Europa staat het komende jaar voor drie grote uitdagingen.
Europa moet geld vinden om zijn militaire macht te herstellen tegen het almaar vijandigere Rusland, terwijl het tegelijk zijn steun aan Oekraïne uitbreidt, nu de Verenigde Staten zich terugtrekken. Het moet een manier vinden om zijn economische groei nieuw leven in te blazen na jaren van ondermaatse prestaties, terwijl het protectionisme zich wereldwijd verspreidt, of het risico lopen dat ontevreden kiezers verder afglijden naar de politieke extremen. En het moet zijn klimaattransitie voortzetten onder de niet-aflatende druk van populistisch rechts om die doelstellingen af te zwakken of op te geven. Elk van die taken is op zich al moeilijk. Samen zijn ze een nachtmerrie.
De Russische invasie van Oekraïne in 2022 heeft een einde gemaakt aan decennia van zelfgenoegzaamheid – en de uitdagingen worden alleen maar groter. Rusland provoceert almaar meer. Het snijdt onderzeese kabels in de Oostzee door, voert een campagne van sabotage en moord op het hele continent, en stuurt drones naar Polen en Roemenië, terwijl zijn vliegtuigen voortdurend en opzettelijk het luchtruim van de NAVO binnendringen. Verwacht dat dit alles in 2026 zal voortduren en verergeren. De ambivalente houding van de Amerikaanse president Donald Trump ten aanzien van de Europese bondgenoten van de Verenigde Staten heeft Vladimir Poetin aangemoedigd, dus verwacht dat hij de grenzen zal blijven opzoeken in zijn pogingen om de NAVO te verdelen en te ondermijnen.
Bijna alle NAVO-leden voldoen nu aan de in 2014 vastgestelde doelstelling om 2 procent van hun bbp aan defensie uit te geven. Maar nu is er de nieuwe doelstelling van 3,5 procent, die tijdens de top van juni is vastgesteld. En met uitzondering van Polen, Litouwen en Letland zijn maar weinig leden zelfs maar begonnen hun kiezers uit te leggen hoe ze dat gaan halen. Duitsland toonde zich het dapperst: bondskanselier Friedrich Merz heeft defensie vrijgesteld van de Duitse schuldenrem en een plan opgesteld om de nieuwe doelstelling al in 2029 te halen. Spanje zegt dat het zich helemaal niet aan het nieuwe streefcijfer zal houden.
Europa staat in 2026 van alle kanten onder druk.
In 2026 zal Europa meer aan defensie uitgeven dan ooit sinds de Koude Oorlog. Toch is het nog ver verwijderd van de “strategische autonomie” waarop de Franse president Emmanuel Macron terecht heeft aangedrongen. 2026 zal worden gedomineerd door een reeks ruzies over waar het extra geld voor defensie en voor Oekraïne vandaan moet komen. Grofweg hebben de Verenigde Staten en Europa in de eerste drie jaar van de oorlog elk 50 miljard dollar per jaar bijgedragen aan Oekraïne. De Amerikaanse bijdrage is nu opgedroogd. Zelfs als de oorlog eindigt, zal Oekraïne nog jarenlang steun nodig hebben. In 2026 zullen politici dat onder ogen moeten zien.
Bescheiden Europa
Het wordt ook weer een moeilijk jaar voor de Europese economieën. De inflatie neemt af en de rente daalt, maar de groei blijft traag en extra defensie-uitgaven zullen niet veel helpen. De productiviteitsgroei is gestagneerd, de vergrijzende beroepsbevolking drukt de productie, en durfkapitaal en banen vloeien weg naar de Verenigde Staten en Azië. De schuldgraad ligt in Italië, Frankrijk, Spanje en België boven 100 procent.
De overheidsfinanciën staan onder druk door de schulden uit de periode van de pandemie, door groene subsidies en nu ook door defensie-uitgaven. De druk zal in 2026 nog toenemen, omdat zwakke regeringen keer op keer niet in staat zijn gebleken te bezuinigen op de sociale zekerheid en bang zijn de belastingen te verhogen. In Frankrijk zou Macron vervroegde parlementsverkiezingen kunnen uitschrijven om het probleem op te lossen.
De nieuwe infrastructuurimpuls van Duitsland, een fonds met 500 miljard euro, zal de stemming enigszins doen omslaan. Nieuwe wegen, spoorwegen en elektriciteitsnetten zullen particuliere investeringen aantrekken. In de hele eurozone gaat een bescheiden Europa 2026 in, onder druk van alle kanten. Er wordt een lichte groei verwacht, maar nog altijd slechts 1,2 procent, tegenover 0,8 procent in 2025. Europese exporteurs zullen te maken blijven krijgen met hoge invoerrechten in de Verenigde Staten, hun grootste markt.
Klimaatneutraliteit
Het derde pijnpunt waar we in 2026 op moeten letten, is het klimaatbeleid. De ambitieuze doelstellingen van de Europese Unie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, stuiten op weerstand. Samen met het terugdringen van de migratie is verzet tegen groen beleid een kenmerk van extreemrechts, dat in de hele Europese Unie in opkomst is. Het verbod op nieuwe benzineauto’s tegen 2035 en klimaatneutraliteit tegen 2050 lijken beide steeds onhaalbaarder te worden. Er zijn ook oproepen om het EU-mechanisme voor koolstofgrenscorrectie, dat tarieven oplegt aan koolstofintensieve import en in 2026 van kracht zou moeten worden, af te zwakken. Het komende jaar kunnen regeringen gedwongen worden hun standpunt te herzien, vooral als het extreemrechtse Rassemblement National de parlementsverkiezingen in Frankrijk wint.
Europa heeft al eerder rampspoed omgezet in kansen. De eurocrisis leidde tot de eerste stappen naar een bankenunie en een nieuwe kredietverstrekker in laatste instantie, de pandemie tot gezamenlijke leningen, en de oorlog in Oekraïne tot stappen in de richting van defensie-integratie. Zal 2026 iets even gedurfds brengen? Helaas lijkt dat onwaarschijnlijk.