Bayer Benelux-topman Werner De Prins zwaait af: ‘De farmasector gaat niet plots stuk, maar takelt af’

WERNER DE PRINS "Ik ben ervan overtuigd dat Bayer uit het glyfosaatdal aan het kruipen is." © Koen Bauters
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Werner De Prins zwaait weldra af als topman voor de Benelux van het door glyfosaat getroebleerde Duitse concern Bayer. Dat het afscheid hem zwaar zal vallen, steekt de Mechelse workaholic niet weg. Evenmin verhult hij dat de relatie van farma met de overheid erodeert.

Eind juli sluit Werner De Prins zijn professionele leven af en wordt hij als Benelux-baas van Bayer opgevolgd door de voorlopig nog onbekende Gentenaar Niels Hessmann. “Naarmate de datum nadert, word ik geconfronteerd met heel veel dingen die ik zal moeten opgeven”, geeft De Prins toe. Bijna een kwarteeuw zal hij aan de slag geweest zijn voor het eens zo trotse Bayer, dat in die jaren zijn chemische activiteiten via een beursgang van eerst Lanxess en later Covestro van de hand deed, maar zich verslikte in de in 2018 afgeronde overname van de Amerikaanse landbouwreus Monsanto, de producent van de inmiddels beruchte onkruidverdelger Roundup.

Hoe hebt u Bayer zien evolueren?

WERNER DE PRINS. “Met pieken en dalen. Bayer stond twee decennia geleden vooral bekend als een chemiebedrijf. En kijk nu. De groep kende een onwaarschijnlijke transformatie door activiteiten af te stoten en aan te kopen, en is nu een lifesciencesbedrijf dat focust op landbouw, voeding en gezondheid.”

Bayer heeft sinds juni vorig jaar een nieuwe CEO, de Texaan Bill Anderson. Hij had eerder topposities bij Biogen, Genentech en Roche, en is dus een volbloed biofarma-man. En dat terwijl het via Monsanto verworven Roundup, met als hoofdbestanddeel het door velen verguisde glyfosaat, Bayers voornaamste kopzorg is?

DE PRINS. “Bill, die ik al meermaals heb gesproken, heeft uitdrukkelijk gezegd dat hij het aanbod om CEO te worden heeft aanvaard, net omdat het zo’n grote uitdaging is. Hij heeft guts, hij moet het hebben van uitdagingen. Of hij net op tijd is gekomen? Het was één voor twaalf. We zitten met een forse schuld van 37,5 miljard euro, en er is het hele gebeuren rond glyfosaat. Ook de pijplijn van potentiële medicijnen baarde zorgen. En last but not least is er de problematische interne bureaucratie, een overregulering die ons aan het wurgen was. Alles werd vastgelegd in regeltjes en niemand nam nog verantwoordelijkheid. Het maake de hele organisatie onwaarschijnlijk log.

“Dat zijn de vier assen waarop Anderson werkt. Wat betreft de schulden geloof ik dat de hemel relatief snel zal opklaren. Op alle niveaus wordt veel aandacht geschonken aan werkkapitaal. We denken de schuld in minder dan een jaar met 4 à 5 miljard euro te kunnen doen dalen.

“De geneesmiddelenpijplijn wordt gerestaureerd. Er is almaar beter nieuws voor onze activiteiten in cel- en gentherapie, met onder meer zeer gunstige data voor een product tegen parkinson. We gaan er ook voor zorgen dat de bureaucratie in de organisatie maximaal wordt afgebouwd. We werken aan het zogenaamde dynamische shared ownership. Dat betekent mensen meer verantwoordelijkheid geven, en de regelgeving in de organisatie eenvoudiger maken. Maar dan is er nog glyfosaat. Er zijn nog tienduizenden gebruikers van Roundup in de Verenigde Staten die op aansturen van advocaten al dan niet via massaschadeclaims een schadevergoeding vragen. Anderson probeert het aantal schadedossiers snel terug te dringen.”

Zag u aankomen dat de overname van Monsanto een blunder zou blijken te zijn?

DE PRINS. “Ik zou niet zeggen dat het een blunder is. Dat is juist het ambigue van het hele Monsanto-verhaal. Puur operationeel klopt het plaatje. Maar dan kwamen de processen, de schadeclaims. Die hebben Bayer al miljarden gekost. Als je puur financieel het rekensommetje maakt, was het een zeer slechte overname. Maar er is dus ook het strategische verhaal. Bayer was vrijwel uitsluitend actief in gewasbescherming. Monsanto heeft de zadenbusiness en digitale landbouwtechnieken aan onze portfolio toegevoegd. Daarom was de overname strategisch zinvol, en is ze dat nog altijd.”

‘Puur financieel was Monsanto een zeer slechte overname. Maar strategisch was ze zinvol’

U hebt de gouden jaren meegemaakt. Het aandeel stond ooit boven 130 euro, nu nog rond 30 euro.

DE PRINS. “Ik denk echt dat we op de bodem zitten. Aandeelhouders dachten dat Anderson zou aankondigen een of andere activiteit te verkopen om de schulden te verlichten. Die boodschap gaf hij niet, en toch daalde het aandeel niet verder. Voor mij is dat een duidelijk signaal van hoop. We zullen het vertrouwen herstellen. Elk bedrijf in onze sector is cyclisch. Toen ik hier bijna een kwarteeuw geleden startte, stond het aandeel op 12 euro. Dat was het gevolg van de heisa rond Lipobay, een cholesterolremmer die we van de markt moesten halen (nadat het middel in verband werd gebracht met de dood van tientallen mensen, nvdr). Maar Marijn Dekkers (de Nederlands-Amerikaanse CEO van Bayer van 2010 tot 2016, nvdr) stuurde het aandeel dankzij de juiste overnames richting 130 euro. We hebben dit dus al eens meegemaakt en zijn er toen ook uitgeraakt.”

Sommigen voorspellen nochtans dat Bayer dreigt te bezwijken onder de glyfosaatmiserie.

DE PRINS. “Het doet pijn om dat te lezen. Het is natuurlijk gemakkelijk om een gewond dier nog meer te verwonden. Maar ik ben ervan overtuigd dat Bayer uit dat dal aan het kruipen is.”

Glyfosaat blijft wel als een molensteen om de hals van Bayer hangen, zeker omdat Europa het gebruik ervan in november met tien jaar heeft verlengd.

DE PRINS. “Bayer is bij het boekenonderzoek van Monsanto uiteraard niet over één nacht ijs gegaan. Dat is allemaal van a tot z uitgekiend. Die processen zijn dan ook ingeslagen als een bom. Niemand hier had dat verwacht. En dan bedoel ik niet enkel het grote aantal zaken, maar ook de vonnissen van sommige rechters in ons nadeel. We winnen ook heel veel zaken, maar dat komt niet in de krant.

“We hebben ook geprobeerd via de Amerikaanse regering alle claims te laten bundelen in een massaclaim, zodat we alle zaken eens en voor altijd in één ruk konden regelen. Dat werd helaas niet aanvaard. Intussen blijven we nog altijd overtuigd van Roundup. Dat hebben de autoriteiten in Europa ook duidelijk aangegeven met de verlenging van de vergunning voor het gebruik van glyfosaat. Maar ik geef toe dat dit allemaal niet goed is voor het imago van Bayer.”

Waarom wordt de productie van glyfosaat niet gewoon stopgezet?

DE PRINS. “Daarover is nagedacht. Maar uiteindelijk werd besloten, na het contacteren van alle betrokken partijen, om dat niet te doen. Glyfosaat schrappen zou dramatische gevolgen hebben voor de productie van voeding. De beslissing om te verlengen is gebaseerd op twee dingen. Enerzijds is er geen alternatief en anderzijds zijn experts die werden aangesteld door de Europese autoriteiten tot de conclusie gekomen dat het gaat over een effectief en veilig product, als het correct wordt gebruikt.”

Wordt binnen Bayer soms geopperd dat het beter de kunststoffentak Covestro had behouden, dat de vroegere CEO Werner Baumann dus de verkeerde keuze heeft gemaakt?

DE PRINS. “Ik denk het niet. Baumann heeft een visie en een strategie ontwikkeld die was gebaseerd op de grote trends voor een almaar groeiende wereldbevolking. Het wordt steeds moeilijker voedsel te produceren voor iedereen, en omdat mensen ouder worden, moeten ze langer blijven werken en gezond blijven. Daar mee voor zorgen was ook voor mij altijd de grote drijfveer. Als ik ’s morgens voor de spiegel sta, zeg ik altijd tegen mezelf dat ik iets wil bijdragen aan de maatschappij.”

U leidt sinds 2012 de farma-activiteiten van Bayer in de Benelux. Voor België waren in die periode achtereenvolgens Laurette Onkelinkx (PS), Maggie De Block (Open Vld) en Frank Vandenbroucke (Vooruit) de voogdijministers voor farma. Hoe hebt u hen ervaren?

DE PRINS. “Ik heb de verkilling zien toenemen tussen het ministerie van Sociale Zaken en de farma-industrie. De luisterbereidheid van het kabinet is afgenomen. ik weet dat Frank Vandenbroucke zeer integer en zeer intelligent is, maar dit is een heel spijtige evolutie. Op papier wordt zogezegd nog naar elkaar geluisterd en zijn er onderhandelingsmogelijkheden, maar in de praktijk worden beslissingen opgedrongen en that’s it. Ik spreek nu niet alleen voor Bayer, maar voor de hele farmaceutische industrie. Dit is een heel gevaarlijke evolutie. De farmasector gaat niet plots stuk, maar ik zie een gestage aftakeling. Kijk wat is gebeurd bij pakweg Ford Genk, of recenter Van Hool. Ook daar zijn decennia over de terugval gegaan. Ik vrees dat, als op een zeker moment niet om de tafel wordt gezeten met Sociale Zaken en Economische Zaken en er geen open debat is over investeringen, werkgelegenheid en innovatie, dit slecht zal aflopen à la Van Hool of Audi. En dan zullen we zeggen ‘hoe is dat in godsnaam mogelijk?’”

Geef eens een voorbeeld van die aftakeling?

DE PRINS. “Vroeger speelde Europa een heel belangrijke rol in klinische trials. Maar nu hoor ik steeds vaker, ook in onze eigen organisatie, dat de rol van China en de Verenigde Staten in klinische testen veel groter wordt. We zijn ons uit de markt aan het prijzen, ook in België. En de spagaat wordt almaar groter, naarmate de bevolking veroudert. Daardoor stijgt de druk op het budget voor gezondheidszorg, terwijl er meer innovatieve maar dure therapieën komen. De discussie met de overheid worden bijgevolg steeds moeilijker. Vandaar dat het noodzakelijk is snel alle partijen om de tafel te krijgen. De overheid zegt dat ze klaar is voor cel- en gentherapie, maar met alle respect, dat is niet zo.”

‘In klinische testen wordt de rol van China en de Verenigde Staten veel groter. We zijn ons uit de markt aan het prijzen, ook in België’

Tot wat kan dat leiden?

DE PRINS. “De farmasector zal steeds minder investeren in de Belgische markt. Daarmee doel ik dus ook op het houden van klinische studies, wat nu al aan de gang is. Dat zal een impact hebben op innovatie, op ziekenhuizen, op universiteiten, op tewerkstelling, op de hele industrie.”

Zo slecht zal het hier toch niet zijn, want hoewel België al lang bekend staat als een moeilijke markt voor farma, is de sector hier oververtegenwoordigd. Hoe verklaart u dat?

DE PRINS. “Dat valt te rijmen, doodeenvoudig omdat België ook een zeer belangrijk referentieland is, een kwaliteitsmerk. Vandaar dat heel veel bedrijven, ondanks de complexiteit in de onderhandelingen over goedkeuringen en terugbetalingen, er toch alles proberen aan te doen op deze markt te blijven. Maar terzelfdertijd ben ik ervan overtuigd dat bepaalde innovaties niet meer op de Belgische markt komen. En patiënten zijn tegenwoordig onwaarschijnlijk goed geïnformeerd, die gaan dat niet accepteren. Dat zal druk zetten op de overheid, op de minister van Sociale Zaken.”

Hoe verklaart u die verkilling met het kabinet?

DE PRINS. “Er wordt te weinig met elkaar gesproken. De farmaindustrie is nochtans verdomd belangrijk en noodzakelijk voor België. Het is een belangrijke werkgever, draagt flink bij aan het bbp en is ook belangrijk voor onze luchthavens. Ik begrijp dat Sociale Zaken budgettair rekening moet houden met de demografie. Farma is dan natuurlijk een zeer gemakkelijk doelwit.”

Farma heeft ook geen al te best imago. Alleen tijdens de pandemie werd de sector even opgehemeld, maar het kantelde al snel.

DE PRINS. “Wij voeren zelf ook reputatiestudies uit en het is onwaarschijnlijk. De reputatie van farma werd inderdaad zeer positief in de covid-periode. Iedereen zag het belang en de noodzaak van de sector in. Dat heeft een jaar, anderhalf jaar geduurd, en dan ging het weer de dieperik in.”

Ziet u een remedie voor die verstarde verstandhouding met de overheid?

DE PRINS. “Er moet een netwerk gecreëerd worden van alle betrokken groepen, dus ook patiënten, artsen en apothekers. Die moeten een strategisch plan opstellen, waarna ze allemaal als volwaardige, stemgerechtigde partners om de tafel gaan zitten. Als farma nu om tafel mag komen zitten, moet het meestal zijn mond houden. Ook de stem van de patiënten moet luider kunnen klinken. En waarom geen neutraal organisme of een consultant als pakweg Deloitte, PwC of KPMG dat debat professioneel laten leiden?”

Of uzelf?

DE PRINS. “Frank Vandenbroucke zou voor mij een reden zijn om het aan te pakken (grijnst). Mijn eerste grote uitdaging zou zijn hem op te zoeken en te proberen een open, constructief gesprek te hebben. Als intelligente mensen eerlijk en recht voor de raap met elkaar spreken, kan het toch niet anders dan dat oplossingen worden gevonden?”

U kunt het met hem dan meteen hebben over de geheime farmadeals, waarover onlangs nogal wat heisa was?

DE PRINS. “Dat zijn weloverwogen contracten, met daarin zogenaamde sociale prijzen voor een medicijn. Dat zijn lagere prijzen dan de officiële prijzen die vermeld worden op de verpakking.

“Overigens, zulke zogeheten geheime deals tonen aan dat er gelukkig nog innovatie in het land komt. Het zou veel erger zijn als er geen deals meer zouden zijn.”

‘De reputatie van farma werd zeer positief in de covid-periode. Dat heeft een jaar, anderhalf jaar geduurd, en dan ging het weer de dieperik in’


Waar ziet u Bayer staan over tien jaar?

DE PRINS. “Dan zullen we veel verder staan in cel- en gentherapie, en hebben we waarschijnlijk in gewasbescherming een waardevolle opvolger van glyfosaat. Of glyfosaat vervolgens zal worden uitgefaseerd, is nog niet geweten. Digitale landbouw zal dan ook veel uitgebreider zijn, en noodzakelijk zijn om het gebruik van insecticiden en herbiciden tot een absoluut minimum te beperken. Vroeger werd te pas en te onpas gespoten op gewassen, nu kan dat zeer doelgericht. Dat is geen sciencefiction.”

Binnenkort zwaait u af. Bent u er wel klaar voor, want naar verluidt bent u continu aan het werk en onderschat u hoe zwaar het afscheid zal wegen?

DE PRINS. “Ik zal tot de laatste dag onwaarschijnlijk geëngageerd zijn. Dat moeten opgeven, wordt eerlijk gezegd confronterend. Ik zit inderdaad met heel gemengde gevoelens over dat afscheid. Ik ga heel veel missen, zeker ook de mensen. Misschien speelt daar ook een vorm van ijdelheid, want je hebt een zekere status, die van de ene op de andere dag zal verdwijnen.”

Het zwarte gat dreigt niet?

DE PRINS. “Ik heb altijd heel weinig tijd gehad voor mijn hobby’s, jagen en duivenmelken. Nu zal ik mijn labradors kunnen trainen als jachthonden. Maar naast het fysieke wil ik ook geestelijk één à twee dagen per week actief zijn, in een raad van bestuur of een adviesraad. Ik denk daarbij aan een ziekenhuis of kleine biotech. Ik mag zeggen dat ik ervaring heb in het integreren of afstoten van activiteiten. Ik zou dus kunnen bijdragen tot het opzetten van een nieuwe organisatie of een nieuw bedrijf. Voorts heb ik nog een hele resem ongelezen geschiedenisboeken op het schap staan, en zal ik meer aandacht besteden aan mijn echtgenote (lacht).”

Bio

1959: geboren in Mechelen

1985: master farmacie KU Leuven; 1992: MBA Uantwerpen

1986: start in farmasector bij Upjohn als medisch vertegenwoordiger

2000: start bij Bayer België als salesmanager

2004: internationale functies voor Bayer in Turkije, Frankrijk, Duitsland en China

2012: algemeen directeur Bayer HealthCare Benelux

2019: senior Bayer representative Bayer Benelux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content