Bijna helft van gezinnen voelde energiecrisis amper of niet, zegt Belfius-studie
Berichten over de torenhoge aardgas- en elektriciteitsprijzen joegen de consumenten in 2022 de stuipen op het lijf, maar de helft van de gezinnen zag de energiefactuur in dat jaar amper stijgen, en in veel gevallen zelfs dalen. De bedrijven zagen de energierekening wel flink oplopen, nog meer in 2023 dan in 2022. Dat leert onderzoek van Belfius.
In 2022 piekte de inflatie op 10 procent, vooral onder impuls van een sterke stijging van de energieprijzen. De gemiddelde energie-inflatie bedroeg liefst 71 procent in 2022. Eind augustus 2022 was de aardgasprijs opgelopen tot meer dan 300 euro per megawattuur, 15 keer meer dan wat aardgas gemiddeld kostte voor de oorlog in Oekraïne. De energierekening leek onbetaalbaar te worden voor veel gezinnen.
Vaste contracten
De soep werd echter minder heet gegeten dan opgediend. “Een groot deel van de gezinnen zag de energiefactuur zelfs dalen in 2022. De mediaanfactuur steeg slechts met 4,4 procent. Zowat 10 procent van de gezinnen zag de factuur wel minstens verdubbelen”, zegt Annelore Van Hecke, econome bij Belfius. De bank komt tot die conclusies op basis van de geanonimiseerde transactiegegevens van de klanten. Het gaat om een steekproef bij ruim 250.000 gezinnen en ruim 12.000 bedrijven.
Hoe komt het dat het doorsnee gezin uiteindelijk amper de hogere energieprijzen voelde in 2022, terwijl de officiële consumptieprijsindex door het dak ging? “Een eerste reden is dat ongeveer 60 procent van de gezinnen in 2022 nog tijdelijk of gedurende het hele jaar bescherming genoot van een vast energiecontract. Eind 2022 bedroeg het aandeel van de vaste contracten nog altijd 50 procent. Hogere energieprijzen sijpelden dus met vertraging door tot bij de gezinnen”, zegt Annelore Van Hecke.
De inflatiecijfers in België worden berekend op basis de prijsvoorwaarden in nieuwe energiecontracten, waarbij wordt voorbijgegaan aan de realiteit dat veel gezinnen een vast contract hebben. “De eigenlijke energiefactuur steeg dus veel minder snel dan de gemeten energie-inflatie”, zegt Annelore Van Hecke. Ook onderzoek van de Universiteit Gent toonde al aan dat de manier waarop de energie-inflatie wordt gemeten niet strookt met de realiteit. De overschatting van de eigenlijke inflatie leverde de gezinnen aanvankelijk een extra compensatie via een hoger loon op, omdat de lonen geïndexeerd worden op basis van de officieel gemeten consumptieprijsindex. “Die bonus zit niet in onze berekeningen”, zegt Annelore Van Hecke.
Vooral kwetsbaren ondersteund
De gezinnen kregen ook van heel wat overheidssteun om de energiefactuur onder controle te houden. Denk aan de verlaagde btw op aardgas en elektriciteit, de uitbreiding van het sociaal tarief, of de twee basispakketten voor elektriciteit en aardgas. “De hoogste inkomens zullen een deel van deze pakketten moeten terugbetalen via hun belastingaangifte. Dat betekent dat we de energiefactuur voor de hoogste gezinnen wat onderschatten”, zegt Nicolas Soenen, econoom van Belfius.
Naast de bescherming van het vaste contract en de steun van de overheid deden de gezinnen ook een inspanning door de thermostaat enkele graden lager te zetten. “Het verbruik van aardgas en elektriciteit daalde respectievelijk met 20 en 16 procent in 2022. De inflatie werd echter nog berekend alsof het gewicht van de energie-uitgaven in de uitgavenkorf nog even groot was”, zegt Nicolas Soenen.
De regering kreeg kritiek op de steunmaatregelen, omdat ze mogelijk te royaal en te weinig gericht waren. Ook de hogere inkomens met een vast energiecontract kregen immers steun. De regering heeft snel gehandeld en heeft vooral de kwetsbare gezinnen ondersteund, zo blijkt. “De energiefactuur voor de laagste 25 procent van de inkomens daalde in 2022 met 9,3 procent, terwijl de factuur voor de midden- en hoge inkomens met respectievelijk 6,7 en 14,9 procent steeg. Vooral het uitgebreide sociale energietarief heeft de laagste inkomens beschermd. De kwetsbare gezinnen hebben hun energieverbruik wellicht ook meer teruggeschroefd dan de meer welgestelde gezinnen”, zegt Annelore Van Hecke.
In 2023 kantelde de situatie. De indexering van de lonen, berekend op basis van een variabel contract, volgde de stijging van de levensduurte niet volledig. “De inflatie was in 2023 lager dan de gezinnen in hun portemonnee voelden. In 2023 daalde de energiefactuur van de gezinnen met 7 procent, terwijl de energie-inflatie gemiddeld 28 procent lager was. In de tweede helft van 2023 steeg de energiefactuur van de gezinnen opnieuw door het uitdoven van steunmaatregelen. Vandaag is de situatie bijna genormaliseerd”, zegt Nicolas Soenen.
Bedrijven twee jaar geraakt
De economen onderzochten ook de energiefacturen van de bedrijven tijdens de energiecrisis. De bedrijven kregen minder respijt dan de gezinnen. In 2022 steeg de energiefactuur van het mediaan bedrijf met 25 tot 57 procent, afhankelijk van de sector. In 2023 steeg de factuur nog eens met 2 tot 16 procent. “Die stijging is wel lager dan bedrijven hadden ingeschat op basis van enquêtes. Eind september 2022 vreesden bedrijven voor een stijging van de aardgasfactuur met 140 procent”, zegt Véronique Goossens, hoofdeconome van Belfius.
‘De bedrijven voelden de energiecrisis nog harder in 2023 dan in 2022’
Véronique Goossens,
hoofdeconome
De factuur die uiteindelijk in de bus viel, bleek lager omdat ook bedrijven steun kregen, zoals het verlaagde btw-tarief op elektriciteit en aardgas, of energiesteun betaald door de regionale overheid. De energiefactuur daalde ook door efficiënter met energie om te springen en/of door de productie terug te schroeven. “Vooral de industrie, de logistiek en de bouw reageerden op de prijsverhogingen door de productie te verminderen”, zegt Véronique Goossens.
Bekijk hieronder de toelichting van Véronique Goossens in de studio van Kanaal Z (of lees verder onder de video)
Opvallend is dat de energiefactuur van de bedrijven in 2023 bleef stijgen, ondanks de prijsdalingen op de energiemarkten. Véronique Goossens: “De bedrijven voelden de energiecrisis dus nog harder in 2023 dan in 2022. Dat komt omdat heel wat bedrijven in 2022 nog een energiecontract met vaste prijzen hadden. Die bescherming viel pas in de loop van 2023 weg met het aflopen van de vaste contracten. Bedrijven moesten overschakelen naar een nieuw contract met hogere prijzen.”
Begin 2024 heeft ruim 70 procent van de kleinere bedrijven een variabel contract. De daling van de energieprijzen van de voorbije maanden zou dus relatief snel voor een broodnodige verzachting van de energiefactuur moeten zorgen. Niks te vroeg, weet ook Véronique Goossens: “De concurrentiepositie van de Belgische bedrijven staat onder druk door de hoge energiekosten. Vooral het prijsverschil met de Verenigde Staten is het verschil groot. De aardgasprijzen waren in 2023 nog altijd bijna vijf keer hoger in Europa.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier