‘Lidstaten zwijgen fraude met Europees geld dood’

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Nationale lidstaten hebben soms de middelen noch de politieke wil om fraude met EU-geld aan te pakken. Een Europees justitiemodel is het antwoord, meent Giovanni Kessler, de baas van de Europese dienst voor fraudebestrijding OLAF.

OLAF-topman Giovanni Kessler haalt scherp uit naar sommige lidstaten van de Europese Unie. “Ze hebben er alle belang bij fraude met Europese subsidies niet te onderzoeken. Als ze die ontdekken, vloeien de middelen terug naar de Unie. Dus doen ze soms alsof fraude bij hen amper voorkomt.”

De directeur-generaal deed de uitspraak op een seminar van de Europese Volkspartij. Overheden uit Frankrijk, Letland, Luxemburg, Malta en Slovenië gaven in 2012 nul fraudegevallen met Europees geld aan. België was goed voor vier gevallen. Kessler wijst erop dat alle lidstaten voor een half miljard euro fraude aan zijn organisatie melden. “Dat is weinig in vergelijking met de Europese begroting, en slechts het topje van de ijsberg. Voor landen die zwaar onder de crisis lijden, zou het nog moeilijker worden als ze elke gefraudeerde euro subsidie moeten teruggeven. Bedrijven die onterecht van die steun genoten, gaan dan failliet. Er hangen hele economieën vanaf. Fraudebestrijding is dan tegen het belang van de eigen bevolking.”

Internationale netwerken

Naast dit fenomeen is het ook moeilijk op nationaal niveau fraude te detecteren. “Subsidie- en btw-fraude gebeuren altijd in internationale structuren”, zegt hij. “Criminelen zoeken de zwakste schakel (zie kader). Ze weten waar de gerechtelijke diensten het minst uitgerust of gemotiveerd zijn. Die motivatie is soms laag omdat Europees geld wordt beschouwd als vreemd geld. Dus kunnen ze beter dossiers bekijken waar de eigen overheid geld verliest.”

Zo’n internationaal crimineel netwerk kan zijn modus operandi snel aanpassen als er een vermoeden is dat het gerecht hen op het spoor is. De politie werkt in vergelijking verschrikkelijk traag. “Als een goed via Antwerpen naar Frankrijk wordt gesmokkeld, moet de politie de grens over om een onderzoek te doen”, verklaart Kessler. “Dat moet via een rogatoire commissie, waarover een rechter moet oordelen. Het strafrecht is nog altijd gestructureerd naar een 19de-eeuws model. Nationale rechtssystemen zijn de beste vriend van internationale criminelen.”

Kessler ziet maar één alternatief: een Europese onderzoeks- en vervolgingsinstantie uitbouwen. “Er moet een Europese politie komen met afgevaardigden uit alle lidstaten. Die moet opereren onder controle van een Europese procureur. Voorlopig stel ik voor dat die zich bezighoudt met de bestrijding van fraude met Europees geld. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit voorbeeld kan uitgroeien tot een Europese FBI.”

HANS BROCKMANS

“Nationale rechtssystemen zijn de beste vriend van internationale criminelen” Giovanni Kessler

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content