijven in de houtsector is in Vlaanderen gevestigd.

72.000 banen

De houtsector stelt 53.000 werknemers in loondienst en 19.000 zelfstandigen tewerk: 51.000 in Vlaanderen, 18.000 in Wallonië en 3.000 in Brussel. Arbeidsplaatsen in loondienst zijn vooral geconcentreerd in de schrijnwerkerij (30%) en de detailhandel (22%).

4 miljoen kubieke meter

Het Office Économique Wallon du Bois identificeert iets meer dan 4 miljoen kubieke meter hout dat in 2021 in Wallonië werd geoogst. Meer dan drie kwart daarvan is naaldhout (3,2 miljoen kubieke meter) en meer dan de helft is sparrenhout. Bij de loofhoutsoorten is beuk het populairst (346.000 kubieke meter), voor eik.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content