Het spookrijden van de Bank of Japan kan turbulentie veroorzaken op de financiële markten

Illustratiebeeld. Een crashtest van Toyota in Susono, Japan. © TORU YAMANAKA/AFP via Getty Images
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Japanse centrale bank heeft woensdag de beleidsrente verhoogd. Terwijl de westerse centrale banken kans zien om de beleidsrentes langzaamaan te verlagen, probeert de Bank of Japan met schuchtere renteverhogingen een punt te zetten achter haar ultrasoepele geldbeleid. Dat Japanse spookrijden kan turbulentie veroorzaken op de financiële markten.

De Japanse centrale bank heeft woensdag een nieuw muizenpasje gezet in het proces om het ultrasoepele geldbeleid langzaam te normaliseren. Sinds de jaren tachtig kampt Japan met langdurige golven van deflatie, wat de Bank Of Japan al jaren verplicht alles uit de kast te halen om nog erger te voorkomen. De wereldwijde inflatiegolf na de pandemie lijkt Japan echter een ontsnappingsroute uit de zuigende deflatoire modder te bieden. Met een algemene prijsstijging van 2,2 procent heeft de inflatie zich dit jaar netjes boven de beleidsdoelstelling van 2 procent genesteld.

In de lente maakte de Bank of Japan al komaf met negatieve beleidsrentes, om rentevoeten tussen 0 en 0,1 procent te afficheren. Woensdag verhoogde het de rente tot 0,25 procent. Gouverneur Kazuo Ueda probeert ook voorzichtig het aankoopbeleid van overheidsobligaties af te bouwen, maar in tegenstelling tot de collega’s in de Verenigde Staten en het eurogebied is van een beleid van balansafbouw nog lang geen sprake.

Te zwakke yen

De Bank of Japan is niet echt gehaast om haar beleid te normaliseren, maar toch zit er druk op de ketel. De spreidstand tussen de hogere beleidsrentes in het Westen, en vooral die in de Verenigde Staten, en de aanhoudend lage rentes in Japan heeft ertoe geleid dat de koers van de Japanse munt, de yen, diep is weggezakt. Ten opzichte van de dollar is de yen in 34 jaar niet zo zwak geweest. Betaalde je in 2021 nog 103 yen voor een dollar, dat moet je nu ruim 150 yen neertellen.

De forse verzwakking van de yen speelt de Japanse economie parten. Een zwakke yen maakt de invoer van grondstoffen en voeding duurder, wat inteert op de koopkracht van de consument. De Bank of Japan rekent echter op structurele hogere gezinsbestedingen om de inflatie duurzaam rond 2 procent te verankeren. Als een groter deel van het gezinsbudget naar het buitenland vloeit om een hogere invoerfactuur te betalen, wordt dat een moeilijke opgave. In het eerste kwartaal kromp de Japanse economie door haperende gezinsbestedingen.

Kan de yen een kuur van een hogere beleidsrente goed gebruiken, dan is de speelruimte van de Bank of Japan beperkt. Met een bruto overheidsschuld die 2,5 keer het bruto binnenlands product bedraagt, verteert de Japanse begroting hogere rentevoeten slecht. En in een vergrijsd land met een dalende bevolking is deflatie nooit ver weg, zeker als het geldbeleid minder soepel wordt.

Kans op turbulentie

De kans is groot dat de Bank of Japan doorgaat met een heel voorzichtige en langzame normalisatie van het geldbeleid. Dat kan turbulentie veroorzaken op de internationale obligatiemarkten. De voorbije jaren leenden investeerders in yen, surfend op de lage rentevoeten en hopend op een verdere verzwakking van de yen, om die fondsen te beleggen in hoger rentende Amerikaanse obligaties.

Die geldstromen kunnen mogelijk opdrogen, of zelfs omkeren, nu de beleidsrente in Japan langzaam stijgt en de beleidsrente in de Verenigde Staten langzaam daalt. Dat zou het voor de Verenigde Staten moeilijker maken om de grote overheidstekorten te financieren, wat de Amerikaanse langetermijnrente hoger kan duwen. En een hogere Amerikaanse rente heeft repercussies op alle financiële markten. Of hoe het spookrijden van de Japanse centrale bank voor brokken kan zorgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content