In 2022 is de Chinese economie met 3 procent gegroeid. Door de coronacrisis en de vastgoedcrisis is dat de laagste groei in meer dan 40 jaar tijd.
Dat blijkt uit cijfers van het Chinese statistiekbureau.
Het door de regering vooropgestelde doel, een groei van ongeveer 5,5 procent op jaarbasis, is niet behaald.
Economen van de Wereldbank hadden een groei van 2,7 procent voorspeld.
Zero-covidbeleid
De Chinese economie kreunde het voorbije jaar onder het strikte zero-covidbeleid en de daarbijhorende lockdowns. Op 7 december trok de regering een streep door de meeste coronamaatregelen. Sindsdien heeft het coronavirus zich weer door het land verspreid, wat negatieve gevolgen heeft voor de economische activiteit.
Meer steenkool dan ooit
China heeft in het afgelopen jaar een recordhoeveelheid steenkool uit de grond gehaald. In totaal werd 4,5 miljard ton aan kolen gedolven, zo heeft het Chinese statistiekbureau becijferd. Dat is een toename van 9 procent ten opzichte van 2021. Ook de gasproductie steeg, met 6,4 procent, tot 218 miljard kubieke meter.
De olieproductie nam eveneens toe, maar daar is geen sprake van een record. Naast de eigen productie importeert China volop olie en gas. Van steenkool, een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen, is China de grootste producent ter wereld. Ondanks een grote toename in de opwekking van duurzame energie, worden kolen er nog volop gebruikt in energiecentrales en bijvoorbeeld in de staalindustrie.
China stoot van alle landen de grootste hoeveelheid broeikasgassen uit. De totale uitstoot stijgt nog steeds in het land en voorlopig komt daar naar verwachting geen einde aan. China mikt erop dat die uitstoot voor 2030 een piek bereikt en daarna gaat dalen. In 2060 wil China klimaatneutraal zijn.