Wim Verhoeven
‘Als het goed is, mag dat gezegd worden. Of niet?’
‘De nuance moet terugkeren. De vraag is of onze twittermaatschappij daar nog toe in staat is’, zegt Trends-hoofdredacteur Wim Verhoeven.
Een goede week geleden heb ik mijn eerste prik gekregen. Onverwacht snel was dat, en eigenlijk kan dat beter. De volgorde waarin mensen opgeroepen worden, heeft iets ondoorzichtigs. Wie geduld moet oefenen, wordt daar achterdochtig van. “Nu al? Mijn buren zijn ouder dan jij en zij hebben nog niks gehoord. Er zal wel weer geknoeid of geblunderd zijn…” De waarheid is dat deze campagne nauwelijks beter kan. Nu de trein op gang is gekomen, lopen de vaccinaties vlot, professioneel en gedisciplineerd. De uitnodigingsmail en de daaropvolgende brief waren helder en duidelijk. Over de vaccinatie zelf valt werkelijk niks verkeerd te zeggen. Een goed bereikbaar en luchtig vaccinnatiecentrum, veel vrijwilligers. Die mensen kennen hun rol zeer goed. Ze zijn vriendelijk en leggen alles begrijpelijk uit. Je zou bijna zeggen: on-Belgisch.
Als het goed is, mag dat gezegd worden. Of niet?
Waarom vertel ik dit? Omdat het eens gezegd mag worden. We hebben de neiging steeds vaker, steeds sneller en steeds heftiger met elkaar in discussie te gaan over alles en nog wat. Als je de sociale media en sommige commentatoren mag geloven, werd onze vrijheid op een onverantwoorde manier afgepakt, maar zijn er tegelijkertijd veel te veel mensen gestorven. De overheid trad dictatoriaal op, maar de derde golf is wel haar schuld. De steunmaatregelen zijn onbezonnen en ontoereikend tegelijk. De waarheid is dat we de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog vrij goed hebben doorstaan. De economie en de gezondheidszorg zijn nooit ingestort en we krijgen uitzicht op een periode van groei en hernieuwd consumentenvertrouwen. Ja, er zijn winnaars en verliezers. Veel van die verliezers – maar lang niet allemaal – kunnen daar weinig aan doen. Het is hen domweg overkomen. Er zullen faillissementen zijn. Maar vergeet niet dat het aantal faillissementen het jongste anderhalf jaar fors is teruggevallen. Pas over een goed jaar zullen we de impact van corona en de regeringsmaatregelen op het economische weefsel echt kunnen inschatten.
Op afstand bekeken lijkt het alsof de politieke en economische beleidsmakers lessen hebben getrokken uit de financiële crisis en de eurocrisis. Toen volgden begrotingsdiscipline en soberheid. Herinner u de Europese strafexpedities naar Griekenland. Veel middenklassers en kwetsbare burgers voelden zich het kind van de rekening. Voeg daar een vluchtelingencrisis en de angst voor de economische impact van de klimaatverandering aan toe, en de hakken gingen in het zand. Sindsdien zien we bij zowat elke verkiezing in Europa of de Verenigde Staten een bittere volkswoede.
Anders dan tien jaar geleden pompen de politieke en economische beleidsmakers bijzonder veel geld in de economie. De massale steunmaatregelen en de beloofde investeringsgolf zijn een economisch en maatschappelijk experiment. Toch lijkt dat nauwelijks een rem te zetten op de verzuring. Er zijn er die gewapend de kazerne uitrennen, vijand van de natie worden en daar tegelijk sympathie voor oogsten. Ondertussen zijn er ook die een mediabedrijf bedreigen. Eén op de drie Vlamingen geeft in de jongste VRT-peiling aan extreem te zullen stemmen. En het azijnzuur druipt van de sociale media, waar je bijna bezwijkt onder de gesponsorde politieke boodschappen. Alsof er morgen alweer verkiezingen zijn.
Of het economische experiment lukt, valt af te wachten. Maar het maatschappelijke experiment raakt nog geen grond. Te veel mensen zitten in hun loopgraven. Wie niet woke is, is een racist. Wie een dividend int, is een schaamteloze kapitalist. Wie de vaccinatiecampagne best oké vindt, zal wel een vazal van het regime zijn. Miljarden investeren zal niet volstaan. De nuance moet terugkeren. Begrip voor andermans standpunt. Ook bij ons, de media. De vraag is of onze twittermaatschappij daar nog toe in staat is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier