Laat de Hollanders onze gezondheids-factuur betalen

Roeland Byl redacteur bij Trends

Dat de legendarische voetbalcoach Rinus Michels vorige week het loodje legde, betekende voor voetbalminnend Nederland een groot verlies. De voetbaldictator, die met Oranje hoge toppen scheerde, overleed in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst. Voor onze beleidsmakers zou dat ene detail een belangrijk signaal kunnen zijn. Nu behandelt de regering de gezondheidszorg immers als een probleemkind, terwijl de sector enorme groeimogelijkheden heeft. Door de vergrijzing is de non-profit de komende tien jaar gedoemd tot groeien. De overheid moet dezer dagen kiezen: de groei in de zorgsector afremmen wegens budgettaire besognes of de sector erkennen als een economische realiteit die ademruimte nodig heeft voor een verdere groei (zie blz. 48).

Dat is een moeilijk dilemma in een land dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie prat mag gaan op een zeer performant zorgsysteem. Britten en Nederlanders – zoals Rinus Michels – komen naar België omdat bij hen de wachtlijsten te lang zijn en het Belgische systeem waar voor zijn geld biedt. De besparingsdrang van de regering zet het Belgische model echter onder druk. De houding tegenover de geneesmiddelenindustrie is exemplarisch. Zij is een gemakkelijke besparingsprooi: belastingen op omzet, een lagere terugbetaling en nu ook een moeizame goedkeuring van nieuwe geneesmiddelen. De regering lijkt daarbij te vergeten dat er in België wel 26.000 mensen in de farmasector werken. Jobs die door een volgehouden besparingsdrang in het gedrang dreigen te komen. Pfizer, bijvoorbeeld, overweegt nu al om een belangrijke investering in Puurs te annuleren. In België is het klimaat voor de farma te onvriendelijk, zo luidt de redenering.

Was de regering niet op zoek naar jobs in kennisintensieve sectoren? Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) bevestigt dat de overheid ruimte wil laten aan een innovatieve industrietak als de farma, maar in de praktijk valt daar weinig van te merken. En toch zouden de beleidsmakers best beseffen dat het mechanisme om de industrie te laten meebetalen aan onze gezondheidszorg, niet langer werkt. Ook privatiseren is taboe, zo bleek vorige week uit de reacties op de uitspraken van Marc Moens, voorzitter van het artsensyndicaat BVAS. Het gevolg: de patiënt betaalt steeds meer.

Zijn er geen alternatieven als onze overheid haar ambities moet bijstellen als financier van de huidige gezondheidszorg? Wel als het van Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), afhangt. Hij laat onderzoeken in hoeverre de zorgsector potentieel heeft als dienstensector die buitenlands kapitaal kan aantrekken. Ook bij Voka leeft het idee al langer om de zorgsector de ruimte te geven voor expansie. Vrij vertaald: als een overheid niet wil privatiseren, laat dan de buitenlanders betalen om ons goede systeem in stand te houden.

Roeland Byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content