Bedrijven kunnen kiezen uit drie strategieën om importheffingen te trotseren

Luxebedrijven hebben hun hogere kosten kunnen doorrekenen. © REUTERS
Guy Scriven redacteur technologie van The Economist in San Francisco

Bedrijven zullen moeite hebben om de chaos rond de importheffingen bij te houden.

In 2025 daalde er een sluier van onzekerheid neer over het bedrijfsleven als gevolg van de invoerheffingen van president Donald Trump. Het grootste deel van het jaar hielden bedrijven die actief zijn in Amerika een afwachtende houding aan, in de hoop dat het nieuwe belastingklimaat lang genoeg stabiel zou blijven om een plan te kunnen maken. Dat geluk hadden ze niet. In 2026 zullen meer bedrijven moeten beslissen hoe ze verder willen gaan in deze onzekere situatie. Drie strategieën vallen op: prijsstijgingen doorrekenen aan klanten, elders kosten besparen en toeleveringsketens herzien.

De bedrijven die het best in staat zijn de hogere kosten door te rekenen, zijn bedrijven met marktmacht, sterke merken of een enorme schaalgrootte. Giganten als Walmart en Target, en leveranciers van luxeartikelen, zoals Hermès en Ferrari, hebben dat dan ook gedaan. Bedrijven in concurrerende sectoren, zoals kleine supermarkten, zullen daarentegen een deel van de kosten moeten opvangen. Uit een enquête van de Federal Reserve Bank of New York bleek dat ongeveer de helft van de lokale productiebedrijven de prijzen van door invoerheffingen getroffen goederen had verhoogd.

Door de chaos zijn sommige bedrijven op zoek naar alternatieven voor de Amerikaanse markt.

Vandaar de tweede strategie: bezuinigen. In de eerste helft van 2025 nam het aantal fusies en overnames onder farmaceutische bedrijven, detailhandelsbedrijven en autofabrikanten af, aldus PwC. Ook is er minder personeel aangenomen. Grote technologiebedrijven, zoals Amazon en Microsoft, hebben hun personeelsbestand uitgedund, deels omdat ze denken dat werknemers kunnen worden vervangen door artificiële intelligentie (AI). Volgens cijfers van de dataleverancier S&P Global hebben twee op drie bedrijven in zijn wereldwijde aandelenindex in het jaar tot juli hun personeelsbestand ingekrompen.

Als gevolg daarvan houden bedrijven meer cash aan om zichzelf manoeuvreerruimte te geven. Berkshire Hathaway heeft zijn kaspositie sinds eind 2023 ongeveer verdubbeld tot 340 miljard dollar. Niet-financiële bedrijven in dezelfde S&P-index hebben hun kaspositie in de twaalf maanden tot juli 2025 met 6 procent vergroot.

Weg uit China

Uit een onderzoek van het adviesbureau Kearney blijkt dat 28 procent van de bedrijven hun toeleveringsketens tegen 2030 willen herstructureren, zodat goederen die in een bepaalde regio worden verkocht, ook grotendeels daar worden geproduceerd. Veel bedrijven zijn daar al mee bezig of voeren daarover gesprekken. Veel bedrijven beloven ook te investeren in het herstel van de Amerikaanse productiebasis, in een poging Trump tevreden te stellen en een vrijstelling van de invoerheffingen te krijgen. Techreuzen en farmaceutische giganten zijn goed voor de grootste tien toezeggingen. Apple heeft 600 miljard dollar aangekondigd, Nvidia 500 miljard dollar.

Tot nu hebben de beloftes weinig effect gehad. De Amerikaanse investeringen in fabrieken, die onder president Joe Biden sterk waren gestegen, daalden in de twaalf maanden tot juli 2025 met 5 procent. Ook de werkgelegenheid in de productiesector daalt.

Veel Amerikaanse bedrijven hebben hun productie versneld uit China weggehaald. Enrique Lores, de CEO van HP, zei in mei dat alle producten van zijn bedrijf die in Amerika worden verkocht binnenkort buiten China zullen worden gemaakt. Apple wil tegen het einde van 2026 het grootste deel van de productie van iPhones voor de Amerikaanse markt van China naar India verplaatsen. De invoerrechten op Indiase export naar Amerika kunnen echter hoger zijn dan die op Chinese goederen.

Door de chaos zijn sommige bedrijven op zoek gegaan naar alternatieven voor de Amerikaanse markt. Temu en Shein, twee Chinese e-commercenieuwkomers, richten zich op Europa. NOK, een Japanse leverancier van auto-onderdelen, is van plan meer aan Chinese bedrijven te verkopen. De handelsoorlog kan kansen creëren voor Europese bedrijven, aangezien Chinese ondernemingen minder enthousiast zijn over Amerikaanse goederen. Uit een enquête onder de leden van de Kamer van Koophandel van de Europese Unie in China bleek dat veel bedrijven, hoewel de handelsoorlog hen schade berokkent, ook voordelen zien. Ongeveer 19 procent van de respondenten kreeg meer opdrachten van Chinese en buitenlandse klanten die in China actief zijn vanwege de invoerheffingen. 36 procent zei dat ze nog geen voordeel hadden ondervonden, maar dat wel verwachtten.
Ondertussen blijkt uit gegevens van de ngo OpenSecrets dat de uitgaven voor lobbyactiviteiten in Amerika in de eerste helft van 2025 met 12 procent zijn gestegen tegenover dezelfde periode in 2024. Bristol Myers Squibb en Eli Lilly, twee farmareuzen, zijn op weg om in 2025 twee keer zoveel uit te geven aan lobbyen als in 2024. Dat geldt ook voor andere bedrijven die door invoerheffingen worden getroffen, zoals Nvidia. Terwijl velen zich zorgen maken over 2026, wrijven lobbyisten zich in de handen.

Lees ook: ‘Europa moet kiezen tussen handel en industrie’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise