‘Wij bewijzen dat een elektriciteitsnet op basis van 100 procent groene stroom kan werken’: Catherine Vandenborre (Elia Group) en Stefan Kapferer (50Hertz)
Elia Group bouwt koortsachtig nieuwe hoogspanningsinfrastructuur om de energietransitie mogelijk te maken, zowel in België als in Duitsland via de dochteronderneming 50Hertz. “Buitenlandse bedrijven als Tesla en Intel investeren in onze regio uit overtuiging dat hier voldoende groene stroom is”, zegt Stefan Kapferer, de CEO van 50Hertz.
Als Trends ooit de Belgische Deal van de Eeuw verkiest, dan staat de overname van 50Hertz Transmission door Elia Group minstens bij de genomineerden. In 2010 kocht de Belgische hoogspanningsnetbeheerder een belang van 60 procent in het Duitse 50Hertz, een van vier Duitse hoogspanningsnetbeheerders, die het net beheert in een regio die grotendeels overeenkomt met het voormalige Oost-Duitsland. Dankzij die deal verdubbelde Elia Group zowat in omvang en trok het voor het eerst over de landsgrenzen. “Ze kopen er een tweede Elia bij”, was de reactie bij de analisten.
De deal was een buitenkansje voor Elia Group, omdat de eigenaar van 50Hertz, het Zweedse Vattenfall, door nieuwe Europese regelgeving verplicht werd de productie- en transmissieactiviteiten te ontvlechten. 50Hertz werd bij de overname in 2010 gewaardeerd op nauwelijks 500 miljoen euro, wat een korting van bijna 40 procent op de activawaarde inhield. Alleen al vorig jaar maakte 50Hertz 218,5 miljoen euro winst en was het eigen vermogen opgelopen tot 2,1 miljard euro. Nee, ze hebben op het hoofdkwartier aan de Keizerlaan hun broek niet gescheurd aan de overname van 50Hertz.
De waarde van 50Hertz kwam in 2018 aan de oppervlakte toen Elia Group 976,5 miljoen op tafel legde voor een bijkomend belang van 20 procent in 50Hertz. Die deal paste in een ingenieus plan van toenmalig CEO Chris Peeters om het Chinese staatsbedrijf State Grid uit het kapitaal van 50Hertz te houden. Het laatste aandelenpakket van 20 procent werd doorgeschoven naar de Duitse staatsbank KfW. Dat maneuver leverde de Belgen een hoop goodwill op bij de Duitse overheden.
Tegen die achtergrond duwen Catherine Vandenborre, de CEO ad interim van Elia Group, en Stefan Kapferer, de CEO van 50Hertz, half maart op de spreekwoordelijke startknop die een nieuwe hoogspanningslijn van 75 kilometer nabij Berlijn in gebruik neemt. Duitsland trok een streep onder kernenergie en wil ten laatste tegen 2037 af van steen- en bruinkool. De oosterburen ontwikkelen daarom in een rotvaart hernieuwbare-energiecapaciteit, ook omdat de strategische keuze voor goedkoop Russisch aardgas totaal verkeerd uitpakte. Maar om de winturbineparken op de Oostzee te verbinden met de grote industriële centra in het Zuiden van Duitsland moet ook 50Hertz zwaar investeren in nieuwe hoogspanningslijnen om de Energiewende een kans op slagen te geven.
Hoe belangrijk is dat nieuw stukje hoogspanningslijn voor 50Hertz en voor Duitsland?
STEFAN KAPFERER. “Die lijn is een belangrijk stukje van de grote puzzel. De geïnstalleerde capaciteit van hernieuwbare energie stijgt snel in Duitsland. Vorig jaar kwam er voor 15 gigawatt aan zonne-energie bij. Het aantal windturbines op land neemt ook opnieuw toe. We moeten dus investeren in hoogspanningslijnen om die hernieuwbare energie te integreren in het net. In het gebied van 50Hertz is het aandeel van hernieuwbare energie in het elektriciteitsverbruik opgelopen tot 72 procent. Dat is een record en 7 procentpunt meer dan vorig jaar. Extra netinfrastructuur is daarom een must, want het alternatief is een afbouw van hernieuwbare energie, wat wij als netbeheerder niet willen en wat de maatschappij niet wil. De volgende vijf jaar investeren we 21 miljard euro in ons hoogspanningsnetwerk. Het gaat bijvoorbeeld om nieuwe hoogspanningsinfrastructuur in de Baltische Zee, maar ook aan land, om de hernieuwbare energie van het noorden van Duitsland naar het industriële zuiden te transporteren.”
Bent u aan het bewijzen dat een elektriciteitssysteem dat hoofdzakelijk draait op groene stroom perfect mogelijk is?
KAPFERER. “Er is geen enkele twijfel dat het systeem kan draaien op hernieuwbare energie. We draaien nu al regelmatig aan 100 procent hernieuwbare energie. Vaak hebben we zelfs overschotten, die we exporteren naar Polen of het zuiden en westen van Duitsland, waar de elektriciteitsvraag hoger is en het aanbod van hernieuwbare energie lager. Uiteraard is er betrouwbare back-upcapaciteit nodig als er te weinig wind of zon is. In die back-up wordt nu nog voorzien door aardgascentrales en later wellicht ook door waterstof. Sommige landen, zoals België, kunnen ook terugvallen op kernenergie.”
Gaat de Duitse Energiewende niet ten koste van hogere elektriciteitsprijzen en de competitiviteit van de Duitse economie?
KAPFERER. “Het prijskaartje lijkt hoog. De vier Duitse hoogspanningsnetbeheerders investeren gezamenlijk 300 miljard euro tussen nu en 2045. De distributienetbeheerders investeren nog eens 150 miljard euro. We moeten ook investeren in extra back-upcapaciteit. Maar ook Frankrijk bijvoorbeeld moet de volgende jaren veel investeren in bestaande en nieuwe kerncentrales. Elk energiesysteem vergt een hoop investeringen. De elektriciteitsprijzen voor de Duitse gezinnen zijn vandaag vergelijkbaar met de prijzen van voor de oorlog in Oekraïne. Op lange termijn ben ik optimistisch dat een groen energiesysteem competitief is. De kostprijs van te weinig investeringen zou veel hoger zijn. De Amerikaanse chipfabrikant Intel investeert in Maagdenburg. Tesla investeerde hier in de buurt van Berlijn. De Taiwanese chipfabrikant TSMC komt naar Dresden. Voor al die bedrijven is de beslissing om te investeren in Duitsland gebaseerd op de overtuiging dat hier veel groene stroom is. In het gebied van 50Hertz willen we tegen 2032 voor 100 procent op groene stroom draaien.”
Hoe belangrijk is de participatie van 80 procent in 50Hertz voor Elia Group?
CATHERINE VANDENBORRE. “Heel belangrijk, om verschillende redenen. Duitsland staat verder dan België in hernieuwbare energie. Wij kunnen dus veel leren van de Duitse ervaring. Hoe groter het aandeel van hernieuwbare energie, hoe volatieler de elektriciteitsproductie wordt. Je kunt die volatiliteit managen door de connectie met andere markten te versterken. In België hebben de voorbije jaren de interconnectiecapaciteit met het buitenland verdubbeld. Er staan ook nog nieuwe projecten op stapel, zoals een link met Denemarken en een extra verbinding met het Verenigd Koninkrijk. Een tweede manier om de flexibele productie te beheersen is de consumptie flexibel te maken. Eerst met de grote industriële volumes, maar straks moeten we ook bij de gezinnen de flexibiliteit activeren die elektrische auto’s en warmtepompen bieden.
“Het belang in 50Hertz biedt ons als bedrijf ook extra schaalgrootte, die ons toelaat efficiënter te werken. We ontwikkelen bijvoorbeeld IT-platformen die beide bedrijven kunnen gebruiken. En tot slot is het belang in 50Hertz ook financieel interessant. In Duitsland verdienen we een hoger rendement op eigen vermogen dan in België. We moeten veel investeren, dus een faire vergoeding voor het kapitaal is extreem belangrijk.”
De Belgische elektriciteitsverbruiker draait niet op voor de investeringen in het Duitse hoogspanningsnet?
VANDENBORRE. “Nee. In beide landen worden de tarieven streng gereguleerd door de lokale toezichthouder. De Duitse regulator zou ook niet aanvaarden dat Duitse gezinnen betalen voor investeringen in het Belgische net. Maar als Elia Group willen we het investeringsprogramma in Duitsland mogelijk maken. De volgende vijf jaar investeren we 9,4 miljard euro in België en 21 miljard euro in Duitsland. Om die investeringen te financieren willen we in die periode, maar nog niet in 2024, voor 4 tot 4,5 miljard euro extra kapitaal ophalen. De rest komt van schuldfinanciering, met daarin een groter aandeel van groene obligaties, en winstreservering.”
‘Extra netinfrastructuur is een must, want het alternatief is een afbouw van hernieuwbare energie
Stefan Kapferer
Het hoogspanningsnet is van strategisch belang voor een land. Ligt het in Duitsland gevoelig dat het hoogspanningsnet van 50Hertz grotendeels in buitenlandse of in dit geval in Belgische handen is?
KAPFERER. “Nee. De Duitse overheid kijkt naar het hoogspanningsnet vanuit een Europees perspectief. Samenwerking en de uitwisseling van elektriciteit tussen de Europese netten is cruciaal om de energietransitie te doen slagen. En we herinneren ons de periode dat een Chinese investeerder zich wilde inkopen in de Duitse netbeheerders. De Duitse overheid zag die instap niet zitten en blokte de verkoop af dankzij het partnerschap in de Europese Unie. Er is bezorgdheid over de cyberveiligheid en fysieke aanvallen op het net, maar niet over de eigendomsstructuur van onze hoogspanningsnetten. Voor onze overheid is het vooral relevant dat we de energietransitie mogelijk maken.”
Het Duitse hoogspanningsnet is opgedeeld tussen vier hoogspanningsnetbeheerders. Is dat werkbaar? Of dringt zich een consolidatie op?
KAPFERER. “Om historische redenen hebben we vier hoogspanningsnetbeheerders. Soms zijn er discussies of één netbeheerder de zaken niet eenvoudiger zou maken. Maar we moeten in twintig jaar tijd 300 miljard euro investeren. Denk u in dat één bedrijf dat bedrag zou moeten ophoesten. Die dimensie wordt wel eens vergeten.”
Is het regelgevende kader in België en Duitsland aantrekkelijk genoeg om het nodige kapitaal te kunnen aantrekken?
VANDENBORRE. “Zowel in België als in Duitsland beginnen we aan een nieuwe tariefperiode. Ons rendement op eigen vermogen moet genoeg zijn om voldoende kapitaal aan te trekken, maar laag genoeg om te vermijden dat verbruikers te veel betalen aan hoogspanningsnettarieven. In België hebben we dat evenwicht gevonden, ook omdat ons rendement op eigen vermogen voortaan gekoppeld is aan de langetermijnrente op Belgische overheidsobligaties. Als die risicovrije rente stijgt, mag ook ons rendement stijgen, zodat de vergoeding voor onze aandeelhouders fair blijft. Tegen de huidige rentevoeten mogen we in België een rendement op eigen vermogen van ongeveer 7 procent verdienen. De Duitse regulator hanteert ongeveer dezelfde principes, wat ons daar de volgende jaren een rendement op eigen vermogen tussen 8 en 10 procent oplevert. Het Duitse tariefsysteem is dus interessanter, maar weet dat we in Duitsland meer moeten investeren en dus ook meer kapitaal nodig hebben.”
‘Voor bedrijven als Tesla is de beslissing om te investeren in Duitsland gebaseerd op de overtuiging dat hier veel groene stroom is’
Stefan Kapferer
Behalve in de gereguleerde activiteiten in België en Duitsland investeert Elia Group ook in een derde poot van niet-gereguleerde activiteiten. De dochteronderneming Windgrid investeert 300 miljoen dollar in een belang van 35,1 procent in EnergyRe Giga, een ontwikkelaar van groenestroomprojecten in de Verenigde Staten. Neemt u niet te veel hooi op uw vork, zeker omdat er zoveel werk is in Duitsland en België?
VANDENBORRE. “Die internationale strategie biedt ons diversificatie in regelgeving, risico’s en winstgevendheid. In de Verenigde Staten investeren we in projecten die hernieuwbare energie tot in de steden brengt. We zijn van plan die projecten geheel of gedeeltelijk te verkopen eenmaal ze klaar zijn. We recupereren in de Verenigde Staten dus vrij snel het ingezette kapitaal. De Verenigde Staten lopen in de energietransitie ook achter op Europa. Het land beseft dat en daarom doet het een beroep op onze expertise om de transitie te versnellen. Wij kunnen op die manier in de beginfase een stek veroveren op de Amerikaanse markt, wat een groot groeipotentieel inhoudt.”
Zijn er nog andere internationale ambities?
VANDENBORRE. “Voorlopig niet. Er zijn veel kansen, maar we willen eerst aantonen dat we onze investering in de Verenigde Staten kunnen doen renderen. Daarna willen we deze business groter maken, gezien het potentieel op de Amerikaanse markt.”
Europa staat verder, maar zijn de ambitieuze doelstellingen van Europa in offshore windenergie haalbaar?
KAPFERER. “Toch wel. Offshore windenergie levert van de hernieuwbare energiebronnen de meest stabiele elektriciteitsproductie. De bevolking accepteert die turbines vlot omdat ze ver op zee staan. De flessenhals zit eerder in de toeleveringsketen. De Europese Unie moet voldoende industriële capaciteit ontwikkelen om die keten te versterken.”
‘Duitsland staat verder dan België in hernieuwbare energie. Wij kunnen dus veel leren van de Duitse ervaring’
Catherine Vandenborre
VANDENBORRE. “Voor de Europese energietransitie is het belangrijk dat we een netwerk uitbouwen van hybride interconnectoren, die zowel windparken met het hoogspanningsnet verbinden als elektriciteit tussen landen kunnen uitwisselen. Die hybride interconnectoren maken de weg vrij voor een verweven netwerk op zee, zoals het netwerk zich ook op het land ontwikkeld heeft. Een windpark op de Noordzee zal dan verbonden zijn met verschillende landen. Op die manier vermijd je dat je een spaghetti aan lijnen moet aanleggen en kun je vlot productieoverschotten en -tekorten uitwisselen tussen landen. Offshore windenergie wordt zo een betrouwbare en vrij stabiele bron van elektriciteit. Stel dat België de elektriciteitsbevoorrading zou willen veiligstellen met eigen capaciteit, dan zou dat bijzonder duur worden, zeker op basis van hernieuwbare energie. Hybride interconnectors zijn de toekomst van het Europese energiesysteem.”
Hoe loopt de Duitse Energiewende?
KAPFERER. “Het gevoel bij de bevolking is negatiever dan de feiten rechtvaardigen. Zoals gezegd, in onze zone komt 72 procent van de elektriciteit van hernieuwbare energie. Over heel Duitsland zitten we aan 50 procent. De CO2-uitstoot van Duitsland is gedaald tot het niveau van de jaren vijftig van de vorige eeuw. De energietransitie zit op schema, vooral in de elektriciteitssector. Wel hebben we nog veel werk op de plank voor de elektrificatie van de mobiliteit en de verwarming van woningen. Het huidige federale ontwikkelingsplan voor het hoogspanningsnet heeft als horizon klimaatneutraliteit in 2045. Voor de eerste keer weten we dus hoe een klimaatneutraal elektriciteitsnet eruitziet. Ook in Duitsland zal de vraag naar elektriciteit de volgende tien jaar met 40 à 50 procent toenemen. In vergelijking met tien jaar geleden is de vraag nog altijd even hoog, maar de opmars van elektrische auto’s en warmtepompen begint pas. Er wordt ook geïnvesteerd in elektrolysers om groene waterstof te maken. De elektrificatie van de industrie zal voor 60 procent van de stijging van de vraag zorgen.”
‘Ons rendement op eigen vermogen moet genoeg zijn om voldoende kapitaal aan te trekken, maar laag genoeg om te vermijden dat verbruikers te veel betalen aan hoogspanningsnettarieven. In België hebben we dat evenwicht gevonden’
Catherine Vandenborre
Is de vraag naar groene waterstof duurzaam?
KAPFERER. “O jawel. In Duitsland tellen we al heel wat uren met een overschot aan groene stroom. Dat aantal uren zal voort stijgen. We hebben gisteren nog een bedrijf ontmoet dat wil investeren in hernieuwbare energie in combinatie met opslagcapaciteit, zoals batterijen én de productie van waterstof via elektrolysers. Groene waterstof zal een rol spelen in de transitie van de industrie. Duitsland wil ook investeren in back-upcapaciteit gebaseerd op groene waterstof, omdat we een streep hebben getrokken onder kernenergie en omdat we tegen 2037 ook af willen van steenkoolcentrales.”
Kampt u in Duitsland ook met een nimby-fenomeen?
KAPFERER. “Ja, maar de situatie wordt beter. Vorig jaar kreeg 50Hertz vergunningen voor 500 kilometer hoogspanningslijnen en hebben we bijna 200 kilometer nieuwe lijnen gebouwd. De flessenhals van vergunningen voor windturbines op land is in Duitsland bijna opgelost.”
Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?
KAPFERER. “Door heel snel in het proces de buurt rond een nieuwe hoogspanningslijn te informeren. En de oorlog in Oekraïne deed het besef groeien dat een energiesysteem gebaseerd op eigen capaciteit veerkrachtiger is dan een energiesysteem dat gebaseerd is op buitenlands aardgas. En uiteraard zijn veel mensen de doelstelling van klimaatneutraliteit genegen. Ook de mentaliteit van de administraties is veranderd en het vergunningsproces werd vereenvoudigd.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier