Erik Bruyland
Koning Albert heeft Congo niets meer te bieden
Wanneer tientallen staatshoofden in Congo de viering bijwonen van vijftig jaar onafhankelijkheid, dan kan onze koning niet afwezig blijven.
Maar laat Albert II zich daar niet anders gedragen dan andere staatshoofden. De vorst moet zich vooral niet laten verleiden tot het houden van een toespraak, en al helemaal niet met een opgeheven vingertje. Congo is geen kolonie meer.
De Congolezen hebben hoge verwachtingen bij dit bezoek. Maar hoe diep kan een land wegzakken als zijn bevolking alle heil verwacht van zijn vroegere kolonisator? België kan die niet inlossen, wat zich op termijn tegen landgenoten kan keren: wie Congo kent, weet hoe snel ‘Leve de Noko’s (nonkels)’ kan omslaan in ‘sale Belges!’.
De lijdensweg van de Congolezen kan alleen ten einde komen als de plaatselijke elite werk maakt van zelfontwikkeling. Ter herinnering: in de jaren vijftig groeide de economie van Belgisch Congo met 20 procent per jaar. Als de regering-Kabila uitpakt met 5 procent, is dat niet echt een grootse prestatie in een land dat nagenoeg volledig heropgebouwd moet worden. Om te kunnen spreken van een significante ommekeer moet de Congolese economie minstens met 10 procent groeien.
Om dat te verwezenlijken, kan president Kabila inspiratie vinden in India, bij Nitish Kumar, de minister-president van de deelstaat Bihar. Decennialang werd Bihar geschandvlekt als een falende staat zonder functionerende instellingen, met corrupte en plunderende bewindslieden, krijgsheren en interne conflicten.
Vandaag zet Bihar groeicijfers neer van meer dan 10 procent.
Niet omdat de Britten of Queen Elisabeth beminnelijk kwamen zwaaien. Wel omdat Kumar de staatsinstellingen weer leven inblies, een einde maakte aan nepotisme, corruptie en vriendjeskapitalisme, competente technocraten aanstelde, scholen bouwt, criminelen arresteert en het gerechtelijk apparaat doet functioneren.
In drie jaar werd de voormalige ‘roversstaat’ Bihar een voorbeeld voor India. Of de machthebbers in de Congolese democratuur (formeel een democratie, maar trekjes van een dictatuur) tot eenzelfde prestatie in staat zijn, moet nog blijken.
Voor de ontginning van de bodemrijkdommen moet Kabila al evenmin te rade gaan bij de Belgen, maar in Mongolië. De Mongoolse leiders gingen het Chileense model bestuderen, de grootste uitbaters van kopermijnen. Even ter herinnering: dertig jaar geleden waren de Congolese kopermijnen belangrijker dan de Chileense. Naar het voorbeeld van Chili zal Mongolië met de mijnopbrengsten een fonds spijzen voor wegen en spoorwegen.
België had Congo ook op die weg kunnen zetten. Maar onze politici verkozen dubieuze Belgische belangen te steunen, zonder enig positief resultaat voor het land en zijn bevolking.
Wellicht zal Albert II op 30 juni genereus meer ontwikkelingshulp beloven. Opnieuw ‘zilverpapier’ dus, zoals vijftig jaar geleden, na de onafhankelijkheid van Belgisch Congo.
Trends-jouranlist Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier