Vrije Tribune
‘Belgisch imago heeft meer nodig dan een lik verf’
Na de verschrikkelijke aanslagen in Brussel en Zaventem rijst stilaan de vraag naar de gevolgen op langere termijn voor het imago van België. Dat zegt Olivier Van Horenbeeck, Adviseur Strategische Communicatie.
De gevolgen op korte termijn zijn vooral economisch. De symboolwaarde van een doelwit als de luchthaven kan nauwelijks worden overschat. Op kortere termijn moeten we dan ook rekening houden met minder hotelovernachtingen, minder internationale congressen, minder toeristen en minder uitgaven in winkels en horeca. Op middellange termijn zullen de passagiersaantallen op Zaventem onder druk staan en worden misschien zelfs vluchten of verbindingen geschrapt. Op langere termijn wordt het vooral zaak de imagoschade te beperken. De gevolgen voor onze aantrekkelijkheid als investeringsbestemming kunnen bijzonder groot zijn.
De Brusselse regio huisvest een aantal hoofdkwartieren van grote multinationals. Dat soort bedrijven focust traditioneel heel sterk op risicoanalyse voor de werknemers, de installaties en de activiteiten. Het wordt dan ook een bijzonder moeilijk, langzaam en frustrerend proces om de reputatie van België opnieuw te herstellen.
België wordt al enkele maanden een failed state genoemd en ook Brussel komt internationaal in het nieuws als jihadihoofdstad van Europa. Het maakt weinig uit of dat al dan niet waar is. Perception beats reality. Als je ziet hoe moeilijk een grootstad als Parijs – met al haar toeristische trekpleisters – het heeft om economisch te herstellen van de aanslagen in november, is het duidelijk dat de gevolgen ook voor Brussel bijzonder voelbaar zullen zijn.
De negatieve impact zou deze keer – jammer genoeg – weleens structureel kunnen zijn. De veiligheidscrisis komt boven op de mobiliteitscrisis en de fiscale rechtsonzekerheid, als een perfect storm voor internationale investeerders. De afgelopen maanden deden geen goed aan de reputatie van ons land. Of het nu gaat over onze fiscale rulings, de staat van onze wegeninfrastructuur, de instortende Brusselse tunnels of onze Belgische kerncentrales. We hebben niet echt een sterke indruk gemaakt op internationale bedrijven en investeerders.
Er zal dan ook veel meer nodig zijn dan een nieuwe ‘Invest in Belgium’-campagne met pralines en frieten om die reputatieschade te herstellen. Een door de overheid gesponsorde pr-campagne is in deze omstandigheden allesbehalve geloofwaardig en dreigt zelfs contraproductief te zijn. Het schilderen van een bouwvallig huis haalt niet alleen niets uit, het laat in het beste geval een naïeve en in het slechtste geval een kwaadwillige indruk na.
België moet publiekelijk erkennen dat er fouten zijn gemaakt in de afgelopen jaren en decennia.
De best mogelijke manier om het vertrouwen bij buitenlandse investeerders te herstellen, is te laten zien dat de Belgische overheid structurele lessen trekt uit de verschrikkelijke gebeurtenissen.
Eerst en vooral is het belangrijk om toe te geven dat we de schuld aanvaarden voor wat er is misgelopen. België moet publiekelijk erkennen dat er fouten zijn gemaakt in de afgelopen jaren en decennia. Van de gebrekkige integratie van migranten over het kaduke bestuur van Brussel tot en met de onderinvesteringen in veiligheidsdiensten. Het is dan ook belangrijk om de nodige nederigheid aan de dag te leggen. Tijd om publiekelijk te erkennen dat er fouten zijn gemaakt, maar dat die kunnen worden rechtgezet.
Ten tweede zullen we moeten laten zien dat we deze verschrikkelijke gebeurtenissen aangrijpen als een katalysator voor echte verandering. Met andere woorden: voor een transitie naar een cultuur van meer investeringen in kritieke infrastructuur, van meer efficiëntie en een effectief overheidsbeleid. Het komt er vooral op neer naar een investeringscultuur te gaan. Meer blauw of kaki op straat hebben we niet nodig. Meer brains achter betere IT-systemen des te meer.
Ten slotte moeten we meer dan ooit een beroep doen op de sterktes waarover we wel nog beschikken. Ondanks de aanslagen, hebben we nog altijd grote geografische, culturele en wetenschappelijk troeven. Die zullen we dan ook veel meer in de verf moeten zetten. Denk maar aan onze centrale ligging en de strategische ligging van onze haven. Ook onze universiteiten staan mee aan de top van de universitaire rankings en de creatie van spin-offs en incubatoren. Bovendien zijn Antwerpen en Gent niet alleen culturele parels, ook creatief en technologisch – bijvoorbeeld een sterk groeiende start-upscene – kunnen ze scoren in het buitenland.
We beschikken dus zeker nog over de nodige aantrekkingskracht en flexibiliteit om internationale investeerders aan te trekken. Dat wordt echter een werk van lange adem. Dat vergt leiderschap in het maken van keuzes – al zeker in budgettair aartsmoeilijke tijden. Een huzarenstuk voor de regering en het land. Maar het is de enige weg vooruit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier