Achter de revoltes in Frankrijk schuilt een verborgen economisch succes
Hoe kan een land dat zo tegen verandering is, zo’n talent voor revolte aan de dag legt en zo’n hoge belastingen heft, toch zoveel goed doen? Frankrijk doet het op veel gebieden beter dan andere Europese landen.
Tot nu toe hebben de Fransen hun land vooral negatief in het nieuws gebracht. Twee keer kwam het tot straatrellen, waardoor een staatsbezoek de mist inging. Het eerste protest, tegen het optrekken van de pensioenleeftijd, toonde de onwil van de Fransen om onder ogen te zien dat het Franse pensioensysteem er financieel niet goed aan toe is. De tweede keer volgden de rellen na de dood van een zeventienjarige, die stierf door een politiekogel. De minderheidsregering van president Emmanuel Macron lijkt zich van crisis naar crisis te slepen.
Maar achter die krantenkoppen schuilt een mysterie: hoe kan een land dat zo tegen verandering is, zo’n talent voor revolte toont en zo’n hoge belastingen heeft, toch zoveel goed doen? Frankrijk doet het de jongste tijd zelfs beter dan andere Europese landen. Sinds 2018 is het Franse bbp twee keer zo snel gegroeid als het Duitse. Hoewel de toename bescheiden was, bleef Frankrijk ook het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje voor.
Verbazend vitaal
Frankrijk blijkt verbazend vitaal in vergelijking met zijn grootste vier Europese buren. Dat heeft het land deels te danken aan historische beslissingen. Zo heeft Frankrijk sinds de jaren tachtig een (groen) hogesnelheidsspoornetwerk dat niet alleen de Verenigde Staten, maar ook de grote Europese landen het nakijken geeft. Frankrijk is in Europa bovendien een van de beste leerlingen op het gebied van koolstofemissie door zijn elektriciteitsproductie. Dat dankt het land niet aan zijn inspanningen op het gebied van hernieuwbare energie, maar vooral aan zijn kerncentrales, waarvoor het in de jaren zeventig heeft gekozen. Hoewel vorig jaar 56 reactoren onderhoud nodig hadden, haalt Frankrijk nog altijd 66 procent van zijn elektriciteit uit kernenergie. De bouw van zes reactoren van de nieuwe generatie is gepland.
Ook recentere beslissingen dragen bij tot het succes van Frankrijk. In de wereldwijde top honderd van bedrijven met de grootste marktwaarde staan meer ondernemingen uit Frankrijk dan uit eender welk ander Europees land. Vooral de Franse luxereuzen hebben hun winstgevendheid en omvang explosief zien groeien in het afgelopen decennium. De Franse luxemerken waren in 2022 winstgevender dan de Amerikaanse techondernemingen. De top drie van grootste luxeconcerns in de wereld bestaat uit drie Franse groepen: LVMH, Hermès en Dior.
Het Franse MIT
Maar de Franse economie heeft wel meer te bieden dan met de hand gestikte handtassen. Ze herbergt met BNP Paribas ook de grootste bank in de eurozone. Tussen 2017 en 2022 steeg het Franse aandeel in de internationale wapenexport naar 11 procent. Vorig jaar registreerde Frankrijk meer patenten dan het gemiddelde van zijn buurlanden en bijna twee keer zoveel als het Verenigd Koninkrijk. Op een bosrijk plateau ten zuiden van Parijs pompt de regering miljarden in een innovatiecluster rond Saclay. Het moet ‘het Franse MIT’ worden.
Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn nog beter vertegenwoordigd in de Europese top honderd van unicorns, niet-beursgenoteerde bedrijven met een marktwaarde van meer dan 1 miljard dollar, maar de start-upscene van Parijs laat zich niet onbetuigd. Pioniers als Xavier Niel zijn intussen gevestigde waarden geworden. In 2019 beloofde president Macron dat Frankrijk 25 techunicorns zal tellen tegen 2025. Dat cijfer haalde Frankrijk vorig jaar al. “Afgestudeerden van businessscholen verkozen vroeger de zekerheid van de grote concerns”, zegt Frédéric Mazzella, de CEO van het Franse taxiplatform en unicorn BlaBlaCar. “Nu is het cool een techondernemer te zijn.”
Battery Valley
Hoe kunnen we die stille Franse prestaties verklaren? Een recente reden is de mondiale opleving van het staatsinterventionisme, dat zelfs in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk weer in de mode is. In Frankrijk is het een oude traditie, die teruggaat tot Jean-Baptiste Colbert, de minister van Financiën van Louis XIV, en die weer leven ingeblazen werd na de Tweede Wereldoorlog, onder de naam le Plan. De Europese Unie is tegenwoordig minder streng voor overheidssubsidies, waardoor Frankrijk op dat gebied weer zijn oerinstincten kan volgen.
Neem de vier gigafabrieken die gebouwd worden in ‘Battery Valley’ in Noord-Frankrijk. Het gebied reikt van Duinkerke tot Douvrin en Douai, in het oude mijnbekken. Wanneer het volledig operationeel is, zal het van Frankrijk een van de grootste batterijproducenten in Europa maken. Overheidssubsidies hielpen het Taiwanese bedrijf ProLogium te overtuigen de fabriek in Duinkerke te bouwen. De Franse minister van Industrie, Roland Lescure, argumenteert dat “niet enkel de subsidies”, maar ook “betrouwbare, ecoologische energiebevoorrading, versnelde vergunningsprocedures en een groeiend batterij-ecosysteem” een rol hebben gespeeld. In Douvrin rollen dit jaar de eerste batterijen van de band, amper twee jaar na de eerste vergunningsaanvraag.
Politieke stabiliteit
Een tweede verklaring ligt in de sociale verhoudingen. De revolutionair ingestelde Fransen zijn ervan overtuigd dat hun samenleving heel ongelijk geworden is. Ze voelen zich in dat idee gesterkt door de stijgende welvaart van hun miljardairs en de onder de inflatie lijdende gewone Fransen. Bernard Arnault, de CEO van het luxeconcern LVMH, was dit jaar even de rijkste man ter wereld, met een vermogen van 211 miljard dollar, voor hij weer werd ingehaald door Elon Musk. In 2022 bestond de top tien van Europese miljardairs volledig uit Fransen. President Macron, die de vermogensbelasting terugbracht tot een belasting op onroerend goed, wordt door zijn onderdanen beschouwd als ‘de president van de rijken’, die gefixeerd is op het afbouwen van de arbeidsbescherming en het inperken van uitkeringen.
Maar onder Macron is Frankrijk erin geslaagd een welwillender houding tegenover welvaartscreatie te combineren met een welvaartsstaat die de ongelijkheid beter weet te corrigeren dan andere grote Europese economieën. De Franse armoedegraad ligt ver onder het gemiddelde van zijn Europese buren en slechts iets hoger dan de Amerikaanse. Het kleuteronderwijs, waarvan bewezen is dat het de kansen van lagere inkomstensgroepen verbetert, is nu verplicht vanaf drie jaar. De Fransen leven gemiddeld zes jaar langer dan de Amerikanen en zijn minder zwaarlijvig. De werkloosheidsgraad staat met 6,9 procent op het laagste niveau in vijftien jaar. Ondanks de hervormingen ontvangt de Franse staat nog altijd meer belastingen als percentage van het bruto binnenlands product dan elk ander OESO-land (behalve Denemarken) en besteedt hij meer aan sociale uitgaven.
Een laatste factor is politieke stabiliteit. Macron is de eerste herverkozen president in twintig jaar. In de Vijfde Republiek heeft geen enkele minister van Financiën het langer uitgehouden dan Bruno Le Maire. Beide mannen hebben gezworen geen extra belastingen te heffen, en die belofte hebben ze gehouden. De jaarlijkse samenkomst van grote buitenlandse bedrijven, waar president Macron hun uitnodigt voor Frankrijk te kiezen, is een begeerd elite-evenement geworden. Dit jaar vlogen ruim 200 bedrijfsleiders over om te dineren in Versailles. Ze kondigden er samen voor 13 miljard euro investeringen in Frankrijk aan. Morgan Stanley verdubbelt bijna zijn personeelsbestand in Parijs. Pfizer trekt zijn investeringen over de komende vier jaar op naar 1,2 miljard euro, ook een verdubbeling. “Frankrijk wordt op lange termijn aantrekkelijker”, zegt Ludovic Subran, de hoofdeconoom van de Duitse verzekeraar Allianz.
Angst in de samenleving
Toch doet Frankrijk niet alles goed, verre van. De prestaties van de scholen en de toegang tot gezondheidszorg baren zorgen. Politici zijn verdeeld en er heerst angst in de samenleving. Al die Franse subsidies en infrastructuurprojecten komen tegen een enorme kostprijs. De gemiddelde reële lonen stagneren, terwijl ze in de Verenigde Staten stijgen. De overheidsfinanciën zijn er slecht aan toe, deels door het aftoppen van de energierekening van de Fransen, in een poging de consumenten te beschermen tegen de hoge prijzen. De maatregel wordt maar traag afgebouwd. De laatste keer dat Frankrijk een begroting in evenwicht kon voorleggen, was Macron zelfs nog niet geboren.
Maar terwijl de Fransen op de TGV stappen om aan hun benijdenswaardig lange zomervakantie te beginnen, blijft het Franse model lachen met degenen die zijn instorting voorspellen. In een recente analyse brak de Britse commentator Sam Bowman zich het hoofd over de relatieve Franse welvaart, ondanks zijn hoge belastingen en zijn strenge arbeidswetten. Een betere infrastructuur, een eenvoudiger planning en huizenmarkt, goedkopere kinderopvang en een overvloed aan energie lijken de verklaringen te zijn. “Frankrijk doet zoveel verkeerd”, concludeert Bowman. “En toch scoort het vrij goed op de factoren die ertoe doen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier