Letland kruipt uit het dal
Na een diepe crisis lijkt Letland opnieuw op de goede weg. Vorig jaar groeide de economie er met 5 procent. Een verademing, want sinds de crisis in 2008 losbarstte, had Letland zijn bruto binnenlands product met een kwart zien dalen.
De Letse eerste minister Valdis Dombrovskis is een gelukkig man. Het Letse parlement, de Saeima, heeft zijn begroting voor 2012 goedgekeurd, de laatste onder toezicht van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds. Het begrotingstekort wordt voor 2012 geschat op 2,5 procent, bij een economische groei van 2,5 procent. In 2013 zou het tekort dalen tot 1,9 procent, om in 2014 uit te komen op 1,1 procent. Het IMF en de EU zijn tevreden. In tegenstelling tot buurland Litouwen, dat heeft aangekondigd de invoering van de euro wegens de eurocrisis met een tot twee jaar uit te stellen, wil Letland in dat jaar wel toetreden tot de eurozone.
Letland komt uit een diep dal. Na de onafhankelijkheid van Rusland in 1991 ging het snel bergaf met de Baltische staat. De splitsing was pijnlijk en duur. Ze resulteerde in de sluiting en zelfs de ontmanteling van fabrieken en in een ware leegloop. Het land telt nu 2 miljoen inwoners. Honderd jaar geleden waren dat er nog 2,5 miljoen.
Snel rijk worden
De grootste klap kwam er in 2008. Toen barstte de crisis los die het land de afgrond in duwde. “De paradox is dat het probleem vermoedelijk ontstond toen we in 2004 lid werden van de Europese Unie en de NAVO”, zegt Valdis Dombrovskis. “We dachten dat niets nog kon mislopen. Het was een periode waarin de bouw- en de vastgoedsector een enorme groei kenden. Er werd massaal geleend en de inflatie en de economische groei werden in dubbele cijfers geschreven. Het geld stroomde het land binnen.”
Letland wou snel zo rijk worden als West-Europa en ging op het gaspedaal staan, met enorme tekorten op de betalingsbalans tot gevolg. “De periode voor de crisis was waanzinnig. Leningen waren spotgoedkoop. Overal bouwde men enorme winkelcentra en de mensen kochten massaal op krediet. Vakanties betaalde men af op 24 maanden. Garagisten verkochten tot meer dan 400 auto’s per maand. Wie een auto wou, moest aanschuiven tot een verkoper tijd had”, schetst Willy Peersman, een Belgische zakenman die in Letland woont.
Uldis Rutkaste, adjunct op de monetaire afdeling van de Letse Nationale Bank, herinnert zich vooral dat hij machteloos moest toekijken hoe de situatie uit de hand liep. “We hadden de politici en de banken al in 2004 gewaarschuwd, maar de regering zag het gevaar niet en de buitenlandse (veelal Zweedse) banken dachten vooral aan het veroveren van marktaandeel. Vier jaar na elkaar kende onze economie een groei van 10 procent en meer, met buitenlands geld dat via bankkredieten vooral naar private consumptie en vastgoed ging. Maar in 2008 brak de financiële crisis in de Verenigde Staten los en droogde de geldstroom op. Onze economie kwam in vrije val. Bovendien ging de grote Parex-bank toen over de kop en moest de overheid hem overnemen.”
Geen devaluatie
In 2009 viel de regering. Valdis Dombrovskis werd de nieuwe premier en riep de hulp van het IMF en de EU in. Zij plaatsten het land onder controle en verschaften het een lening van 7,5 miljard euro, een enorm bedrag voor een land met een bruto binnenlands product van amper 18 miljard euro. Uiteindelijk zou Letland maar 4,4 miljard van de lening opnemen.
Opvallend was dat Dombrovskis om de crisis het hoofd te bieden niet de Letse munt, de lat, devalueerde, nochtans een beproefde methode in crisistijd. “We richtten ons vooral op structurele hervormingen, omdat de problemen die we via een devaluatie zouden oplossen snel zouden terugkeren”, legt de Letse premier uit. “Zo zou bij een muntontwaarding onder andere de ingevoerde energie (Russisch gas) plots duurder worden, wat elke competitiviteitswinst van een devaluatie zeer snel zou doen verdwijnen. Bovendien was tot 85 procent van de bankleningen in euro. Bij een devaluatie zou iedereen verliezen.” Uldis Rutkaste bevestigt dat. “Het gevaar was reëel dat mensen en bedrijven dan massaal hun geld bij banken zouden weghalen.”
De aanpak van Dombrovskis, met een grote nadruk op investeringen in de industrie en de export, werkte. Na de zware jaren 2008 en 2009 is de Letse economie weer op het goede pad. Het land heeft een gezonde betalingsbalans en een begroting die bijna in evenwicht is. In het derde kwartaal van 2011 was er een economische groei van 6,6 procent op jaarbasis. Het land zit nu opnieuw op het niveau van 2005.
“We zijn klaar om met de invoering van de euro te starten”, zegt Rutkaste. Na lang in het meer eurosceptische kamp te hebben gezeten, heeft Letland onlangs de Europese beslissingen over meer economische convergentie omarmd. “Wij staan volledig achter die voorstellen voor meer fiscale discipline in de eurozone en in het Europa van de 27”, stelt premier Dombrovskis. “Wij hebben ons lesje geleerd en het is logisch dat andere eurolanden die de regels overtraden, zich ook aan de regels houden.”
Wel beseft ook hij dat er aandachtspunten blijven. Een ervan is de relatie met de oude bezetter Rusland, dat een belangrijke handelspartner blijft voor Letland. Riga is dé doorvoerhaven voor goederen met bestemming Rusland. Zo gebruiken de Verenigde Staten de havenstad bijvoorbeeld om via het Russische spoor hun troepen in Afghanistan te bevoorraden. En met veel Russische investeringen, 33 procent Russischtaligen en het feit dat het de tweede handelspartner is, zal Letland steeds de Russische adem in de nek voelen.
WILLY VAN DAMME
“We zijn klaar om met de invoering van de euro te beginnen” Uldis Rutkaste
“Toen we in 2004 lid werden van de EU en de NAVO dachten we dat niets nog kon mis-lopen. Het geld stroomde het land binnen” Valdis Dombrovskis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier