Londenaars niet tuk op Olympische Spelen
De laatste keer dat Groot-Brittannië optrad als gastheer voor de Olympische Spelen, was in 1948. Dit keer zijn de Londenaars nauwelijks enthousiaster, de economen evenmin. Trekt Bart Somers daaruit zijn lessen?
Afgaand op al het gegniffel dat de Griekse regering te verduren krijgt over het stadion in Athene, dat er dezer dagen dakloos bijligt in het stof, mag het een wonder heten dat er nog in de rij gestaan wordt om de Olympische Spelen te mogen organiseren. En toch is de shortlist van steden die kandidaat zijn voor de Spelen van 2012, die vorige week door het Internationaal Olympisch Comité ( IOC) werd bekendgemaakt, de meest concurrerende ooit. Londen staat op het lijstje, samen met drie andere hoofdsteden (Parijs, Moskou en Madrid) en New York.
Om de overwinning in de wacht te slepen, moet een stad kunnen beschikken over een professioneel team om de kandidatuur te pushen en moet ze de kracht van de publieke opinie achter zich hebben. De Londenaars zelf zijn alvast allerminst enthousiast (zie grafiek). Hun weifelende gevoelens worden gedeeld door de politici. Groot-Brittannië ging te laat aan te slag omdat de regering bijna een jaar lang aarzelde. Tony Blair heeft weliswaar zijn steun geuit, maar niet zo nadrukkelijk als de Franse president Jacques Chirac, die maar al te graag een olympische persconferentie binnenkuiert om wat reclame te maken voor de kandidatuur van Parijs.
Hoewel financiële fiasco’s zoals in Montreal tegenwoordig zeldzaam geworden zijn, zijn er toch maar weinig Olympische Spelen die winst opleveren. De voorstanders van de Olympische Spelen voeren naar analogie met Bart Somers aan dat, zelfs al wordt er verlies gemaakt, de brede uitstraling van de Spelen een en ander de moeite waard maakt. Sluitende bewijzen daarvoor zijn er echter niet. Robert Baade, een econoom aan het Lake Forest College van Chicago, zegt dat de waargenomen voordelen van succesvolle Spelen zoals die in Sydney de neiging vertonen om tenietgedaan te worden door het aantal toeristen dat wegblijft. Hij is ook van oordeel dat de stijging van de economische activiteit in de gaststad ten koste gaat van de rest van het land.
Er bestaan maar weinig gegevens over de economische weerslag op olympische steden, maar Baade ging na wat de wereldbeker voetbal in 1994 teweegbracht in de negen Amerikaanse gaststeden. Verwacht werd dat die de vruchten zouden kunnen plukken van een economische opsteker van 4 miljard dollar, maar Baade kwam tot de bevinding dat het evenement de groei fnuikte omdat sommige toeristen wegbleven om de voetbalfans uit de weg te gaan. Een niet-gepubliceerd rapport van het ingenieursbureau Arup hangt ook een somber beeld op van de economische weerslag van de Spelen in Londen. Verwacht wordt dat het kosten-batenplaatje ergens zal uitkomen tussen een overschot van 122 miljoen euro en een verlies van bijna 216 miljoen euro.
© The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier