Lachen, u wordt gefilmd
Het gebruik van allerlei soorten camera’s op publieke plekken evolueert zo snel dat de wetgeving niet altijd kan volgen.
U wordt voortdurend gefilmd, vaak zonder dat u zich daarvan bewust bent. Op straat, in winkelcentra, in ziekenhuizen, door verkeerscamera’s en ook steeds meer door private camera’s. Die trend is niet te stoppen. De federale overheid kreeg onlangs groen licht van de Privacycommissie om een nieuw cameraschild te installeren dat het volledige Belgische grondgebied overspant. Het wordt ten laatste in 2018 geactiveerd en omvat onder meer 1000 nieuwe camera’s voor automatische nummerplaatherkenning op 368 strategische locaties, zoals landsgrenzen, luchthavens en grote knooppunten van wegen.
Privacywet
Het gebruik van beeldmateriaal via verschillende media evolueert erg snel – zo snel zelfs dat de wetgeving niet altijd kan volgen. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens wordt geregeld door de Privacywet. Die moet de burger beschermen tegen misbruik van persoonsgegevens. De wet kan ook van toepassing zijn op beelden van personen, maar dat is niet automatisch zo.
De algemene regel is dat de Privacywet niet geldt als het beeldmateriaal louter persoonlijke doeleinden heeft. Dat is bijvoorbeeld zo met familiekiekjes. Wie beelden publiek toegankelijk maakt – bijvoorbeeld door ze op het internet te zetten – moet wel rekening houden met de Privacywet. Die legt zowel de rechten en de plichten van de gefotografeerde of de gefilmde personen vast als die van de verwerker.
Voor bewakingscamera’s gelden aparte voorwaarden, die zijn vastgelegd in de Camerawet. Dat neemt niet weg dat ook de Privacywet nog altijd van toepassing is voor de verwerking van de persoonsgegevens. Naargelang van de situatie zijn er uitzonderingen. Zo wordt het gebruik van camera’s op de werkvloer geregeld door de Collectieve arbeidsovereenkomst 68. Voor camera’s in voetbalstadions geldt de Voetbalwet.
Grijze zones
Dat de wetgeving voortdurend achter de technologische evoluties aanloopt, creëert soms grijze zones die ook gevolgen hebben voor de rechtspraak. Een goed voorbeeld zijn de zogenoemde dashboardcamera’s of dashcams. Steeds meer chauffeurs maken daar gebruik van, bijvoorbeeld om bij een ongeval hun rechten te vrijwaren. Beelden die op de openbare weg worden gefilmd, mogen niet zomaar herkenbaar op het internet worden geplaatst. Ook nummerplaten zijn persoonsgegevens die niet zonder toestemming verwerkt mogen worden.
Dashcambeelden hebben in principe geen juridische bewijswaarde. Dat is wel het geval als de dashcam is geregistreerd bij de Privacycommissie als een beveiligingscamera die aan verwerking van persoonsgegevens doet. Die aangifte kost 25 euro via de website van de Privacycommissie. Maar de rechter kan ook zonder registratie beslissen met dashcambeelden rekening te houden om een vonnis te vellen. Daarvan zijn al verschillende precedenten voor de politierechtbank en zelfs op correctioneel niveau. De beslissing van de rechter hangt af van de concrete situatie.
In het verweer
Voor klachten moet in eerste instantie de verwerker van persoonsgebonden informatie worden aangesproken, die een maand tijd heeft om te reageren. Laat hij dat na, dan kan de betrokkene een klacht indienen bij de Privacycommissie. Die heeft een bemiddelende rol en behandelt de klacht gratis. Als de bemiddeling mislukt, kunnen zowel de Privacycommissie als de betrokkene het gerecht inschakelen.
Koen Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier