Ledlicht aan het einde van de tunnel

Philips weigert in Turnhout in ledtechnologie te investeren. Havells Sylvania in Tienen bewijst dat ledlampenassemblage wel degelijk kan slagen in Europa.

Havells Sylvania Lighting Belgium, hooggelegen op het Industriepark van Tienen, heeft nog 250 personeelsleden. Het merendeel van hen werkt aan ontzagwekkende, lawaaierige machines die in het blauwe vuur van gasbranders halogeencapsules en gasontladingslampen uitspuwen.

Aan de overkant van de gang, in relatieve stilte, wordt sinds een jaar de toekomst gemaakt. Een sobere productielijn kan er per maand 350.000 ledspots afleveren. De montage is minimalistisch, met slechts zes componenten. “Zeven als je de lijm meetelt”, preciseert fabrieksdirecteur John Derikx. “Door het ontwerp zo simpel te houden, houden we de arbeidskosten laag. Anders wordt het te duur en komen de Chinezen.” De arbeidskosten van de ledspots die in Tienen worden gemaakt, bedragen maar 5 procent van de productiekosten. De capaciteit is 4,2 miljoen stuks per jaar. Dat is een peulschil in het licht van de wereldproductie van 694 miljoen ledlampen.

Vandaag staat het parkeerterrein vol, maar op andere dagen is het zo goed als leeg. Voor de productie van halogeencapsules en gasontladingslampen put Havells Sylvania Tienen de mogelijkheden van technische werkloosheid voor arbeiders en bedienden tot het uiterste uit. Vorig jaar is een deel van de halogeenproductie naar China overgebracht, een ander deel is stopgezet omdat de doelstelling van 35 procent brutomarge niet kon worden gehaald.

Plantmanager John Derikx is een Nederlander uit Kerkrade, die vijf jaar geleden door de voormalige Amerikaanse eigenaar Chicago Miniature Lighting naar Tienen is gestuurd om de fabriek te herstructureren en te verbeteren. Derikx sabelde in de kosten. De tewerkstelling halveerde tot 255 voltijdsequivalenten vorig jaar. De energiefactuur daalde met 70 procent. “Je blijft proberen de lat hoger te leggen”, zegt Derikx.

Snelle verandering

Dat Tienen ledspots zou maken, was niet gepland begin 2007, toen het Indiase familiebedrijf Havells de Sylvania-groep van de Amerikanen overnam. De kleine vis slokte de grote op. Sylvania had 469 miljoen euro omzet in het boekjaar 2006, Havells ongeveer 320 miljoen. Maar Havells groeide dat jaar met 53 procent, Sylvania met amper 5 procent.

Havells kocht de groep omwille van de Europese knowhow en de distributiekanalen. Historisch vormde Sylvania samen met Philips, Osram en GE de top vier op de Europese verlichtingsmarkt. “Tienen is voor Havells het competentiecentrum voor ontladingslampen, halogeenlampen, speciale lampen en ledlampen”, zegt Derikx. “Oorspronkelijk wou het bestuur alle fabricage zo veel mogelijk naar China verschuiven”, vult led business development manager Peter Dillen aan. “We hebben drie à vier maanden nodig gehad om hen te overtuigen dat wij een lamp konden ontwikkelen die beter presteert en hier compe- titief kan worden geproduceerd.”

Tienen is ondertussen aan zijn derde model toe, een dimbare 230 voltspot van 350 lumen, het lichtstroomequivalent van een klassieke 40 wattspot. “Acht maanden geleden verbruikten onze 350 lumenspots nog 7,5 watt, nu is dat 5,5 watt”, zegt Dillen. De snelheid waarmee de ledtechnologie verandert, is de voornaamste reden waarom de Belgische fabricagelijn überhaupt bestaat. Dillen: “Om de drie à vier maanden zijn er nieuwe chips. Als je ontwikkeling en productie op één plek hebt, kun je heel snel omschakelen. Productie uit China is zes weken onderweg. Je moet ze bovendien maanden op voorhand plannen. Je moet grote hoeveelheden bestellen, terwijl er bijna om de zes maanden een nieuwe generatie van ledproducten is.”

“Je cash ligt voor maanden vast”, beaamt Derikx. “Je loopt het risico dat je de productie niet meer verkocht krijgt. In Tienen hebben we een responstijd van een week. We maken de producten die nodig zijn.” Reken daarbij nog de kosten van eventuele kwaliteitsproblemen. In Tienen is de uitval “bijna nihil”. Een kwaliteitsprobleem in China oplossen, is een heel ander verhaal. “Onze totale productkosten zijn gewoon lager”, zegt Derikx.

Het onderzoeksbureau Yole Développement, dat voor de sectororganisatie European Photonics Industry Consortium (EPIC) de branche volgt, legt 45 procent van de kostprijs van een ledspot bij de ledmodule, 20 procent bij het koellichaam, 19 procent bij de elektronica en 11 procent bij de optica. De assemblage is maar 5 procent. Het management van Sylvania geeft iets andere cijfers voor hun spots, maar ze liggen in dezelfde lijn.

Weer bedrijfswinst

De Havells-groep maakt zelf geen leds. De lichtbron van de jongste Tiense telg is een Aziatisch product van Philips-dochter Lumileds. Sylvania shopt ook elders. De overproductie in leds speelt hen in de kaart. Ook de koellichamen komen uit Azië. De elektronica haalt Sylvania bij “twee Nederlandse leveranciers”. Sylvania wil zijn lampen helemaal Europees maken, belooft Derikx. In de nieuwe verlichtingscatalogus van de distributeur Rexel springen de Sylvania-lampen eruit met een blauw-geel-rood ‘Made in Belgium, Europe’-insigne tussen de met grijs bedrukte producten van Osram, Philips en… Toshiba, dat net als Samsung en Panasonic een kans op een nieuwe markt ruikt.

Led zal de werkloosheid in Vlaanderen niet oplossen. In de Tiense productie werken tien tot twaalf mensen. Derikx: “Met ontwikkeling erbij zijn dat zo’n dertig voltijdsequivalenten.” Vakbondsvertegenwoordigers zien led als een kans om hooguit 20 procent van de werk- gelegenheid in Tienen te behouden. De gemiddelde leeftijd in het bedrijf is 48. Het is niet zeker dat de toelatingen voor economische werkloosheid worden verlengd, klinkt het.

Maar led heeft wel een grote impact op de cijfers. “Onze ledomzet zal dit jaar ongeveer verviervoudigen. Dat zal de omzet in Tienen met een derde doen stijgen”, verwacht Derikx. Vorig jaar haalde Tienen voor het eerst in drie jaar weer een bedrijfswinst van 1,7 miljoen euro over bedrijfsopbrengsten van 28 miljoen, hoofdzakelijk door betere transferprijzen en lagere loonkosten na de brugpensioneringen van 2010. “Zeventig procent van de ledverkoop van de Havells-groep is gebaseerd op producten die in Tienen worden gemaakt. Ik zie dat in de komende jaren nog toenemen”, zegt Dillen.

Laatste kans voor Turnhout

De productie gaat vanuit Tienen naar het centrale magazijn van Havells Sylvania nabij Parijs, vanwaar ze over de hele wereld wordt verdeeld. “Initieel was dat alleen Europa, maar intussen verkopen we ook in Latijns-Amerika en Azië. Zelfs in China. Wij bewandelen de omgekeerde weg”, glundert Dillen, die zijn commerciële mensen de baan opstuurt met een koffertje met ook een dimmer van Niko uit Sint-Niklaas erin.

Concurrent Philips mikt ondertussen op volume en verlaagt de winkelprijs van sommige ledlampen tot 10 euro. “Tegen die prijzen verdienen ze weinig of niets. Maar ze hebben zwaar ingezet op led. Het moet gewoon een succes worden”, zegt Dillen. Havells Sylvania mikt op hoog kwalitatieve spots met een prijs van 25 tot 30 euro, maar ook die staat onder druk. “De kostprijs van een led daalt. Om de zes maanden moet je hoe dan ook je prijzen herzien”, zegt Dillen. Hij verwacht een doorbraak van led in residentiële verlichting op het moment dat de prijs ongeveer twee keer die van een spaarlamp is.

Yole Développement ziet de ledcomponent tussen 2010 en 2015 een factor 10 goedkoper worden. De totale productiekosten dalen over dezelfde periode met een factor 5. Het kantelpunt verwacht Yole rond 2016, wanneer er meer led- dan spaarlampen worden verkocht. In 2018 bereikt de ledmarkt dan haar piek. Daarna wordt led een vervangingsmarkt, een gevolg van de lange levensduur van de lampen – 25.000 uur bij Sylvania, ongeveer vier keer langer dan spaarlampen. “2013-2015 wordt de laatste grote investeringscyclus in de ledindustrie”, voorspelt Yole. De laatste kans meteen voor Philips in Turnhout.

BRUNO LEIJNSE, FOTOGRAFIE FILIP VAN LOOCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content