Hans Brockmans
‘Belgische groepsvordering is tijger zonder tanden’
Test-Aankoop start een groepsvordering om de schade te compenseren die de reizigers hebben geleden tijdens een aantal stakingsdagen. Maar de Belgische wet is erg beperkt als rechtsmiddel na collectieve schade. Dat schrijft Trends-redacteur Hans Brockman.
Test-Aankoop start een groepsvordering om de schade te compenseren die de reizigers hebben geleden tijdens een aantal stakingsdagen. Dit is de eerste “rechtsvordering tot collectief herstel” sinds dit instrument door de vorige minister van Consumentenzaken Johan Vande Lanotte werd gecreëerd. Dat Test-Aankoop deze primeur levert, is geen toeval. De organisatie kreeg een wet die op haar maat is geschreven.
Die centrale spil in de procedure is de groepsvertegenwoordiger, die voor de gedupeerden optreedt. Om dat te kunnen worden, moet men erkend zijn door de minister van Consumentenzaken of lid van de Raad voor het Verbruik. Daarin zetelen vakbonden, het patronaat en verbruikersorganisaties.
De Belgische wet is erg beperkt als rechtsmiddel na collectieve schade.
De groepsvertegenwoordiger mag aan de schadelijders enkel de werkelijke kosten aanrekenen. Deze pro Deo-vereiste sluit bedrijven als Deminor, dat voor een fee werkt, uit. Ook advocaten kunnen geen groepsvertegenwoordiger worden.
De overheid (als toezichthouder, bijvoorbeeld) wordt uitgesloten als onderwerp van zo’n vordering. Bovendien kan deze enkel voor inbreuken op een gelimiteerde lijst van regelgevingen, zoals die over mededinging, telecom, financiële diensten, transport, gas, elektriciteit, productaansprakelijkheid, marktprakrijken of privacy.
De Belgische wet is dus erg beperkt als rechtsmiddel na collectieve schade. Het is een tijger zonder tanden. Vandaag worden onze rechtbanken bij te veel collectieve schadeprocessen – denk aan Lernout & Hauspie of Fortis – echter overspoeld door individuele schadeclaims. Dat verhoogt de werkdruk op het gerecht, waardoor de zaak strafrechtelijk dreigt te verjaren en de gedupeerden jaren op hun geld moeten wachten. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) overweegt de collectieve rechtsvorderdering uit te breiden.
Dat hoeft niet per se te leiden tot class actions zoals in de Verenigde Staten. Die excessieve wapens passen binnen het accusatoire Amerikaanse rechtssysteem, met de nadruk op partijen die elkaar bestrijden (in plaats van ons gerechtelijke onderzoek als basis voor de rechtzoekenden).
Class actions brengen vooral veel geld op voor de advocaten, die soms tot 20 procent van de schadevergoeding opstrijken. Die liggen dan meestal ook aan de basis van een schadeproces.
In Nederland werd in 2005 de Wet collectieve afwikkeling massaschade gestemd. Die laat toe dat massaclaims worden afgewikkeld in productschade- en beleggingsdossiers. De tussenkomst van de rechter, die een dossier moet certificeren, vermijdt dat de zaak uit de hand loopt.
Dit snelle, efficiënte en rechtvaardige systeem kan misschien de basis zijn om de Belgische versie van de collectieve schadeprocedure te hervormen. Zo kunnen gedupeerde rechtzoekenden in schadedossiers dan eindelijk naar de rechtbank trekken met roofdier dat kan bijten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier