Koekoeksjongen en zanglijsters
De auteur is publicist en voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs.
In een belezen land zou het een kwestie van weken moeten zijn tot het verklaringsschema van de Amerikaanse economen Daron Acemoglu en James Robinson wordt toegepast op de Belgische staat, op de welvaartsstaat, op de maatschappelijke ongelijkheid of op de plaats van de bankgiganten in onze economieën.
In ‘Why Nations Fail. The Origins of Power, Prosperity and Poverty’ herleiden Acemoglu en Robinson een gigantische complexiteit tot het eenvoudige verschil tussen extractief en inclusief. Landen met een inclusief politiek en economisch systeem zijn welvarender dan landen met extractieve instellingen. Extractief zijn landen waar een politieke en economische elite opwaartse sociale mobiliteit de weg afsnijdt. Een sterk voorbeeld is Venetië aan het begin van de veertiende eeuw. Hadden de dominerende families vastgehouden aan ‘colleganza’, dan was Venetië vandaag het centrum van de wereld. Dankzij de ‘colleganza’ konden scheepsofficieren tot rijke burgers doorgroeien en in de adel worden opgenomen. Maar de families sloten de toegang tot de elite af. De entrepreneurs van de Middellandse Zee zochten dan maar vrijere oorden op.
Inclusiviteit veronderstelt respect voor privé-eigendom, onafhankelijke rechtspraak, een minimum aan publieke dienstverlening, en vooral pluralisme en creatieve destructie, waarbij het oude plaatsmaakt voor het nieuwe. Het oude zal zich altijd wel schrap zetten, maar niet tot het extractief wordt. Dat bepaalt of een land welvarend is, dan wel arm. Niet dus de plek op de wereldbol, niet de cultuur of religie, niet zomaar de legercolonne lapmiddelen waarmee het Westen dacht in een handomdraai van Irak en Afghanistan moderne staten te kunnen maken.
Extractiviteit of inclusiviteit zijn dynamische processen. Waarom het in Groot-Brittannië en Botswana wel is gelukt en in Sierra Leone niet, heeft ook met toeval te maken. De pestepidemie van 1346 was een plaag die de helft van de Europese bevolking het leven kostte, maatschappelijk was de ziekte een zegen. De feodaliteit kreeg ook de pest. Door een samenloop van dit soort omstandigheden kunnen landen terechtkomen in een proces dat de inclusiviteit onomkeerbaar maakt. Zo was België in 1830 een inspirerende inclusieve doorbraak. Maar vaak raken landen niet weg uit de vicieuze cirkel van extractie en armoede. Ook extractieve samenlevingen als de Sovjet-Unie kunnen welvaart voortbrengen, maar niet duurzaam. China staat nu voor de keuze: ofwel inclusiever worden en meer vrijheid toelaten, of aan groei en welvaart inboeten.
Acemoglu en Robinson geven een aanzet tot een nieuw wereldbeeld. Ze doen dat met een soms gewaagde overtuiging. Zo beweren ze met verrassende stelligheid dat er weinig twijfel bestaat dat de VS en West-Europa dankzij hun inclusieve politieke en economische instellingen, over 50 en zelfs 100 jaar rijker, ja zelfs substantieel rijker zullen zijn dan zwart Afrika, het Midden-Oosten, Centraal-Amerika en Zuidoost- Azië.
Acemoglu waarschuwt wel voor de groeiende ongelijkheid in de VS. In die samenleving stroomt te weinig vers bloed naar boven. Toen Occupy Wall Street van zich deed spreken, schreef Acemoglu dat het kapen van de verkiezingen door grote geldschieters “een echte bedreiging” vormt en dat “optimisme samenhangt met de bereidheid van vele burgers om risico’s te nemen, zelfs grote risico’s, bij de verdediging van inclusieve instellingen”.
Is België met zijn grote transfers tussen de gewesten niet extractief voor Vlaanderen? Vanaf welk overheidsbeslag wordt een welvaartsstaat extractief voor zijn economie? Als we even lang, zo’n 42 jaar, voor ons inkomen afhankelijk zijn van anderen, dan we met werken de afhankelijken helpen, ondermijnen we de inclusieve dynamiek dan niet? En dragen de grootste twaalf bankgiganten met hun lange schaduwen nog bij tot de westerse maatschappelijke dynamiek? Of zijn ze een extractieve handicap geworden die moet worden opgebroken? Een financieel koekoeksjong dat jonge zanglijsters uit het nest duwt.
PAUL HUYBRECHTS
Extractieve samenlevingen kunnen geen duurzame welvaart voortbrengen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier