Leven op het ritme van Marrakech
De riyads, de traditionele huizen van de medina in Marrakech, zijn vandaag erg gewild als vakantieverblijf. Niet echt verwonderlijk, want riyads zijn prachtige paleisjes in Arabisch-Andalusische stijl. Toch waren ze lange tijd onbekend en onbemind. Inspirator van de herwaardering is Quentin Wilbaux, een Belgisch architect.
(*) Marrakech, le secret des maisons-jardins, Quentin Wilbaux, uitgeverij ACR.
Met 650 hectaren is de medina van Marrakech een van de meest uitgestrekte in de hele Arabische wereld. Aan het bekende Jemaa-el-Fna-plein oefenen de broeierigheid van de soeks, de doolhof van de okergekleurde steegjes en de geur van specerijen vermengd met die van aangestampte aarde een ontegensprekelijke aantrekkingskracht uit op de verbeelding van de westerling.
Maar terwijl vroeger de reiziger op zoek naar exotisme slechts enkele uren door dit volkse labyrint wandelde, kan hij er nu zijn eigen woonstek vinden. Je gaat er heen voor enkele dagen, weken of zelfs de helft van het jaar. In alle kalmte en rust, zonder haast, op het ritme van Marrakech. Deze nieuwe wending is grotendeels te danken aan het succes van de riyads, een nieuwe vorm van vakantieverblijven.
Deze prachtige traditionele woningen ( riyad betekent afgesloten tuin) in Arabisch-Andalusische stijl, met binnenpatio’s, zijn vandaag erg in trek. Het zijn rustplekjes waar je vijftien jaar geleden nog geen vermoeden van had. Toen waren er slechts een tiental van die discrete woningen, van de straat afgeschermd door grote vensterloze muren, waar buitenlanders in alle confidentialiteit hun toevlucht zochten. Geen enkele gids had het erover, geen enkele touroperator zag er het economisch potentieel van in.
Nu, in 2003, zijn 350 traditionele woningen omgevormd tot gastenverblijven en zijn er in totaal 600 riyads in handen van buitenlanders. “Als je het bekijkt vanuit het concurrentieoogpunt met de hotels, is dat veel. Maar als je weet dat er in de medina zo’n 30.000 riyads zijn, is het weinig,” vindt QuentinWilbaux, een Belgisch architect en specialist in het urbanisme van Marrakech.
Logeren in het huis van de astronoom
Quentin Wilbaux was één van de eersten die interesse toonden voor de riyads. Al in 1986, twee jaar nadat de Unesco de medina als een onderdeel van het wereldpatrimonium van de mensheid had geklasseerd, ontdekte hij ze. De architectuur van de medina werd zijn passie. Dat mondde niet alleen uit in de publicatie van een mooi boek bij ACR (*), het werd ook het onderwerp van zijn doctoraatsverhandeling aan de Parijse hogeschool voor sociale wetenschappen.
“Geen enkele van de andere keizerlijke steden in Marokko bezit zo’n architecturaal patrimonium,” stelt Wilbaux. “Een riyad is heel simpel opgebouwd: een vierkant grondplan, volledig gericht naar de patio, het centrum van het familiale en sociale leven.”
De meeste riyads werden in de loop van de negentiende eeuw gebouwd door de betere klasse in Marrakech. Maar na de oorlog verloren ze hun aantrekkingskracht. “Na het vertrek van de Franse kolonisten in 1956 werd Gueliz, het symbool van de macht en het modernisme, het favoriete stadsdeel van de rijke inlanders,” vertelt Wilbaux. De medina en haar wirwar aan derbs (steegjes) waren moeilijk bereikbaar met de wagen, werden vanaf de eerste regenval omgetoverd tot een slijkbad en misten een goede infrastructuur. Daardoor boette het stadsdeel geleidelijk in aan aantrekkelijkheid. De riyads – waarvan de grootste een oppervlakte hebben van zo’n 1400 vierkante meter! – verloederden en hadden te lijden onder de ongebreidelde verbouwingen. “Ik vond dat er iets moest gedaan worden om een deel van de herinneringen aan de vroegere riyads te bewaren,” aldus Quentin Wilbaux.
En de Belgische architect voegde ook de daad bij het woord. Hij trekt de nog schaarse ambachtslui aan die de tadelakt, een bepleistering op basis van kalk, konden maken. Hij leert de artisanale pisétechniek aan en… hij koopt de Dar-El-Qadi, letterlijk vertaald ‘het huis van de astronoom’, een prachtig ‘klooster’ met acht kamers, dat bijna volledig verkrot was. Met veel geduld en volgens de regels van de kunst restaureert hij de gebarsten friezen, de gebroken bogen en de verwoeste moucharabieh (een traliewerk in hout). Op het dakterras, met uitzicht op de Atlas, herstelt hij de vierkante toren, die als observatiepost voor de sterrenkundigen werd gebruikt, in zijn originele staat.
Het wordt een meesterwerkje dat niet onopgemerkt blijft. Hij heeft het slimme idee om het huis te verhuren en al snel storten verschillende magazines en decoratieboeken zich op dit stukje paradijs. De mond-tot-mondreclame doet de rest. Daarna restaureert hij nog tientallen huizen voor een aantal privé-personen en voor het Frans-Belgisch-Marokkaans agentschap Marrakech-Medina, dat de gerestaureerde riyads verhuurt. Andere bedrijven en personen volgen het voorbeeld en maken van de medina van Marrakech de nieuwste place to be. Zelfs de koning van Marokko, MohamedVI, koopt er in 2000 een huis, de Dar-El-Bacha.
Prijzen schieten de hoogte in
De medina groeit uit tot een toeristische tophit, met goede, maar soms ook met minder goede gevolgen. “Door het succes zijn de prijzen stilaan de hoogte ingeschoten – in tien jaar tijd zijn ze verviervoudigd – en werd de interesse alsmaar groter. Vele riyads werden inderhaast gerestaureerd om ze als lucratieve gastenverblijven te verhuren,” verklaart een kenner. De echte vrienden van het patrimonium uiten hun spijt over het feit dat deze traditionele familiehuizen-met-tuin nu per kamer worden verhuurd. De ‘open huizen’ worden op die manier omgevormd tot hotels met kamers met slot en grendel.
Een meer verontrustend feit is dat ondanks de bescherming van het werelderfgoedlabel van de Unesco, de riyads nog vaak te lijden hebben onder de verminkingen van hun eigenaars. De VN, vrij onmachtig op dat vlak, denkt er sterk aan de medina als ‘bedreigd patrimonium’ te klasseren.
Quentin Wilbaux: “Er is reden tot ongerustheid, maar het eindresultaat blijft toch vrij positief. Door het succes van de riyads hebben we het potentieel van de medina op een onverhoopte manier voor het voetlicht kunnen brengen. Anders zou de medina zich vandaag in een nog slechtere staat bevinden dan vijftien jaar geleden. En de aanwezigheid van buitenlanders en Europese investeerders heeft zeker niet geleid tot de vorming van een cultureel getto, wat je toch had kunnen vrezen. Na jaren desinteresse neemt de autochtone bevolking stilaan opnieuw bezit van de medina. Maar het is een proces dat veel tijd kost.”
Antoine Moreno
De medina van Marrakech is uitgegroeid tot een toeristische tophit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier