‘België moet blijven besparen’
Premier Elio Di Rupo heeft op de Europese top opgeroepen om de besparingen die Europa oplegt meer te spreiden. Volgens Gert Peersman heeft Di Rupo een punt, maar niet voor België.
Premier Elio Di Rupo heeft op de Europese top opgeroepen om de besparingen die Europa oplegt meer te spreiden. Volgens Gert Peersman heeft Di Rupo een punt, maar niet voor België.
Volgens de Waalse socialisten, gesteund door professoren als Paul De Grauwe van de London School of Economics, heeft het geen zin dat ons land zich kapot bespaart. De besparingen wegen volgens hen op de economische groei, waardoor de overheidsinkomsten tegenvallen, en er dus nog meer besparingen nodig zijn om het begrotingsgat te dichten. Een neerwaartse en helse cyclus.
Gert Peersman, professor economie aan de Universiteit Gent, relativeert. “Het heeft geen zin dat landen met gezonde overheidsfinanciën, bijvoorbeeld Nederland en Duitsland, zo zwaar op de rem staan. Hun besparingen brengen de landen van de eurozone met ongezonde overheidsfinanciën nog extra in de problemen. België hoort bij die laatste groep en moet voort besparen.”
Gewesten moeten bijdragen
Bovenop de impact van de economische malaise bij onze handelspartners komt de penibele toestand van de Belgische overheidsfinanciën. Ons land torst een torenhoge overheidsschuld van 100 procent van het bbp en ziet de hoogste vergrijzingskosten van alle Europese landen op zich afkomen. Tegen 2060 zouden die kosten 10 procent van het bbp bedragen, wat twee keer zo hoog is als de federale uitgaven buiten de sociale zekerheid.
De belangrijkste taak van de Belgische overheid moet erin bestaan de onzekerheid over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën weg te nemen. Het uitstellen van de saneringen, wat de PS voorstelt, creëert alleen meer onzekerheid en doet de economische situatie niet verbeteren. Net omdat structurele ingrepen in de overheidsuitgaven de onzekerheid bij gezinnen en bedrijven verminderen, hebben ze een gunstig effect op de economie.
Peersman pleit ervoor om de overheidsuitgaven te verminderen via een structurele verlaging van de overheidsconsumptie, bijvoorbeeld de uitgaven aan het overheidsapparaat. Een verhoging van de belastingen of een verlaging van de overheidsinvesteringen werken contraproductief. Meer belastingen wil zeggen dat de gezinnen minder geneigd zijn om meer te werken en bedrijven minder geneigd zijn om te investeren. Minder overheidsinvesteringen in bijvoorbeeld infrastructuur brengen op hun beurt het lange-termijn groeipotentieel van de Belgische economie in gevaar.
De federale overheid kan dat niet alleen. Het feit dat de vergrijzingskosten twee keer zo hoog zullen zijn als de federale uitgaven buiten de sociale zekerheid betekent dat ook de gewesten hun bijdrage moeten leveren. Zij hebben nu geen enkele reden om te besparen omdat de pensioenuitgaven federaal betaald worden.
De overheveling van een groot deel van de vergrijzingskosten naar het regionale niveau zou die situatie rechtzetten. Tegelijk moet de schade beperkt worden door de vergrijzingskosten zo laag mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de pensioenleeftijd op te trekken.
Het grote probleem is dat een deel van de Belgische politieke klasse schrik heeft van de pijnlijke maatregelen die genomen moeten worden. Ze konden hun kiezers jaren verwennen met extra overheidsuitgaven en willen zich niet onpopulair maken via een besparingsbeleid dat pas later gunstige effecten oplevert. Ze verkiezen het strenge Europa en zijn besparingen aan te vallen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier