Vrije Tribune
‘Alleen het cafetariaprincipe kan Europa nog redden’
Volgens Ingo Mainert, chief investment officer Multi Asset Europe bij Allianz Global Investors, heeft Europa zich vergaloppeerd door op elke crisis te reageren met ‘meer Europa’.
Europa heeft zich vergaloppeerd door op elke crisis te reageren met ‘meer Europa’. Vandaag zijn de problemen zo groot dat dat antwoord fataal zou zijn. Meer diversiteit in plaats van meer integratie moet de boodschap zijn als we Europa nog willen redden. Dat zegt Ingo Mainert, chief investment officer Multi Asset Europe bij het Duitse Allianz Global Investors, een van de grootste investeerders van Europa.
Hoe paradoxaal het ook mag klinken: in het verleden heeft de EU bij tegenvallers in het integratieproces steevast haar heil gezocht in een verdere verdieping van de integratie – ‘meer Europa’ als antwoord op de problemen. En dat ging lange tijd niet eens zo slecht. Maar de schuldencrisis in heel wat lidstaten, de permanente brandhaard die Griekenland heet, en nu de brexit-beslissing, tonen aan dat Europa zich vergaloppeerd heeft bij die vlucht naar voren. De bevolking lijkt minder dan ooit bereid te zijn aan te sluiten bij dit Europese tempo van verdere integratie.
Kiezerswraak
Misschien is dit de wraak voor het feit dat de EU-autoriteiten in het verleden meer en meer taken tegelijkertijd overgenomen hebben, zonder dat daar voldoende legitimatie tegenover stond? De huidige voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, werd in 1999 in Der Spiegel als volgt geciteerd: “We beslissen over iets, zetten dat vervolgens in de kamer en wachten een tijdje af wat er gebeurt. Als er geen grote verontwaardiging of rellen zijn, omdat de meeste mensen geen idee hebben wat er is besloten, doen we verder: stap voor stap, tot er geen weg meer terug is.”
In de loop der jaren is er zo in Europa onder de gedaante van de Europese instellingen een korset van supranationale Ersatzregeringen ontstaan. Dat korset is vandaag uitgegroeid tot een uitdaging voor representatieve democratieën. Want in tegenstelling tot de nationale staten waarvan de invloedssfeer historisch gegroeid en in principe aanvaard is, moeten supranationale instellingen hun doen en laten namelijk bijzonder transparant rechtvaardigen. Alleen dan kunnen ze ontsnappen aan de legitimatieval. Een aantal centrale Europese instellingen, zoals de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, opereren vandaag in de ogen van veel EU-inwoners buiten hun controle als nationale burgers. Of dit terecht of onterecht is, is zelfs niet van belang: de Europese instellingen hebben hier duidelijk werk aan de winkel. Een ‘business as usual’ of ‘nu meer Europa dan ooit’ kan daarom niet (meer). In tegenstelling tot sporadische geluiden vanuit Brussel is dit waarschijnlijk niet het moment voor verdere verdieping van de EU-integratie.
‘Inkrimpen om te groeien’, moet de nieuwe Europese leuze zijn
Cafetaria
Juist wat meer diversiteit zou Europa vandaag goed doen. Gold het diversiteitsprincipe trouwens niet altijd al als een van de fundamentele sterke punten van Europa? In de praktijk zou de invulling van die diversiteit kunnen neerkomen op het zogenaamde caferatiaprincipe: iedereen kiest naar zijn eigen smaak en betaalt daar dan een overeenkomstige prijs voor. Er zijn immers sterke aanwijzingen dat de afzonderlijke landen ieder in verschillende mate wensen te genieten van de Europese vrijheden. Daar komt nog bij dat door het eenrichtingsbeleid dat iedereen richting euro duwde, de EMU vandaag op zich al een heterogene groep is geworden. “Wat economisch fout zit, kan politiek niet correct zijn”, waarschuwde de Frankfurter Allgemeine Zeitung al in de jaren ’90.
‘Inkrimpen om te groeien’, moet dus de nieuwe leuze zijn. Om opnieuw de groeikrachten in Europa te kunnen opwekken, moeten de rond de EMU liggende cirkels EU en het vrijhandelsakkoord EFTA meer gezien worden als een optieruimte, en worden aangevuld met andere alternatieven. Dit zou in de praktijk neerkomen op een Europa van verschillende snelheden. In de EMU-kern tenslotte is het nodig om de regels van de statenunie aan te scherpen en zonder uitzondering na te leven.
Zal dat laatste ook gebeuren? Helaas is dat meer dan twijfelachtig. Aangezien de Europese verkiezingskalender amper ruimte laat om adem te halen, is er een groot gevaar voor aanmodderen en “rijden op zicht”. Temeer daar de Europese bankencrisis zich op dit moment in Italië terug volop aanmeldt.
Ook de Pavlov-reflex van de Europese Centrale Bank, die op elk moment probeert om buiten haar mandaat te handelen, stemt niet optimistisch over de bereidheid om te reflecteren, na te denken en koerscorrecties door te voeren. Het marginale nut van monetair beleid bij negatieve rentes is nochtans duidelijk negatief, zo is gebleken.
Dit alles dreigt verder koren op de molen van de anti-Europese partijen te zijn, zodat de centrifugale krachten in Europa verder worden versterkt. Het valt te vrezen dat de voor oktober geplande referenda in Hongarije en Italië, net als de herhaling van de presidentsverkiezingen in Oostenrijk, dit al zullen aantonen. Bij alle afspraken met de kiezer zal de houding van de burgers ten opzichte van Europa een bepalende rol spelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier