Daan Killemaes
‘Begin er maar aan, Janet Yellen’
De financiële markten en beleidsmakers zijn te verslaafd geraakt aan de doping van gratis geld. Hoe langer de Federal Reserve wacht, hoe groter en hoe pijnlijker de afkickverschijnselen worden. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.
Het is welletjes geweest met het Amerikaanse gratisgeldbeleid. In het najaar van 2008 verlaagde de Amerikaanse centrale bank (de Fed) de beleidsrente naar 0 procent om de financiële crisis te lijf te gaan. Nu, zo goed als zeven jaar later, is de tijd aangebroken om de Amerikaanse beleidsrente een eerste keer lichtjes te verhogen op de volgende Fed-vergadering van 17 september. De nieuwe Amerikaanse jobcijfers – 215.000 extra banen in juli – tonen aan dat de Amerikaanse economie voldoende stevig in het zadel zit om de monetaire steunwieltjes langzaam los te schroeven. De financiële markten en beleidsmakers zijn te verslaafd geraakt aan de doping van gratis geld. Hoe langer de Federal Reserve wacht, hoe groter en hoe pijnlijker de afkickverschijnselen worden.
Janet Yellen, de voorzitter van de Fed, heeft nochtans nog goede redenen om het onvermijdelijke nog even uit te stellen. Het mandaat van de Fed verplicht Yellen om én een inflatie van ongeveer 2 procent én volledige tewerkstelling na te streven. Beide opdrachten zijn nog niet vervuld. De inflatie in de Verenigde Staten komt amper boven het nulpunt uit, en ook de kerninflatie (die geen rekening houdt met de volatiele energie- en voedingsprijzen) bedraagt slechts 1,6 procent. Een inflatoire opstoot is bovendien nog niet te bekennen. Ook volledige werkgelegenheid is alles behalve bereikt. De werkloosheidsgraad is weliswaar gedaald tot het beoogde peil van 5,3 procent, maar dit cijfer werd enkel bereikt omdat veel Amerikanen na de recessie van 2008-2009 bij gebrek aan kansen de arbeidsmarkt verlieten. Deze mensen keren pas nu met mondjesmaat op hun stappen terug. De werkgelegenheidsgraad ligt nog altijd ruim onder het niveau van voor de recessie. Die nog onbenutte arbeidsreserve zorgt er ook voor dat de stijging van de lonen beperkt blijft tot ongeveer 2 procent. Yellen houdt ook de sterke dollar in de gaten. Een renteverhoging kan de dollar nog meer vleugels geven, en aldus wegen op de concurrentiekracht en de exportprestaties van de Amerikaanse economie.
‘Begin er maar aan, Janet Yellen’
Toch heeft Yellen nog meer redenen om de beleidsrente eindelijk een eerste keer op te trekken. Deze opgaande fase van de Amerikaanse economie duurt intussen zes jaar, wat historisch gezien al vrij lang is. Een nieuwe recessie is weliswaar nog niet voor morgen, omdat het herstel tergend traag verloopt en omdat de economie van heel ver terug komt. Toch kan het geen kwaad dat de Fed vanaf nu wat munitie opbouwt om de oorlog tegen de volgende recessie te kunnen voeren. Als Yellen te lang wacht met een eerste renteverhoging, dreigt ze achter de feiten aan te lopen. Dat kan later leiden tot brutale renteverhogingen, wat een grotere schok zou betekenen dan nu geleidelijk de renteriem aan te trekken. Bovendien zijn de financiële markten nu voorbereid op een langzame renteverhoging. Kortom, de economie is er klaar voor en de markten zijn er klaar voor. Dus Janet, verhoog die beleidsrente op de volgende Fed-vergadering van 17 september.
Hoe langer de Fed wacht, hoe groter ook de nevenschade van een nulrentebeleid. Het risico van zeepbellen op de financiële markten neemt toe, en het zou niet de eerste keer zijn dat de Fed een zeepbel blaast door de beleidsrente te lang te laag te houden. Denk aan de aandelenzeepbel in de jaren negentig en de huizenzeepbel in het voorbije decennium. Of hoe de centrale bankiers de implosie van de ene zeepbel opvingen door een nieuwe zeepbel te blazen. Het is een straatje zonder einde. Daarnaast biedt een soepel monetair beleid beleidsmakers de ruimte om moeilijke maar noodzakelijke hervormingen uit te stellen. Lage rentevoeten houden ook zombiebedrijven in leven, wat een gezond proces van creatieve destructie blokkeert. Kortom, zeven jaar na financiële crisis is de tijd aangebroken om een poging te wagen om het monetaire beleid langzaam te normaliseren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier