“Lissabon en het Stabiliteitspact staan haaks op elkaar”
“We beseffen onvoldoende dat de Europese economie met een klein duwtje in de rug van de huidige stresszone in een heilzame zone kan belanden. Het Stabiliteitspact met de Lissabon-agenda verzoenen, kan voldoende zijn,”
zegt economieprofessor Wim Moesen (KU Leuven).
In Duitsland wegen 5 miljoen werklozen op het economische gemoed en ook in Frankrijk en Italië zijn de macrocijfers niet veel soeps. Dat betekent dat in drie vierde van de eurozone het vertrouwen zoek is. Intussen is het Stabiliteits- en Groeipact eind maart zowat door de snippermachine gegaan en is de Lissabon-agenda – die de Europese economie tegen 2010 moet omvormen tot een van de meest performante ter wereld – fel afgezwakt.
“Ik ben zwaar ontgoocheld over het feit dat de herziening van de Lissabon-agenda en de versoepeling van het Stabiliteitspact als nederlagen worden afgeschilderd,” zegt professor Wim Moesen (KU Leuven). “Een strikt Stabiliteitspact rijmt niet met de ambitieuze Lissabon-agenda. Een soepeler pact maakt de investeringen mogelijk die nodig zijn om Lissabon te halen. De verzoening van beide maakt een snellere groei mogelijk. Dat is een wervende boodschap die weer schwung kan brengen in de Europese economie.”
TRENDS. Hoe eindeloos is het sukkelstraatje waarin de economie van de eurozone verzeild is geraakt?
WIM MOESEN (KU LEUVEN). “Malaise en hoogconjunctuur liggen veel dichter bij elkaar dan we denken. Binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling bedraagt de productiviteitsgroei gemiddeld 1,75 % per gewerkt uur per jaar. Met hetzelfde aantal uren arbeid kan het bruto binnenlands product groeien met 1,75 %. Dat betekent dat de economie van een land gemiddeld met 1,75 % moet groeien om iedereen aan het werk te houden. Is de groei lager, dan verliezen er mensen hun baan, zoals nu in Duitsland. Een sfeer van defaitisme maakt zich meester van de economie. Eigenlijk moet je zelfs met 2,25 % groeien om ook de extra instroom op de arbeidsmarkt op te vangen en de werkloosheid te stabiliseren. Bedraagt de groei meer dan 2,25 %, dan daalt de werkloosheid en kom je in de heilzame zone. Er komt werk bij. Mensen krijgen vertrouwen. We beseffen onvoldoende hoe belangrijk het is om van het ene regime naar het andere te gaan. De eurozone zit met een groei van 1,7 % nipt in de stresszone. Als we nu eens wat meer investeren, zitten we zo in de heilzame zone.”
En een afzwakking van het Stabiliteitspact moet die extra investering mogelijk maken?
MOESEN. “Ja. Het Europese macro-economische beleid is niet goed. De Lissabon-aganda en het Stabiliteitspact staan haaks op elkaar. De Lissabon-agenda is ontstaan toen men op het eind van de jaren negentig in de gaten kreeg dat de Europese productiviteitsgroei achterbleef op die van de VS, met als gevolg dat de Europese economie trager groeide. De ambitie om die kloof te dichten, veronderstelt een enorme investering in onderwijs, in onderzoek, in informatie- en communicatietechnologie, in infrastructuur enzovoort. Maar die extra investeringen worden nagenoeg onmogelijk gemaakt door het Stabiliteitspact. Want dat stelt dat in een normaal jaar een normaal land een begroting in evenwicht moet hebben – terwijl het een gouden regel is dat productieve investeringen met schulden worden gefinancierd. Het is zoals in de film Kramer versus Kramer: het Stabiliteitspact en Lissabon zijn beide goede ouders voor de Europese economie, maar samen kunnen ze geen harmonieus gezin vormen.”
Ondermijnt de versoepeling van het Stabiliteitspact niet de geloofwaardigheid van het Europese project?
MOESEN. “Het is in elk geval positief dat het pact elk land niet langer over dezelfde kam scheert om te interpreteren of het begrotingstekort tijdelijk hoger kan dan 3 %. Men zou rekening moeten houden met de omvang van de uitstaande overheidsschuld, de impliciete pensioenschuld, en de manier waarop een begrotingstekort wordt aangewend. De EU overdrijft echter: landen mogen de vreemdste ‘relevante factoren’ inroepen om een begrotingstekort van meer dan 3 % te verantwoorden. Frankrijk mag bijvoorbeeld ontwikkelingshulp inbrengen en Duitsland de bijdrage aan de EU. Zo’n waslijst is niet langer verdedigbaar.
“Terwijl er vroeger meteen met boetes en procedures werd gezwaaid, krijgen de landen in het nieuwe pact enkele jaren de tijd om hun begroting bij te sturen,. Dat is een goede zaak, maar geen enkele onafhankelijke instelling houdt die bijsturing in de gaten. Er is geen autoriteit die regeringen kan terechtwijzen. Ik pleit voor de toepassing van de Nelson-doctrine, genoemd naar de Britse admiraal Horatio Nelson, die de Spaanse en Franse vloot versloeg. Typisch voor Nelson was dat hij zijn kapiteins, in tegenstelling tot de Spaanse armada, grote bevoegdheden gaf. De admiraal gaf brede instructies, maar de kapitein kon op het terrein beslissen. Achteraf moest de kapitein zich wel altijd verantwoorden – waarom heb je dat zo gedaan? In de EU ontbreekt die verantwoording voor een lakser begrotingsbeleid.”
Daan Killemaes
“De EU overdrijft: landen mogen in het nieuwe Stabiliteitspact de vreemdste ‘relevante factoren’ inroepen om een begrotingstekort van meer dan 3 % te verantwoorden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier