Celia Groothedde (Groen): ‘2 miljard euro nodig om de crèchecrisis op te lossen’
De Vlaamse regering kijkt weg van de problemen in de kinderopvang, stelt Groen-parlementslid Celia Groothedde. De initiatieven die nu gelanceerd worden om meer begeleiders aan te trekken en meer plaatsen te creëren, zijn gerommel in de marge zonder goede voorwaarden en een groter plan. “De arbeidsvoorwaarden voor vrouwen kunnen beter worden, door meer mannen naar de sector te sturen.”
Een klein jaar geleden werd het eindrapport van de Onderzoekscommissie Kinderopvang voorgesteld. Die commissie, waar ook Vlaams Parlementslid Celia Groothedde lid van was, werd in het leven geroepen na het dodelijke drama in kinderopvang ’t Sloeberhuisje. Belangrijkste vaststelling: het aantal kinderen per begeleider moet naar beneden. Grootheddes slogan ‘Negen is te veel’ vond weerklank op sociale media. In haar nieuwe boek De Crèchecrisis legt de politica wonde na wonde bloot.
Voorlopig blijft het bij uw slogan, want de regering slaagt er niet in extra kinderbegeleiders aan te trekken.
CELIA GROOTHEDDE. “We zijn in complete chaos beland. In de cijfers zagen we dat er jaarlijks zo’n honderd leerlingen minder afstuderen als kinderbegeleider. Dan zijn er onder de afgestudeerden nog een heel aantal die niet langer in de sector willen werken door de slechte werkomstandigheden. We zijn een grens gepasseerd, waardoor we heel wat potentieel verliezen. Het zal heel moeilijk zijn om die schade te herstellen.”
Wat moeten we doen om de crisis op te lossen?
GROOTHEDDE. “Per begeleider mogen er maximaal vijf kinderen zijn. Punt. Daar zullen inderdaad subsidies tegenover moeten staan, want er is heel wat goodwill nodig om mensen met ervaring terug te halen naar de sector. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat die mensen kunnen doorgroeien in de kinderopvang, zodat ze de sector niet verlaten. Er moet voldoende ruimte zijn voor pedagogische ondersteuning en overlegmomenten. De kinderopvang moet weer een sociaal bindmiddel worden, waar buurten samenkomen en niemand uit de boot valt. Dat zal de welvaart op korte termijn ten goede komen.
“Dat is geen wishful thinking, want we hebben een goed voorbeeld in Brussel. De Elmer Creches, vier Nederlandstalige opvanglocaties gericht op kinderen uit de buurt, zijn een voorbeeld. Het is bedoeld als een opvangnetwerk in die buurten. Ondertussen zitten er door goede opvang ook kinderen van Eurocraten en Dansaertvlamingen. Er wordt aan kwalitatieve jobcreatie gedaan, want werkzoekenden uit de buurt krijgen er een goede opleiding. Het is een win-winsituatie.”
Hoeveel kost het om deze crisis op te lossen?
GROOTHEDDE. “Om alles op te lossen? Dat is wel erg veel gevraagd. Het hangt er vanaf wat je wilt bereiken. Een sector die enigszins stabiel is? Klaar voor de toekomst? Willen we een voorbeeldland zijn voor anderen?
“Ik schat dat de sector 2 miljard euro nodig heeft om weer stabiel te worden. Ik zou u graag een concreter getal geven, maar ik krijg als oppositielid niet alle cijfers van Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) of Vlaams minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA). Die 2 miljard euro zou voldoende zijn om de huidige kosten te dragen, allicht niet om te streven naar excellentie. Nochtans werd in 2012 het kinderopvangdecreet gemaakt. Dat vertrok vanuit prachtige principes om de hele kinderopvang gelijk te trekken en een goede kinderopvang te bieden voor alle gezinnen die het wilden. Maar het geld werd daar niet voor uitgetrokken. Mocht de regering toen haar beloftes zijn nagekomen, dan was de sector stabiel gebleven met veel minder kosten. Mochten we in 2019 serieuze investeringen hebben gedaan, dan was de sector tegen 2024 weer stabiel, ook met veel minder geld.”
Waarom blijven de investeringen volgens u uit?
GROOTHEDDE. “Die 2 miljard euro zijn kosten van kortzichtigheid. De kinderopvang lijkt een passieve sector die er in de ogen van beleidsmakers moet zijn om ‘de rest’, waaronder een draaiende economie, mogelijk te maken. Daarom blijven volgens mij de investeringen altijd beperkt. Daarom worden de investeringen altijd onderschat.
“Kijk naar de huidige voorstellen, bijvoorbeeld om met vrijwilligers te werken. Stel u voor dat uw bankmedewerker of de agent op een interventie een vrijwilliger zou zijn. Het land zou volledig op stelten staan. Maar in de opvangsector, waar veel expertise en goede opleiding nodig is, zou dat zomaar kunnen? Je devalueert zo de hele sector, die juist een onzichtbare pilaar van onze welvaart is.”
In uw boek pleit u er ook voor om meer mannen richting de kinderzorg te trekken.
GROOTHEDDE. “Er zijn tal van campagnes geweest om meisjes richting STEM-opleidingen te lokken, maar de omgekeerde beweging zien we nooit. Ik ken nochtans voldoende jongens en mannen met een talent voor zorg. Dergelijke campagnes waren in Noorwegen en Duitsland erg succesvol.
“Trouwens: beseft de overheid niet dat de arbeidsvoorwaarden voor vrouwen beter zouden kunnen worden, simpelweg door er ook mannen naartoe te sturen? Of is dat juist een van de redenen waarom de maatregelen en campagnes uitblijven?”
Sommige bedrijven richten zelf een opvanginitiatief in om hun werknemers te ontlasten. Wat vindt u daarvan?
GROOTHEDDE. “Dat is een noodingreep die ik geen enkele werkgever toewens. Je wilt ook toekomstig talent en dat bereik je zo niet. Het illustreert vooral hoe slecht we bezig zijn als maatschappij als bedrijven zich daar ook mee moeten bezighouden. Als je genoeg afdraagt aan de staat, mag je verwachten dat er voldoende opvangplaatsen zijn voor de kinderen van elke potentiële werknemer.”
Celia Groothedde, De crèchecrisis, Uitgeverij Vrijdag, 17,50 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier