Leve de dollar

Trends contacteerde een hele reeks Belgen die actief zijn in Zuidoost-Azië. De meesten panikeren niet bij de muntcrisis in de regio. Integendeel. Ze profiteren van de devaluaties, mede geholpen door de dure dollar. Sommigen vinden het zelfs hét moment om te investeren in de getroffen landen.

“Een regelrechte crisis zou ik de muntaanpassing in Zuidoost-Azië niet noemen. Met uitzondering dan van Thailand. Het is wel een noodzakelijke correctie,” zegt Willy Hofkens, general manager van Kredietbank voor de regio (KB heeft kantoren in Singapore, Thailand, Indonesië en de Filipijnen). De Duitse mark en de Belgische frank zijn recentelijk ook met 20 % gedaald tegenover de dollar, zonder dat er paniek losbarstte. Toch brengen de devaluaties hier in Azië een enorme culturele schok teweeg. Zo’n vaste wisselkoers gaf immers zekerheid aan investeerders. De economieën van Maleisië, de Filipijnen en Indonesië zijn fundamenteel in orde, zodat ik verwacht dat deze wind snel zal overwaaien. Ik denk niet dat de rente nog verder de hoogte zal ingaan. Integendeel, normaal gezien zal de devaluatie volgens het macro-economische handboek een rentedaling teweegbrengen. Zodat er meer ruimte vrijkomt om te ondernemen. De economie zal er wel bij varen. Ironisch genoeg is het vandaag hét moment om hier actief te zijn. Dankzij de lage ringgit, rupiah en pesos kan men goedkoper investeren in Maleisië, Indonesië en de Filipijnen, terwijl die munten waarschijnlijk zullen stijgen.”

“Het is nu veel interessanter voor onze bedrijven om zich in Thailand te vestigen,” komt Dirk Van den Berghe, Export Vlaanderen-vertegenwoordiger in Bangkok (Thailand), verrassend uit de hoek. “De Thaise regering en privé-partners zijn nu bereid om zaken te doen aan voorwaarden die zij vroeger verwierpen. Zij zien nu dat ze ons echt nodig hebben.”

Waanbeelden van theoretici ? Neen. Verschillende investeerders bevestigen deze analyse. Delhaize bijvoorbeeld pompte vorige maand 160 miljoen frank in zijn joint venture met een Thaise partner. “We konden voor die investering genieten van de lage wisselkoers,” lacht Jean-Claude Coppieters van Delhaize in zijn vuistje. Delhaize heeft ook een managementovereenkomst gesloten voor het runnen van supermarkten van de Salim Group in Indonesië. “Als er ook in Indonesië een immobiliëncrisis komt, zullen we daarvan profiteren voor onze nieuwe locaties.”

Het Oudenaardse Eur-O-Compound, een producent van latexmengsels voor de tapijtnijverheid, heeft een fabriek in opstart in Thailand. “Het gebouw wordt opgeleverd in januari,” zegt Christ Thielemans, financieel directeur bij Eur-O-Compound. “Het bouwcontract is in baht en ligt contractueel vast. Een aantal onderdelen voor de fabriek moet uit het buitenland worden geïmporteerd en zal nu dus stukken duurder worden gezien de devaluatie van de baht. Misschien zal een gedeeltelijke prijsaanpassing nodig zijn, maar de opstart zal grotendeels volgens plan verlopen.”

Ook Fernand Huts van Katoen Natie, dat zware investeringen in Singapore plant, blijft onverstoord. Katoen Natie gaat 1,2 miljard frank investeren in een distributiecentrum op het kunstmatig aangelegde Jurong Island. “De negatieve berichten uit Azië hebben geen enkel gevolg voor onze strategie,” schokschoudert Huts. “We werken ter plaatse in VS-dollar, zodat de aannemingswerken door lokale ondernemingen een stuk goedkoper zullen verlopen. De andere kant van de medaille : de investering wordt gefinancierd door plaatselijke instellingen, zodat een rentestijging het geld duurder kan maken. Maar in Singapore is de situatie stabiel.”

Maar niet iedereen is even optimistisch. Guy van Damme, marketing manager van Victor Buyck Steel Construction dat vestigingen heeft in Maleisië en Thailand , ziet problemen : “Normaal werken wij weinig met voorfinanciering en onze contracten zijn in lokale munt of soms in VS-dollar. Op korte termijn is winst maken een probleem. De devaluatie van de munten zal doorgerekend worden in de prijs van de contracten. De inflatie stijgt dus, wat aanleiding zal geven tot loonaanpassingen. In Thailand vrees ik dat bepaalde types van investeringen uitgesteld zullen worden, onder andere de bouw van hotels, kantoren en winkelcentra. Ik vermoed echter dat investeringen door industrie en overheid onveranderd zullen blijven.”

Roger Van den Berghe, managing director van Gadat, verwacht een meerkost van 30 %. Gadat ( Global automotive design & technology) bouwt voor het Indonesische concern Bakrie & Brothers een assemblagefabriek voor een door Gadat ontworpen monovolumewagen. “Er werd meer dan 100 miljoen dollar geïnvesteerd, de fabriek is klaar, maar de lancering van de Bakrie-wagen wordt met vijf maanden uitgesteld,” zegt Van den Berghe. “Momenteel is het onmogelijk om nog leningen te bekomen in dollar.”

Export wordt duurder, maar…

Een devaluatie van de lokale munt betekent onvermijdelijk dat producten die uit het buitenland komen duurder worden. Een serieuze pad in de korf van onze exporteurs naar Zuidoost-Azië. “Ik denk niet dat er in Thailand op dit ogenblik nog een steentje wordt verkocht,” zegt Philippe Roolant, die aan het het hoofd staat van Thai Belgian Industrial ltd, de voornaamste diamantslijperij in Thailand. “Trouwens, heel de zogenaamde nieuwe groeimarkt die Azië moest zijn, stagneert voor de diamant- en juwelenverkoop.”

Maar net als bij de investeerders is het cruciale element de munt waarin de export gebeurt. Naar de Zuidoost-Aziatische regio wordt door nogal wat bedrijven in dollar verkocht. De Ieperse matrasstofproducent Clama exporteert zowel vanuit Indonesië als vanuit België in dollar. Barry Callebaut Singapore verkoopt bij voorkeur in Singapore-dollar. “Onze export naar de door devaluaties getroffen Zuidoost-Aziatische landen ondervindt inderdaad een negatieve weerslag,” geeft managing directorFrans Callebaut toe. “Maar al bij al blijft die beperkt als je dat zou vergelijken met export vanuit Europa.”

Lokale productie voor de export naar de andere landen van de regio heeft inderdaad een voordeel. Philippe Roolant van de diamantslijperij Thai Belgian Industrial : “Door de veel te sterke baht waren onze slijperijen niet meer zo competitief. De devaluatie heeft dit wat gecompenseerd. Het probleem is echter dat de toestand zo onstabiel is dat we niet zeker zijn wat de toekomst zal brengen. Een versnelde inflatie en daaropvolgende loonstijgingen kunnen veel van het voordeel dat we nu verkregen, tenietdoen. Ook kan men niet echt uitsluiten dat het hele financiële systeem in elkaar stuikt en dan krijgen we chaos.”

Dollar is reddingsplank

Het verhaal van de Zuidoost-Aziatische munten kan niet los gezien worden van dat van de stijgende dollar. “De verliezen in baht worden gecompenseerd door onze reserves in Amerikaanse dollar,” zegt Solvay-woordvoerder Paul Muys. Ook Albert Caluy, financieel manager van transformatorenbouwer Pauwels International, maakt eenzelfde rekensommetje. “Sinds vorig jaar verkopen we nagenoeg uitsluitend in dollar of in Europese munten. De stijging van de dollar ten overstaan van de Belgische frank heeft voor gevolg dat de rupiah in Belgische frank vandaag feitelijk evenveel waard is als precies één jaar geleden. Bovendien zijn de uitstaande leningen voor de bouw van onze fabriek in het Indonesische Jakarta in dollar. De voor het openstaande risico vastgelegde koers is vandaag goud waard.”

De Belgische baggergroep Dredging heeft zijn activiteiten in de regio gehergroepeerd in Dredging International Asia Pacific (DIAP). Op dit ogenblik realiseert DIAP een omzet van zo’n 10 miljard frank. Hiervan wordt 70 % in Singapore- en VS-dollars betaald. Slechts 30 % van de inkomsten bestaat uit Maleisische ringgits. Financieel directeur Christiaan Van Meerbeeck : “Aangezien wij een waardeterugval in Maleisië voorzagen, hebben wij een maand geleden onze ringgits op termijn verkocht, zodat het verlies zich tot een minimum beperkt. Daarnaast zijn de meeste werven gebudgetteerd op een historische wisselkoers van eind ’96. Aangezien de Singaporese en Amerikaanse dollar sindsdien stevig gestegen zijn, maken we nu zelfs wisselkoerswinsten.”

Ook Joost Verbrugge, president Azië bij Barco, noteert wisselkoerswinsten. Enkel de baht baart zorgen, maar “de schommeling ten opzichte van de Belgische frank is eigenlijk niet zo groot.” Barco dat in Zuidoost-Azië een netwerk van verkoopkantoren heeft met zo’n 100-tal mensen op de loonlijst verrekent zijn Aziatische omzet in Japanse yen, Taiwanese, Singaporese en Hongkong-dollar.”

Wie minder op zijn gemak is, is Willy Hofkens van Kredietbank. Zijn cliënten in de getroffen landen ontleenden immers in VS-dollar, terwijl hun inkomsten in de lokale munt gebeuren. Ze zullen dus meer winst moeten genereren om hun lening terug te kunnen betalen. “Het gaat om aanzienlijke bedragen bij grote lokale bedrijven,” getuigt Hofkens. “Als de crisis blijft aanslepen wat ik met uitzondering van Thailand niet verwacht en de rente stijgt, zullen we meer riskante kredieten hebben. Maar het hoeft uiteraard geen betoog dat we voor de kredietdossiers in die landen een extra-veiligheidsmarge hebben ingebouwd.”

Bestellingen blijven op peil

De vraag is in hoeverre de muntcrisis de lokale economie zal ontwrichten. Op dit moment zijn er bij de Belgen in Zuidoost-Azië nog geen alarmkreten te horen, ook al wacht Jean-Claude Coppieters van Delhaize wel bang af wat de effecten van de Thaise crisis op de koopkracht van de middenklasse kunnen zijn.

Veel ondernemingen zoals bijvoorbeeld de West-Vlaamse warmteketelbouwer Vyncke of Extraction De Smet draaien echter mee in langlopende projecten die niet zomaar worden stilgelegd. Verkoopdirecteur Eric Deryckere van Vyncke ziet geen terugloop : “Ik merk geen kentering in de vraag : de markt is er. Wellicht zullen overheidsbestellingen afgeremd worden, maar onze klanten zijn voor 80 % privé-ondernemingen.”

En wie veel gebruik maakt van lokale producten en toeleveranciers heeft alleen maar voordeel. Want door de devaluatie wordt die toelevering alleen maar goedkoper. Puratos, fabrikant van bakkerij-ingrediënten met lokale vestigingen in verschillende landen van Zuidoost-Azië, gebruikt bijvoorbeeld voor het overgrote deel lokale ingrediënten. Ook Dredging volgt die tactiek. “Door zo weinig mogelijk diensten uit Europa te betrekken, dekken we ons in tegen devaluaties en andere muntschommelingen. Zo beschikken we over een permanent vangnet,” zegt financieel directeur Christiaan Van Meerbeeck.

Staaltrader Maison F. Mathieu die vanuit Bangkok staal verkoopt in hoofdzakelijk Thailand, Maleisië, Singapore en Indonesië geeft toch een waarschuwing mee : “Als gevolg van de devaluatie zijn er veel bedrijven in nauwe schoentjes gekomen waardoor die dus minder kopen,” zegt Jean-Paul Timmerman. “Wij moeten ook goed uitkijken naar de solvabiliteit van onze klanten. Een kredietbrief is nu een absolute noodzaak.” Voor een andere trader in Thailand, SGMC Group ( Steel, Glass & Glass Machinery Group) van Fred Dierckxens, is het openen van die kredietbrieven meer en meer een probleem aan’t worden. “Zelfs voor onze bonafide klanten. Dit vanwege de moeilijkheden bij de Thaise banken. Kredietbrieven van sommige Thaise banken worden in Europa in bepaalde gevallen niet langer aanvaard wegens een gebrek aan vertrouwen in hun solvabiliteit.” Maar gelukkig blijven deze problemen beperkt tot Thailand, “in de andere landen is er een normaal investeringsklimaat,” bevestigt Joost Verbrugge van Barco.

De toekomst

“Eigenlijk wordt de economie hier nu uitgezuiverd,” zegt Jean-Paul Timmerman van Maison F. Mathieu. “De ups en downs van de economie waren wij in Europa en de VS al gewoon. Hier in Azië is dit echter de eerste keer en daarom weten ze nog niet goed wat ermee aan te vangen. De Thaise markt is duidelijk het zwaarst getroffen. Maleisië gaat echter dezelfde richting uit. Ook Indonesië is zwaar geraakt. Alleen Singapore zal er zich vermoedelijk zonder veel kleerscheuren doortrekken.”

Fred Dierckxens van SGMC verwacht zelfs dat Thailand sterker uit de crisis zal komen. “Vele slecht functionerende maatschappijen zullen over de kop gaan en het zullen vooral de stevige zijn die overeind blijven. Ook al zal een aantal goede bedrijven worden meegesleurd.”

Bankier Cees de Koning, country manager voor Indonesië van ABN Amro in Jakarta houdt een slag om de arm : “Alles hangt ervan af hoe lang de onzekerheid aanhoudt. Hoe zal de markt reageren ? Hoe dan ook, het marktpotentieel blijft bestaan en de exporten zullen stijgen.” Cees de Koning meent dat de overheid het alarmsignaal heeft begrepen. “Door de huidige crisis komt ze tot inkeer om noodzakelijke ingrepen te doen die ze voor zich uit bleef schuiven. Zoals sleutelen aan verbetering van onderwijs en opleiding en afschaffing van monopolies.” Dat laatste gebeurde nu in Indonesië met de opheffing van de alleenheerschappij van Bulog, het in hogere kringen delicaat liggende monopolie voor suiker, soja en tarwehandel.

Een andere bankier Eric Versavel, chief representativeBBL in Jakarta bijgetreden door nogal wat ondernemers steunt de analyse van Cees de Koning. “De fundamentals van de Indonesische economie blijven gezond,” zegt Versavel. “Dat betekent dat dit land een interessante plaats blijft voor investeerders, ze zullen alleen wat extra aandacht moeten schenken aan de externe financiering van hun project.” Ondernemer Frans Callebaut van Barry Callebaut Singapore gaat zelfs verder : hij is ervan overtuigd dat fundamenteel gezien de economieën van Indonesië, Maleisië en de Filipijnen gezond zijn. “Deze tijdelijke muntcrisis zal een heilzaam effect hebben. Bovendien treft de crisis niet heel Azië : onze exporten naar Japan, Australië en Zuid-Korea ondergaan geen competitief nadeel. Ook Pakistan en China, waar de munten stabiel blijven, zijn interessante alternatieven. Het beeld is dus niet overal somber gekleurd.”

“Er heerst daar nu zogezegd een crisis, en toch halen die landen nog reële groeivoeten van 6 à 7 %,” besluit Joost Verbrugge. “In West-Europa zeggen we dat het beter gaat, maar met reële groeivoeten van amper 2 à 3 %. Zuidoost-Azië blijft het stuk van de wereld dat het snelst vooruit gaat.”

Interviews : Hans Brockmans, Erik Bruyland, Eric Pompen, Willy Van Damme, Jozef Vangelder. Bewerking : Guido Muelenaer

FRANS CALLEBAUT (BARRY CALLEBAUT SINGAPORE) EN ROGER VAN DEN BERGHE (GADAT) Belgische ondernemers in Zuidoost-Azië panikeren niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content