De balans van de week: Alleen een mirakel kan de begroting nog redden
Deze week werd nogmaals duidelijk dat dit land niet alleen een politiek mirakel nodig heeft. België heeft ook een economisch mirakel nodig om de vergrijzing te betalen. Maar dat mirakel komt nog minder snel uit de lucht vallen dan een federale regering.
Iedereen die in dit land de politieke bakens kan verzetten, zou de presentatie van Gert Peersman, professor economie aan de UGent, moeten instuderen. Terwijl koning Filip de Waalse socialist Paul Magnette als informateur het veld instuurde, gaf Peersman in de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen een uiteenzetting met als titel Financiering en betaalbaarheid van de Sociale Zekerheid. Dat heikele thema zal de volgende regeringen, onder druk van de vergrijzing, continu achtervolgen. De stijgende uitgaven voor pensioenen duwen de begroting almaar dieper in de rode cijfers, terwijl de belastingdruk al zeer hoog is.
De conclusies van Gert Peersman zijn een zoveelste wake-upcall. Nog meer dan een politiek mirakel heeft België een economisch mirakel nodig om de overheidsfinanciën op de rails te krijgen. De haalbaarheid van het politieke mirakel krijgt veel media-aandacht, maar de realisatie van het economische mirakel staat helaas veel minder hoog op de agenda. Het beleid moet nochtans volledig om. De keuze tussen belasten of besparen is zelfs niet de meest prangende voor de volgende federale regeringen. Met enkel budgettaire maatregelen redden we het sowieso niet. De financiering van de sociale zekerheid is enkel mogelijk als de groei van de Belgische economie versnelt. Die groei moet, opnieuw in een context van vergrijzing, komen van een sterkere toename van de productiviteit. Dat betekent dat we de kosten van de vergrijzing de volgende decennia enkel zullen kunnen betalen met een toename van de welvaart. “In 2070 zullen de uitgaven in de sociale zekerheid 60 procent van het huidige bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Het bbp moet tegen 2070 dus ruim verdubbelen die uitgaven dan te beperken tot 27,6 procent van het bbp, te vergelijken met 25,2 procent in 2018”, analyseert Gert Peersman.
Productiviteitsmirakel is must voor begroting
Die verdubbeling van het bbp tegen 2070 moet voor een klein deel (17%) komen van een verdere verhoging van de werkgelegenheidsgraad met 6 procentpunt, wat voor België een zeer moeilijk opdracht is. Het kalf ligt elders nog meer gebonden. Het grootste deel van de welvaartstoename (84%) moet komen van een toename van de productiviteit met 1,2 procent per jaar. Dat klinkt doenbaar, maar weet dat de productiviteitstoename in het Westen al jaren daalt. België ontsnapt daar niet aan. Onder de regering-Michel nam de productiviteit nog amper met 0,4 procent per jaar toe. Daar kan je in tijden van vergrijzing geen begroting mee saneren. “Je kan hopen dat robotisering, digitalisering en artificiële intelligentie voor een hogere productiviteitsgroei zullen zorgen, maar er is ook een pessimistische visie dat het laaghangende fruit al lang geplukt is en dat een trage groei ons lot blijft”, zegt Gert Peersman.
Voor de begroting is dat een kwestie van leven of dood. Als de productiviteit met slechts 0,9 procent per jaar groeit tegen 2040, dan stijgen de vergrijzingskosten nog eens met 2,6 procent van het bbp. Dat werkt gelukkig ook in de omgekeerde richting. Als de productiviteit sneller toeneemt, dan smelten de vergrijzingskosten weg. Het punt is dat productiviteitsmirakels niet bestaan. “Er is een beleid nodig dat resoluut mikt op een verhoging van de productiviteit, wat dus cruciaal is voor de financiering van de sociale zekerheid”, zegt Peersman.
Investeer als een gek
Dat beleid is evenwel in geen velden of wegen te bekennen. Wat moeten de regeringen van dit land doen om het mirakel te realiseren? Investeren als een gek is een van de sterk aanbevolen scenario’s. Gert Peersman: “Investeringen zijn cruciaal als je de productiviteit wilt verhogen. Overheidsinvesteringen kunnen zorgen voor rugwind, die ook de bedrijfsinvesteringen aanjaagt. We moeten een investeringsparadijs scheppen. De banencreatie krijg je er als toetje bij. Dankzij de historisch lage rentevoeten is het moment ideaal om te investeren. De Belgische overheidsinvesteringen zijn echter gedaald van 5 naar 2 procent van het bbp, en ze liggen al drie decennia een stuk lager dan in andere landen.”
Van essentieel belang voor een productiviteitsgroei is de uitbouw van menselijk kapitaal. Dat begint bij onderwijs en vorming. Gert Peersman: “Een onvoldoende kwaliteitsvol arbeidsaanbod remt bedrijven af.” Investeer als overheid ook in mobiliteit en pak het fileprobleem aan. Peersman: “Dat stimuleert investeringen en heeft een rechtstreeks effect op de productiviteit.” Achter de verlaging van de vennootschapsbelasting plaatst Peersman een vraagteken: “Investeringen worden vooral gedreven door kansen, niet door belastingtarieven.”
Wakker binnenlandse concurrentie aan
Tot slot is er ook een gebrek aan concurrentie op de binnenlandse markt. Peersman: “Dat moet dringend aangepakt worden, want dat zet een rem op de innovatie.” Dat tekort aan concurrentie – vooral op de dienstenmarkt, die weinig is blootgesteld aan internationale concurrentie – is een oud zeer van de Belgische economie. Die handicap heeft ook de regering-Michel een serieuze pad in de korf gezet. Haar beleid van loonmatiging en lastenverlagingen had meer banen en welvaart moeten opleveren. “De toename van het Belgische bbp bleef sinds 2014 achter bij de buurlanden. Ook de banencreatie kon het tempo van de buurlanden niet volgen”, zegt Gert Peersman. Dat komt omdat het voordeel van de lagere loonkosten opgegeten werd door enerzijds een tragere groei van de productiviteit, en anderzijds omdat heel wat bedrijven de lagere kosten niet doorgerekend hebben in hun prijzen. Ze hielden hun prijzen op peil omdat ze dat konden. “Het probleem zit bij de bedrijven die verkopen op de binnenlandse markt”, stelt Peersman. “De exportbedrijven hebben wel hun prijzen verlaagd. Dat wijst op een gebrek aan binnenlandse concurrentie.”
Doe extra pensioenhervorming
Los van die structurele maatregelen om de economie te versterken, is een extra pensioenvorming ook geen overbodige luxe. De verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar in 2030 volstaat niet om de vergrijzingskosten te temperen. Gert Peersman: “We moeten extra maatregelen overwegen om de loopbanen te verlengen en de wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk te verhogen. Dat waren belangrijke redenen waarom de buurlanden genoten van extra banencreatie en robuustere begrotingen. Bij een koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting zouden de vergrijzingskosten op lange termijn met 1,7 procent dalen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier