Let op de kleine lettertjes in uw telefooncontract
Met hun aantrekkelijke forfaitaire bedragen, gratis minuten en stuntaanbiedingen wekken mobiele en vaste operatoren de indruk dat telefoneren heel goedkoop wordt. Maar in werkelijkheid verhullen de tarieven weinig gunstige voorwaarden. Trends las de kleine lettertjes voor u.
U wilt naar het buitenland bellen met uw gsm? Met Proximus, Mobistar of Base betaalt u drie- tot viermaal zoveel als met een vast toestel. Zin om van internetprovider te veranderen om van een zeer aantrekkelijke promotie van een concurrent te genieten? Kan niet: uw huidige provider heeft u een contract van een jaar laten tekenen. Zo niet langer.
Wat Test-Aankoop en sommige groeperingen van telecommunicatiegebruikers bestempelen als misleidende praktijken, is voor de operatoren een kwestie van beheer. De consument kiest, hij moet de tarieven maar goed lezen. De prijzen van machtige operatoren zoals Belgacom, Proximus en Mobistar staan onder controle en moeten de kosten rechtvaardigen. Van overdreven winsten mag geen sprake zijn. De controle wordt uitgeoefend door het BIPT ( Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie).
Tot zover de theorie. In de praktijk is de markt niet zo geliberaliseerd als u zou denken. Hier en daar loopt het spaak. En de controle is ook niet zo streng en doeltreffend als hij op papier overkomt. Trends las de kleine lettertjes voor u en legt de zwakke punten van de vrije telecommarkt bloot.
1. Internationale oproepen met gsm’s
De gsm-operatoren rekenen voor internationale oproepen veel meer aan dan wanneer u vanaf een vast toestel belt. Een telefoontje naar Italië? Iemand met een vaste lijn van Belgacom betaalt 18,36 eurocent per minuut, plus 10,2 eurocent verbindingskosten. Maar bij Mobistar betaalt u als Tempo-klant 99 cent, bijna vijfmaal zoveel (zie kader: Gsm-gesprekken naar het buitenland). Het verschil wordt nog veel groter als we de internationale tarieven van bepaalde goedkope operatoren ( Scarlet, Tele2) of bepaalde speciale tarieven van Belgacom bekijken.
“Het is duurder, omdat het veel ingewikkelder is. En de kosten van de oproepbeëindiging liggen veel hoger voor mobiele oproepen,” vertelt Thierry Bouckaert, woordvoerder van Mobistar. “Voor intensieve gebruikers bieden wij een optie aan van 4,91 euro per maand voor bedrijven en 5,95 euro voor particulieren. Daarmee kunnen ze genieten van voordeliger tarieven naar het buitenland en voor het ontvangen van oproepen in het buitenland.” Idem dito bij Proximus, die globetrotters de optie ProxiWorld aanbiedt en voor businessklanten een Vodafone Eurocall-tarief heeft. Dat is een eenheidsprijs voor de operatoren van de groep (VK, Nederland, Duitsland, Frankrijk…).
Het verschil in prijs voor internationale gesprekken komt ook omdat er geen concurrentie is binnen het domein. De particulier heeft de keus tussen drie mobiele operatoren, maar als hij eenmaal een contract heeft ondertekend, kan hij niet langer zijn eigen provider kiezen voor internationale oproepen. Hij kan niet via Tele2 of een andere concurrent gaan. Dat geldt ook voor roaming, als de klant in het buitenland een oproep ontvangt.
Voor Ewan Sutherland, executive director van Intug, een internationale groepering van telecommunicatiegebruikers, is dit een ernstig probleem. “Ik heb een bijeenkomst bijgewoond met grote bedrijven die enorme verbruikers van telecommunicatie zijn. Hét onderwerp dat iedereen bezighield, waren de kosten voor mobiele internationale gesprekken. Zij hebben hun business in heel Europa uitgebouwd, hun kaderleden reizen vaak en de oproepen kosten echt wel veel.”
Hij eist een regelgeving die “een einde maakt aan het kartel van mobiele operatoren”. Er is hier inderdaad sprake van slechts gedeeltelijke concurrentie. Het staat de klant vrij een operator te kiezen, maar daarna heeft hij geen keuze meer en moet hij zich neerleggen bij de opgelegde tarieven. “Als de mobiele internationale tarieven aan concurrentie onderhevig worden, zal dat de operatoren de das omdoen.” De Europese autoriteiten lopen er dus niet bepaald warm voor om de concurrentie op dit gebied te stimuleren. “Er zijn heel weinig initiatieven. Het enige interessante geval vormt Transatel, een grensoverschrijdende operator.”
Transatel biedt een originele formule aan voor mensen die vaak heen en weer reizen tussen Frankrijk, België, Nederland en Groot-Brittannië (binnenkort ook Luxemburg, Zwitserland en Italië). Het bedrijf hanteert gunstiger tarieven voor telefoontjes naar het buitenland, met verschillen van ruim 50 %. Transatel is een virtuele operator, die aangekochte minuten doorverkoopt aan diverse operatoren, zoals Base in België en Bouygues in Frankrijk.
Andere virtuele operatoren zoals Toledo stellen interessantere internationale tarieven voor, maar zijn niet grensoverschrijdend. Ook bieden ze bijna op maat gemaakte formules aan om de grote mobiele operatoren “op een dwaalspoor te brengen” door een nummer te gebruiken met het kengetal 02. De klant laat zijn internationale oproep via dit kanaal lopen. Hij betaalt één nationale gsm-verbinding en een andere, internationale, naar Toledo. De som van de twee leidt tot een betere prijs. “Wij hebben dit in dienst gesteld voor mensen die een bedrijfstelefoon hebben, maar niet naar het buitenland kunnen bellen,” aldus Marc Toledo, de baas van het bedrijf.
Er bestaan nog andere oplossingen om minder te betalen. U kunt bijvoorbeeld sms’en, zoals Beltug, de groepering van telecommunicatiegebruikers in België, aanraadt. Of u kunt klant worden van een lokaal netwerk als u lange tijd in het buitenland verblijft.
2. Langlopende contracten
Interesse in een abonnement op het snelle internet? Geen probleem. Behalve dan dat u vaak voor een jaar moet tekenen. De operator rechtvaardigt deze termijn met de kosten die hij moet dekken. Met een jaarcontract schrikt hij de klant ook af om te zwichten voor een aanbod van de concurrent, zoals de twee maanden gratis ADSL die Belgacom de jongste weken aanbiedt. Zelfs de recentste kleine nieuwkomers, zoals Versatel, gebruiken deze methode. Belgacom vraagt voor de stuntaanbiedingen achttien maanden tot twee jaar, waarbij u bijvoorbeeld een gratis modem krijgt. Coditel dwingt zes maanden af en een ander voorbeeld is Brutélé, dat een eerste periode van achttien maanden stipuleert, waarna een vooropzeg van een maand geldt. Dit is dus een belangrijk punt van overweging wanneer u voor een operator kiest. Internetsites geven vaak tarieven, maar die zijn minder transparant over deze kwestie. Wilt u informatie, dan kunt u beter een telefoontje plegen.
De praktijk van de lange contracten grijpt ook in de mobiele sector om zich heen. In Frankrijk, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is het toegestaan om een telefoon bijna gratis te geven in ruil voor een contract voor diverse jaren. Deze subsidiëring, waarbij de verbindingen het apparaat betalen, blijft in België verboden, wat de verkoop van luxetoestellen remt. Het is echter niet verboden om contracten aan te bieden met promotionele voorwaarden, die gepaard gaan met een abonnement van langer dan een jaar.
3. Sms’jes versturen
Niet duur, een sms? Ze kosten 10 tot 20 eurocent, en ondanks het groeiende succes gaat hun prijs niet omlaag. In België waren ze aanvankelijk zelfs gratis, totdat de operatoren in de smiezen kregen dat hun klanten veelvuldig gebruik maakten van deze manier van communiceren. “Eerst werd er voor deze dienst 2,5 eurocent in rekening gebracht, daarna klom het tarief op naar de huidige prijs,” zegt Danielle Jacobs van Beltug.
Dit product is uiterst rendabel: volgens de Franse vereniging UFC-Que Choisir is een sms goed voor een nettomarge van 82 %. Ook al gaat het om een telefoonverbinding, toch zouden de grote operatoren wettelijk niet zo’n hoge winst mogen boeken. Maar tot op heden valt de sms niet onder de regeling van de telecommunicatiemarkt. Volgens UFC-Que Choisir zou een redelijk tarief rond 5 eurocent liggen.
De klant maakt zich meer zorgen over de evolutie van de sms, zoals de premium-sms (berichten waarvoor extra kosten worden aangerekend). Die dient bijvoorbeeld om te stemmen over wedstrijden, om deel te nemen aan televisieuitzendingen, om krantenartikels op perssites te kopen of zelfs om een abonnement op een datingsite te nemen. Dat kan oplopen tot 2 euro per bericht. “Bedrijven met een gsm-vloot kunnen het gebruik daarvan niet altijd blokkeren,” zo betreurt Danielle Jacobs. Bij Proximus sluit het contract voor een gsm-vloot de mogelijkheid van bepaalde premium-sms’jes, zoals de verzending van sportuitslagen of financiële berichten, per definitie uit. Het is nog wel mogelijk om gerichte premium-sms’jes te versturen. U kunt dus op kosten van de werkgever stemmen voor de Miss België-verkiezing.
De mms, waarmee beelden, muziek en lange berichten kunnen worden verstuurd, levert hetzelfde probleem op. De prijs voor een mms ligt hoger dan voor een sms: 0,50 euro bij Proximus. En daar moet je, net als bij de sms, de roaming (extra kosten die u in het buitenland betaalt) nog bij optellen.
4. Bellen naar een gsm
Ouders kennen dit probleem maar al te goed: een belletje naar de gsm van vriendjes van de kinderen kan de vaste telefoonrekening de pan doen uitrijzen. Een telefoontje naar een mobiele telefoon, via welk netwerk dan ook, is inderdaad veel duurder dan een vaste oproep naar Frankrijk, Italië, Canada of de Verenigde Staten. Tien minuten bellen van Belgacom naar Proximus, Mobistar of Base komt neer op respectievelijk 2,13, 2,6 en 2,87 euro (piekuren op weekdagen). En dat tegenover 0,50 euro voor een telefoontje tussen twee Belgacom-abonnees.
De operators zien geen reden om de factuur te verlagen: de beller heeft geen keus en degene die gebeld wordt, zal het worst wezen, want hij betaalt geen cent. Het BIPT kan alleen ingrijpen als het om een grote operator gaat met een marktaandeel van meer dan 25 %. Zij hebben Proximus en Mobistar daarom om een tariefverlaging verzocht, maar Base niet.
Het onderwerp ligt erg gevoelig. Bedrijven oefenen via Beltug druk uit om betere tarieven te verkrijgen, omdat ze in 2002 23 % van de vaste telefoonfactuur van bedrijven uitmaakten, zegt Beltug. “En dat wordt nog meer voor 2003,” aldus Danielle Jacobs. “Dankzij het overweldigende succes van de gsm zijn de rekeningen van de vaste telefoontoestellen naar mobieltjes enorm gestegen.” De vereniging is een document over dit onderwerp aan het opstellen.
De operatoren vinden dat de prijzen de kosten weerspiegelen. “Wij hebben al een paar keer een verlaging doorgevoerd,” benadrukt Jean-Luc Van Kerkhoven, woordvoerder van Proximus, die de laagste prijs aanbiedt voor oproepen van een vast toestel naar een gsm.
De oplossing? Bellen met een gsm en liefst binnen hetzelfde netwerk. Bepaalde alternatieve operatoren hanteren bescheidener prijzen, zoals Tele2 en Toledo, door hun marge tot een minmum te beperken. Bedrijven kunnen hun toevlucht zoeken tot een zogenaamde SIM-box, een apparaat dat wordt aangesloten op de telefooncentrale en dat een aantal SIM-kaarten van de bestaande mobiele netwerken omvat. Als een medewerker een telefoontje wil plegen, leidt de centrale de verbinding om zodat u van het beste gsm-naar-gsm-tarief kan profiteren.
5. Abonnementen
“Het maandelijkse abonnement bij Belgacom is volgens een verslag van de Europese Commissie een van de duurste in Europa,” stelt Joost Vandenbroucke, een telecomspecialist bij Test-Aankoop. De liberalisering van de telecommunicatiebedrijven heeft niets veranderd aan het abonnementenbeleid. De abonnees profiteren niet noodzakelijk van de kostenverlagingen van de operatoren. Vorige zomer heeft Belgacom zijn abonnementstarief zelfs met 1,82 % verhoogd. Telenet hanteert ongeveer hetzelfde tarief.
Een abonnement vormt niet de regel in de sector. Mobiele operatoren bieden allerlei formules aan zonder abonnement, de zogenaamde prepaid-formules. Je betaalt volgens het verbruik, en dat is inderdaad duurder, maar veel consumenten geven daar de voorkeur aan. Er bestaan ook abonnementen waarvoor je geen bijdrage hoeft te betalen, zoals ProxiTime van Proximus.
Volgens het BIPT is dit verschil ondanks alles gerechtvaardigd. “Voor een mobiele operator zijn de toegangskosten van elke klant te verwaarlozen, want het gaat om een SIM-kaart,” vertelt Jean-Pierre Pirlot, adviserend ingenieur. “Een vaste operator moet investeren om een kabel te trekken tot bij de abonnee en de aansluiting te verzekeren. Als een klant van een gsm-operator geen enkel telefoontje pleegt en er ook geen ontvangt, kost hij niks. Een vaste operator heeft nog altijd de aansluitingskosten.” Dat rechtvaardigt volgens hem het feit dat vaste operatoren, die over een netwerk beschikken dat tot aan de klant reikt, nog altijd abonnementsgeld aanrekenen.
6. Telenet bellen
Net als voor de mobiele operatoren is het duur om een Telenet-abonnee te bellen. Om verbetering in de financiële situatie te brengen, koos de Vlaamse operator ervoor de kosten voor de beëindiging van oproepen op zijn netwerk te verhogen. Met andere woorden: mensen die Telenet-abonnees bellen, hebben sinds 2002 geen andere keus dan meer te betalen. Een oproep van een vast toestel van Belgacom naar Telenet komt tijdens piekuren neer op 11,1 eurocent per minuut, plus 7,6 eurocent verbindingskosten. Dat is dubbel zoveel als een oproep tussen twee vaste toestellen op het Belgacom-netwerk. Alle operatoren zijn gedwongen om de verhoogde beëindigingskosten van Telenet door te rekenen. En de beller heeft geen keus.
Robert van Apeldoorn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier