LAND VAN MELK EN KAAS
Melken, karnen en boteren. Dat doen ze in Oost-Vlaanderen als nergens anders.
De bedrijven Comelco, Inex en Belgomilk hebben alle hun maatschappelijke zetel in Oost-Vlaanderen en met melken, karnen en boteren harken de drie een gezamenlijke omzet van meer dan 36 miljard frank bij elkaar. Comelco heeft geen roots in Oost-Vlaanderen, maar heeft toch al een vijftal jaar zijn hoofdzetel in Erembodegem. Comelco bezit met Passendale, Stassano en Stabilac bekende merken waarmee het onder meer sterk vertegenwoordigd is in de nationale grootdistributie. De groep realiseert een omzetcijfer van 17,5 miljard frank.
Wél van oorsprong een Oost-Vlaamse producent met eigen producten onder één en hetzelfde vaandel is Inex uit Bavegem (Sint-Lievens-Houtem). Inex biedt alle mogelijke melkvarianten en -verpakkingen, yoghurts en desserten aan binnen- en buitenlandse klanten. In 1985 verwierf Inex onder dochtermaatschappij Inexco tevens Top Bronnen uit Brakel. Inex (omzet 5,2 miljard) en Inexco (omzet 2,9 miljard) bestreken in één klap het volledige gamma van niet-alcoholische dranken.
Oost-Vlaams én een buitenbeentje in het zuivellandschap is Belgomilk, gevestigd in Kallo (Beveren-Waas). Aanvoercoördinator Willy Boon heeft het liever over Oost-Vlaamse “roots”. De productie-eenheid Kallo telt weliswaar 200 werknemers, maar verzinkt in het niets bij de grote plant in Langemark waar 600 arbeiders en bedienden aan de slag zijn. Zegt Boon : “Belgomilk is een vrij recent verhaal. Vijf jaar geleden gingen zeven bedrijven samen scheep waarvan Inco, het grootste, toch in Kallo zat. Wij hebben nog steeds productie-eenheden in Overmere, Horebeke en Nazareth en in die zin is Oost-Vlaanderen toch wel een wezenlijk deel van ons bedrijf gebleven.”
Onder de diverse melkproducten is er één opvallende afwezige. Belgomilk heeft géén consumptiemelk. Tot eind ’95 had het een participatie in Inex-Bavegem, maar die is nu verkocht. In de plaats hiervan concentreert Belgomilk zich volop op de productie van poedermelk waarvoor het bedrijf Belgisch marktleider is geworden. Het poeder, onder meer geproduceerd in Kallo, is haast uitsluitend bestemd voor de export naar verre klanten in Zuidoost-Azië, Zuid-Amerika en Oost-Europa.
De Beverse poedertraditie komt prima van pas bij de zogeheten loondroogactiviteiten. Melkvreemde bedrijven als de zetmeelproducent Amylum en Tiense Suiker doen soms een beroep op Belgomilk voor het tot poeder drogen van vloeibare grondstoffen.
De klassieke zuivelproducten krijgt Belgomilk onder meer van de boterfabriek van Horebeke. Bocholt en Moorslede zorgen voor een belangrijke kaasproductie, goed voor een derde van de Belgische markt. De “bulkkazen” gouda en cheddar gaan naar het buitenland, de bekende merkkazen (Oud-Brugge, Brigand…) vinden vooral op de eigen markt afzet.
IJsco is een andere pijler waarop Belgomilk zijn omzet fundeert. Dit roomijs wordt ook al geproduceerd in de grote fabriek van Langemark.
De boekhouding van het Beverse bedrijf stemt beslist tot een zeker optimisme. Het boekjaar ’94 meldt een omzet van 13,6 miljard frank en dat is een groei van méér dan 2 miljard op twee jaar tijd. De omzet van ’95 zou opnieuw iets hoger liggen.
BELGOMILK De roots liggen in Oost-Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier