Amerikaanse inflatie: weer een veldslag gewonnen, maar nog niet de oorlog
De Amerikaanse inflatie is in juli minder gestegen dan verwacht. Bovendien neemt de onderliggende inflatiedruk verder af, wat de kans verhoogt dat de Amerikaanse centrale bank (de Fed) klaar is met renteverhogingen.
De Amerikaanse inflatie klokte in juli af op 3,2 procent, tegenover nog 3 procent in juni. Die stijging van de inflatie lijkt slecht nieuws. Hoorde de inflatie niet verder te dalen, zoals ze dat de voorbije maanden deed?
Toch is deze opflakkering van de inflatie niet verontrustend. De stijging is vooral te wijten aan een forse daling van de inflatie in juli vorig jaar, wat de vergelijkingsbasis moeilijk maakt. De stijging tot 3,2 procent was daarom ingecalculeerd en niet zorgwekkend. Economen hadden zelfs een inflatiecijfer van 3,3 procent verwacht.
Maand op maand stegen de consumptieprijzen met 0,2 procent in juli. Dat is evenveel als in juni en bevestigt dat het ergste van de inflatiegolf achter de rug ligt.
Onderliggende inflatiedruk neemt af
Ook de evolutie van de Amerikaanse kerninflatie bevestigt dat de inflatiedruk verder afneemt. Die kerninflatie, die geen rekening houdt met de energie- en voedingsprijzen, bedroeg in juli 4,7 procent, tegenover nog 4,8 procent in juni. Dat is ook beter dan verwacht, want analisten hielden rekening met een stabiele kerninflatie. In september vorig jaar piekte de kerninflatie nog op 6,6 procent. De dalende trend zou de volgende maanden moeten doorzetten onder impuls van lagere prijzen voor goederen en minder snel stijgende huurprijzen.
De Amerikaanse centrale bank (Fed) houdt vooral deze evolutie van de kerninflatie in de gaten bij de uitstippeling van het geldbeleid. Er ligt nog werk op de plank om terug te keren naar de inflatiedoelstelling van 2 procent, maar dit doel lijkt haalbaar zonder verdere renteverhogingen.
In amper een jaar tijd heeft de Fed de beleidsrente verhoogd tot 5,25 à 5,5 procent, wat het hoogste peil is in 22 jaar. Voorzitter Jerome Powell sluit een verdere renteverhoging in september nog niet uit, maar de meevallende inflatiecijfers vergroten de kans dat de piek in de rentecyclus bereikt is.
Kansen op zachte landing nemen toe
De Fed heeft dus een aantal veldslagen gewonnen tegen de inflatie, maar de oorlog is nog niet voorbij. De Amerikaanse economie houdt zich opvallend kranig. De aanhoudend lage werkloosheid en de krapte op de arbeidsmarkt voeden loonstijgingen die vooral in de arbeidsintensieve dienstensector de inflatie in de lucht houden. De uurloonkosten stegen in juli nog met 4,3 procent op jaarbasis, zonder een verzwakking te tonen. De lonen stegen de voorbije twaalf maanden met 4,7 procent. In de dienstensector bedroeg de inflatie in juli nog altijd 6,1 procent. Deze inflatie is ook plakkerig.
Een terugkeer naar prijsstabiliteit vraagt dus een afkoeling van de economie en de arbeidsmarkt die de weg vrijmaakt voor een tragere toenamen van de lonen. De recentste data wijzen op die afkoeling. In juli werden minder banen gecreëerd dan verwacht. Ook de jobcreatie in mei en juni werd neerwaarts herzien.
Het restrictieve beleid van de Fed blijft dus niet zonder resultaat. Het blijft echter afwachten in welke mate de economie moet afkoelen om de inflatie te kunnen verslaan. De kansen op een zachte landing, waarbij geen recessie nodig is om terug te keren naar prijsstabiliteit, zijn toegenomen. Jerome Powell zei vorige maand dat de studiedienst van de Fed geen recessie meer incalculeert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier