Ook dit jaar zal de activiteit van de bouw- en installatiesector niet groeien. De woningbouw blijft al vier jaar sterk achteruitgaan, terwijl ook de woningrenovatie op een te laag niveau blijft. Dat blijkt uit de economische vooruitzichten van bouwfederatie Embuild.
Sinds 2022 gaat de bouw- en installatiesector niet meer vooruit. Daar zal dit jaar, met een verwachte nulgroei, geen verandering in komen. Embuild spreekt van “een lange periode van stagnatie”. Verschillende factoren spelen daarbij een rol: de gestegen prijzen van bouwmaterialen en de rentestijgingen veroorzaakten een hogere bouwkost, terwijl ook het vergunningsproces complexer wordt en de duurzaamheidsnormen strenger.
Volgens de bouwfederatie zit er voor de twee volgende jaren geen beterschap aan te komen. Het is volgens Embuild opvallend dat de woningbouw erg slecht blijft presteren en dat niet enkel dit jaar, maar ook in 2026 en 2027. Het aantal vergunningen voor nieuwbouw ligt nog steeds 30 procent lager dan in de periode voor covid. Jaarlijks worden er nu zo’n 42.000 nieuwbouwwoningen vergund.
Renovatie ondermaats
“Dat is ruim onvoldoende”, zegt Niko Demeester, CEO van Embuild. “Door de bevolkingstoename, de toename van het aantal singles, het aantal éénoudergezinnen en het aantal ouderen dat thuis blijft wonen, hebben we tussen nu en 2030 jaarlijks 75.000 extra woningen nodig om aan de woonnood te voldoen. Anders riskeren we in een situatie zoals in Nederland terecht te komen: daar moeten tussen nu en 2030 maar liefst 900.000 woningen bijkomen.”
Ook de woningrenovatie blijft, ondanks een beperkte activiteitenstijging jaar na jaar, ondermaats presteren. “Driekwart van onze woningen dateert van voor 1980, toen er nog geen energienormen bestonden, en heeft dus nood aan een doorgedreven energetische renovatie om de Europese klimaatdoelstellingen van CO2-neutraliteit tegen 2050 te halen. Daarom moet het woningrenovatieritme verdrievoudigd worden”, benadrukt Demeester.