De Fed is nog niet klaar met de hoge inflatie

Fed-voorzitter Jerome Powell © belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De beurzen bouwden een klein feestje na het rentebesluit van de Amerikaanse centrale bank van gisteren, hoewel de Fed duidelijk maakte dat ze de Amerikaanse economie verder moet afkoelen om de inflatie voldoende onder controle te krijgen.

De Amerikaanse centrale bank (de Fed) verhoogde gisteren de beleidsrente met 75 basispunten tot 2,25 à 2,5 procent. Toch reageerden de beurzen vrij uitbundig op het Amerikaanse rentebesluit, omdat de Fed suggereerde dat ze straks de voet een beetje van het rempedaal kan halen. “Naarmate de bank het beleid verkrapt, wordt het wellicht gepast om het tempo van renteverhogingen te vertragen”, zei Fed-voorzitter Jay Powell. Dat klinkt vrij logisch, maar toch zorgde deze uitspraak voor enige opluchting op de financiële markten. De Fed lijkt opnieuw enige greep op de situatie te krijgen, nadat ze de voorbije maanden hopeloos achter de feiten had aangelopen. Daardoor krijgt de Fed meer ruimte om het monetaire beleid af te stemmen op de economische ontwikkelingen, in plaats van noodgedwongen de forse renteverhogingen in een snel tempo aan elkaar te rijgen.

Selectief doof

Dat betekent bijlange niet dat de Fed straks een punt kan zetten achter deze cyclus van renteverhogingen. Daarvoor blijft de inflatie veel te hoog en de arbeidsmarkt te sterk. In juni bedroeg de inflatie 9,1 procent, het hoogste peil in 40 jaar. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de volatiele energie en voedselprijzen, lijkt te pieken, maar bedroeg de voorbije maanden gemiddeld meer dan 6 procent. Dat is dus ruim boven de inflatiedoelstelling van 2 procent en dus krijgt de strijd tegen de inflatie de hoogste prioriteit. “Onze overkoepelende focus is onze beleidsinstrumenten te gebruiken om de vraag beter in overeenstemming te brengen met het aanbod. Dit is nodig om de inflatie te verlagen naar 2 procent en om de inflatieverwachtingen op lange termijn goed verankerd te houden”, zei Powell.

De beurzen bleven selectief doof voor deze belangrijke uitspraak. De Fed maakt duidelijk dat ze bereid is om de Amerikaanse economie verder af te koelen om de inflatie onder controle te krijgen. Nog anders gezegd, de Fed is bereid een recessie te riskeren om prijsstabiliteit te herstellen. “Toestaan dat de hoge inflatie verankerd raakt is erger dan te agressief ingrijpen. Prijsstabiliteit is nodig voor een goede werking van de economie”, zei Powell.

Groei opofferen

Bij de huidige beleidsrente van 2,25 tot 2,5 procent omschrijven de meeste bestuurders van de Fed het beleid als neutraal. Dat betekent dat het geldbeleid op dit ogenblik de economie stimuleert noch afremt. Een neutraal beleid is echter onvoldoende om de hoge inflatie te verslaan. “Dit proces vraagt wellicht een periode van een economische groei die lager is dan de trendgroei en vraagt wat afkoeling op de arbeidsmarkt”, zei Powell, die wel volhield dat een zachte landing van de Amerikaanse economie mogelijk blijft. Dat wil zeggen dat prijsstabiliteit hersteld kan worden zonder dat dit een recessie vraagt.

Een zachte landing zal een heel bekwame piloot vergen, voor zover een zachte landing mogelijk is in deze turbulente tijden. De Fed is bereid groei op te offeren op een ogenblik dat de Amerikaanse economie al van haar pluimen liet. In het eerste kwartaal van dit jaar kromp de Amerikaanse economie lichtjes, en dat zou volgens de conjunctuurtracker van de Atlanta Fed ook in het tweede kwartaal het geval geweest zijn. Technisch gezien zou er dus al sprake zijn van een recessie. De hogere beleidsrentes beginnen ook hun tol te eisen. De activiteit op de huizenmarkt vertraagt in het spoor van een hogere hypothecaire rentevoeten. Ook de bedrijfsinvesteringen zetten in het tweede kwartaal een stapje terug, terwijl de inflatie de koopkracht en de bestedingen van de gezinnen aantast.

Verrassingen mogelijk

Toch is het te vroeg om ‘recessie!’ te roepen. De povere bbp-cijfers van deze eerste jaarhelft staan in schril contrast met de nog altijd blakende gezondheid van de arbeidsmarkt. In de eerste helft van dit jaar kwamen er 2,7 miljoen banen bij. De werkloosheidsgraad bleef in juni stabiel op een bijzonder lage 3,6 procent, het laagste peil in meer dan vijftig jaar. Het aantal vacatures blijft hoog, de lonen stijgen snel, en de arbeidsmarkt blijft krap. Deze sterke arbeidsmarkt rijmt niet met recessie en onderstreept dat de binnenlandse vraagt sterk blijft. Het is pas als de werkloosheid gevoelig stijgt dat het recessiealarm afgaat bij de Fed, die vermoedt dat de bpp-cijfers van de eerste helft van dit jaar nog opwaarts herzien zullen worden.

Tegen deze achtergrond van een sterke arbeidsmarkt blijft de strijd tegen een veel te hoge inflatie dus de belangrijkste bekommernis van de Fed, die geleerd heeft de inflatie niet meer te onderschatten. “Ondanks de recente vertraging van de economische activiteit, lijkt de vraag sterk te blijven, kampt het aanbod langer dan verwacht met beperkingen en is er prijsdruk in een breed scala aan goederen en diensten”, zegt Powell. “De inflatie heeft ons het voorbije jaar verrast en nog meer verrassingen zijn mogelijk. We moeten daarom flexibel zijn in onze reactie op de inkomende data en economische ontwikkelingen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content