Daan Killemaes
‘China wil onze lunch opeten’
De vertragende Chinese economie torpedeert onze groeivooruitzichten. Als de kansen niet keren, wordt de recessie van 2019 ‘ made in China‘. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.
Het lot van onze economie hangt bijna letterlijk aan een zijden draadje. Het grootste gevaar komt niet uit het Westen maar uit het Oosten. De vertragende Chinese economie torpedeert onze groeivooruitzichten. Als de kansen niet keren, wordt de recessie van 2019 ‘ made in China‘. De Belgische economie is zeer kwetsbaar, als schakel in de ketting die China bevoorraadt. China koopt veel in Duitsland en Duitsland koopt veel in Vlaanderen. Als China niest, dan raakt de Vlaamse economie verkouden. Paniek lijkt nog niet nodig, maar China heeft steeds minder armslag om zijn economie te stimuleren. En de wereldeconomie beweegt steeds meer in het tempo van de Chinese orkestmeester Xi Jinping.
Deelde de Europese economie een jaar geleden nog in een synchroon conjunctuurherstel, met Duitsland als een van de vaandeldragers, dan is Europa opnieuw gedegradeerd tot een oord van stagnatie, met Duitsland als een van de zieke mannen. Wie zoals Duitsland leeft van de stijgende export naar China, sterft ook van een dalende export naar China. De Duitse economie ontsnapte in de tweede helft van 2018 nipt aan een recessie. Eerst werd gewezen naar tijdelijke factoren, zoals de strengere emissienormen voor dieselmotoren, maar het besef groeit dat de malaise dieper zit en breder gaat. Het vertrouwen van de aankoopdirecteurs is in het eurogebied gedaald tot het laagste peil in vier jaar. Bovendien krijgt niet alleen de export klappen. Ook de binnenlandse vraag hapert omdat het vertrouwen van de consument daalt, hoewel het beschikbaar inkomen nog stevig in de lift zit dankzij de jobcreatie en de stijgende lonen. In zulke omstandigheden kan een tempering van het slechte nieuws volstaan om het tij te keren.
China wil onze lunch opeten.
De wereld kijkt met ingehouden adem naar de ontwikkelingen in China. De beurzen zagen de bui al langer hangen en corrigeerden 20 procent, anticiperend op een tragere Chinese groei en de gevolgen voor de rest van de wereld. De groei is in China gedaald tot het laagste peil sinds 1990. De handelsoorlog met de VS doet uiteraard geen deugd, maar de vertraging is niet het werk van Donald Trump. De Chinese groeikramp is van eigen makelij. Het regime weet al langer dan vandaag dat het groeimodel te afhankelijk is van schuldfinanciering, maar de poging om af te raken van die schuldverslaving is pijnlijk en delicaat. Zo treft de beperking van het bankkrediet vooral de efficiënte private kleinere ondernemingen, terwijl voor de logge staatsondernemingen de kredietkraan nog open staat. In de speurtocht naar een nieuw evenwicht tussen financiële stabiliteit en economische groei is het nog tasten in het duister. De pessimisten vrezen dat het kalf verdronken is. De optimisten zeggen dat China nog de mogelijkheden heeft om dat evenwicht te vinden. Bovendien moeten de groeicijfers niet te veel gedramatiseerd worden. Een groei van ongeveer 6,5 procent betekent dat het Chinese bpp in één jaar met 1200 miljard dollar toeneemt. Anders gezegd: elke zes maanden creëert China een extra economie die de omvang van de Belgische heeft.
Zelfs als de Chinese economie op toerental blijft, dringt een andere strategie ten opzichte van China zich op. Niet alleen het Chinese groeimodel is versleten, ook het Duitse. En dus is ook het Vlaamse exportmodel naar China aan herziening toe. Want wat doen we als China zich ontpopt van graag geziene klant tot een te duchten industriële concurrent, zeker als die concurrent vals speelt door de eigen kampioenen te subsidiëren en door technologie te stelen van het Westen? “Tot drie jaar geleden dachten we dat de Duitse economie complementair was met de Chinese. Dat is totaal veranderd. De Made in China 2025-strategie toont aan dat het Chinese staatskapitalisme onze lunch wil opeten”, zei Thorsten Benner van de Berlijnse denktank Global Public Policy Institute vorige week in Financial Times. Het Bundesverband der Deutsche Industrie , de spreekbuis van de Duitse industriëlen , vraagt geen botte tariefoorlog met China, maar wel een meer doordachte aanpak, waarbij meer middelen vloeien naar Europees onderzoek, en waarbij harder opgetreden wordt tegen de Chinese subsidiepraktijken. Als Duitsland bijstuurt, kan Vlaanderen niet achterblijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier