Daan Killemaes
‘Als QE nu niet werkt, zal het nooit werken’
De bedrijven zitten klaar in de startblokken, en QE (quantitative easing) is het mogelijke startschot. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.
Timing is everything, ook in het monetaire beleid. In vergelijking met de Amerikaanse, de Britse en de Japanse centrale bank heeft de Europese Centrale Bank (ECB) heel lang gedraald om haar heil te zoeken in een onvervalst beleid van geldverruiming (QE). Maar de start van QE komt op een ideaal moment. Als de Europese QE in deze omstandigheden geen resultaat oplevert, zal het nooit resultaat opleveren.
De sleutelvariabele in het succes van QE wordt de kredietverlening van de banken aan de Europese bedrijven. De ECB kan zo veel overheidsobligaties kopen als ze wil, als dat geld via de banken weer op de rekening van de ECB belandt, haalt het allemaal niet veel uit. Om de inflatie wat op te poken en de economie vooruit te branden, moet het verse geld zijn weg vinden naar de echte economie, in de eerste plaats via nieuwe kredieten aan het Europese bedrijfsleven. Door de totale afwezigheid van nieuwe bedrijfsinvesteringen is de Europese conjunctuur de voorbije jaren niet verder geraakt dan een aantal valse starts.
De signalen aan dat front zijn de voorbije maanden bemoedigend. De bedrijven merken op dat de kredietvoorwaarden van de banken soepeler worden en – minstens even belangrijk – de banken stellen vast dat de vraag naar krediet zich in het eurogebied langzaamaan herstelt. Het heeft geen zin dat de rentevoeten dalen en dat de banken vlotter krediet toestaan, als niemand geïnteresseerd is in die leningen. Daar lijkt nu verandering in te komen door een samenloop van conjuncturele en structurele factoren.
‘Als QE nu niet werkt, zal het nooit werken’
Structureel is de schuldgraad van de bedrijven in het eurogebied over het algemeen relatief gezond te noemen. Dat betekent dat de meeste bedrijven perfect in staat zijn nieuwe schulden aan te gaan om investeringen te financieren. Daarnaast is ook de benuttingsgraad van de bestaande productiecapaciteit tot gemiddelde niveaus gestegen. Dat impliceert dat bij een conjuncturele opleving – en dus bij een herstel van de vraag – de bedrijven vrij snel zullen overgaan tot uitbreidingsinvesteringen.
Die conjuncturele opleving mag intussen worden aangevinkt. Het expansieve monetaire beleid van de ECB geeft een extra zetje via de intussen vrij indrukwekkende verzwakking van de euro, nog lagere rentevoeten en stijgende beurskoersen. Daarnaast is er de bonus van de gedaalde olieprijzen en is het fiscale beleid in Europa niet langer restrictief te noemen. Bovendien plukt een aantal landen, zoals Spanje en Ierland, de vruchten van zijn hervormingen van de voorbije jaren.
De Europese economie wint dus momentum. De start van QE komt op een ideaal moment om het vliegwiel verder aan te zwengelen. Als bedrijven er bovendien van overtuigd raken dat de ECB de inflatie in de buurt van 2 procent kan verankeren, verdwijnt ook de deflatiedreiging als geldige reden om niet te moeten investeren. Kortom, de bedrijven zitten klaar in de startblokken, en QE is het mogelijke startschot. Als dit opnieuw een valse start oplevert, is de Europese economie te ziek om door QE alleen te worden genezen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier