Vrije Tribune
Bericht aan de ministers van Financiën van G20: ‘Helicopter money zal ons niet redden’
Dit weekend komen de ministers van Financiën van de G20 in Sjanghai bijeen. VolgensMartin Gilbert, CEO van de vermogensbeheerder Aberdeen Asset Management, hebben de ministers te lang op hun centrale bankiers gerekend hebben om de economie uit het slop te helpen.
Op hun bijeenkomst in Shanghai deze week zullen de G20-ministers van Financiën waarschijnlijk andermaal aandringen dat de centrale bankiers meer doen om de sputterende wereldeconomie een impuls te geven. Ik vind dat ze al te lang steunen op de centrale bankiers, en werk moeten maken van een verstandig begrotingsbeleid als ze een duurzame groei willen.
Een paar weken geleden was er een moment dat commentatoren met gevoel voor overdrijving zeiden dat we zonet over de laatste struikelsteen richting een nieuwe financiële crisis gevallen waren. De bankaandelen waren gekelderd, beleggers gingen ervan uit dat de economie op een recessie afstevende en Japan verraste iedereen door het invoeren van een negatieve rente.
Dit alles kregen we over ons heen aan het begin van een jaar waarin we ook al de Chinese beurzen zagen kwakkelen, de olieprijs naar nieuwe diepten op zoek ging, er angst was voor een recessie in de VS, en waarin iedereen – van financiële markten tot beleidsmakers toe – naar de centraal bankiers keek met de vraag om een oplossing. Daar kwam dan nog de OESO bovenop, de Parijse denktank die haar groeidoelstelling voor de wereldeconomie dit jaar verlaagde naar 3 procent van een vorige doelstelling die met 3,3 procent ook al niet overdreven rooskleurig was. En ook de OESO gaf te kennen dat beleidsmakers niet alleen naar centrale banken mogen kijken als het erop aankomt om de kwakkelende vraag aan te zwengelen.
OESO heeft gelijk
Al die overdreven economische zwartkijkers hebben ongelijk, maar de OESO heeft overschot van gelijk. Sinds het uitbreken van de financiële crisis ligt een buitenproportioneel deel van de verantwoordelijkheid voor het weer aanzwengelen van de economie op de schouders van de centraal bankiers. Inderhaast bijeengeroepen conferenties van de wereldleiders op het hoogtepunt van de crisis hebben geleid tot een aantal gedurfde beleidsmaatregelen. Maar het momentum is sindsdien verdwenen.
Jazeker, centrale bankiers snoeiden in de rente en begonnen aan kwantitatieve versoepeling (QE). Velen dringen nu bij hen aan om die dynamiek te vergroten door het invoeren van zogenaamd ‘helicopter money’, een techniek waarbij nieuw gedrukt geld direct aan de consument uitgedeeld wordt. Dat zou inderdaad de vraag stimuleren, maar het échte probleem zullen we op die manier niet oplossen.
De werkzaamheid en de wijsheid van het beleid van de centrale banken worden nu openlijk in twijfel getrokken. Maar de critici (inclusief politici) verzuimen te beseffen dat het monetaire beleid van de centrale banken in overleg moet gebeuren met de begrotingspolitiek en de van de overheden zelf. En deze keer zijn het die laatsten die in actie moeten komen.
‘Helicopter money zal ons niet redden’
Een goede start voor beleidsmakers zou zijn om in de belastingen te snijden. Die belastinghervormingen moeten gericht zijn op de lage lonen, een groep die geneigd is om ook hun uitgaven sneller opwaarts aan te passen. Snoeien in de inkomstenbelasting of het invoeren van heffingskortingen zou de economie van heel wat landen minder schaden dan andere maatregelen. Een andere optie kan het stimuleren van bepaalde sectoren zijn door bijvoorbeeld de btw op bepaalde goederen te verlagen om de interne uitgaven weer aan te zwengelen.
Een andere optie is om meer geld uit te geven aan infrastructuur. Dat kan het bbp meer doen groeien dan de initiële kosten van de werken op zich. Het ondersteunt bovendien de toekomstige groei. Het is van vitaal belang dat de uitgaven voor infrastructuur worden gedaan met het oog op de lange termijn en op verre afstand van het korte electorale perspectief van heel wat politici. Overheden kunnen profiteren van de ultra-lage rente om geld te lenen om deze broodnodige projecten te financieren. Door het goede voorbeeld te geven, moedigen ze wellicht ook bedrijven en consumenten aan die op dit moment hun centen hamsteren gezien de onzekere omgeving.
De arbeidsmarkt is nog zo’n werf waar werk aan de winkel is. Een maatregel die hier zou helpen is de financiering van heropleidingsprogramma’s voor werkzoekenden, om die veel actiever te koppelen aan de beschikbare vacatures. Of kijk maar naar de vastgoedmarkt, waar veel landen worstelen met een gebrek aan nieuwe woningen. Het versoepelen van de wetgeving voor nieuwbouw kan de economie helpen stimuleren en – mits op voldoende schaal doorgevoerd – de piekende huizenprijzen wat milderen.
Helaas ben ik niet hoopvol dat we de gewenste actie zullen zien naar aanleiding van de bijeenkomst van de G20. Het verhogen van de uitgaven voor duurzame langetermijnprojecten is blijkbaar een gruwel voor veel politieke partijen in de ontwikkelde wereld, die schijnen te geloven dat enkel bezuinigingen onze economieën zullen doen terugkeren naar de gezonde tijd van weleer. Helaas is dat een misvatting. We hebben integendeel actie nodig, en investeringen zijn mogelijk de enige manier om onszelf uit de huidige malaise te graven.
Martin Gilbert, CEO Aberdeen Asset Management
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier