De subsidies en investeringssteun aan bedrijven in België bedroegen in 2024 ongeveer 25 miljard euro. Dat blijkt maandag uit een analyse van de Nationale Bank. Daarmee vertegenwoordigen dergelijke subsidies 4 procent van het Belgisch bruto binnenlands product (bbp).
Twee derde van de subsidies zijn loonsubsidies om de hoge belastingdruk op arbeid te compenseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de gedeeltelijke niet-doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, zoals voor nacht- en ploegenarbeid, gerichte socialezekerheidsbijdrageverminderingen voor bepaalde doelgroepen, zoals voor eerste aanwervingen, en subsidies aan dienstenchequebedrijven. De Nationale Bank wijst er echter op dat empirisch onderzoek “gemengde resultaten” oplevert omtrent de effectiviteit en efficiëntie van dergelijke subsidies.
Daarnaast zijn er ook subsidies aan overheidsbedrijven, zoals de NMBS, subsidies voor milieubescherming en subsidies voor onderzoek en ontwikkeling.
Hoger dan buurlanden
De overheidssubsidies aan bedrijven liggen 1,5 procent hoger dan in de ons omringende buurlanden en ook hoger dan het gemiddelde in de eurozone. Die hogere subsidies dienen vooral om het concurrentievermogen te versterken. Als loonsubsidies in rekening worden genomen, dan is de nettobelastingdruk op arbeid in België lager dan in Frankrijk en vergelijkbaar met die in Duitsland.
De overheidsuitgaven zijn sinds 2000 met 9,5 procent van het bbp gestegen. Subsidies en investeringssteun aan bedrijven zijn verantwoordelijk voor 1,5 procent van die stijging.
In het kader van de begrotingsbesprekingen wijst de Nationale Bank er dan ook op dat het subsidiebeleid “kritisch” tegen het licht gehouden moet worden.