KNELPUNTBEROEP: KROONPRINS VOOR HANDELSMISSIES
Bedrijfsleiders zijn opportunistisch, niemand zal publiek zijn beklag doen over het omgekeerde pr-effect van een prins die verondersteld wordt in het buitenland de Belgische economische belangen te promoten. Deze keer was het anders. Zakenlui reageerden opgelucht omdat een paar journalisten het probleem niet langer verdoezelen: “De prins opent misschien deuren door zijn functie, maar sluit ze weer door zijn duidelijke gebrek aan interesse.”
Het enige optreden waarvoor Filip lof kreeg, was zijn bezoek aan het diamantconcern De Beers. Wat eigenlijk pas écht een blunder was. De prins ontmoette in Johannesburg het topmanagement van De Beers en bezocht een nieuwe fabriek van Rosy Blue, een van de grootste Antwerpse diamantbedrijven. Uitgerekend terwijl de federale regering pogingen doet om botsende belangenconflicten in de Antwerpse diamantsector te verzoenen en een plan ontvouwt om spanningen binnen de Hoge Raad voor Diamant te kalmeren. Niemand in de prinselijke entourage besefte kennelijk hoe delicaat op zo’n moment deze demarche wel was. Niet alleen de prins is wereldvreemd.
Tot voor kort sloeg de kritiek op het gekibbel tussen federale en gewestministers om op de eerste rij te mogen staan, op de ballast van buitensporige aantallen politieke creaturen en kabinets- medewerkers, en op protocollaire rituelen die de efficiëntie van handelsmissies ondermijnen en doen afglijden naar een royalty soap. Nu komen de prestaties van Filip zelf in het vizier (eerder al, in China, waren het ongepaste politieke uitspraken).
De prinselijke aanwezigheid zou de verkoop van Belgische prestaties en goederen in het buitenland bevorderen. “De prins heeft heel wat mogelijk gemaakt,” klinkt het dan routineus. Hoewel nog nooit op overtuigende wijze werd aangetoond hoe een telg van koninklijken bloede met nauwelijks kennis van business of ondernemerschap effectief extra bestellingen heeft losgemaakt. De formule werkte twintig jaar geleden met een goedlachse, vlotte Albert, maar de wereld verandert. Hoe lager het democratische gehalte en (meer nog) de economische efficiëntie van een land, hoe meer de ‘joker’ misschien een effect kan hebben.
Steeds vaker tellen louter economische criteria voor het al dan niet binnenhalen van een publiek-private samenwerking: expertise, competitiviteit, prijs, service en reputatie. Doorslaggevend zijn de kwaliteit van de meereizende bedrijven en bedrijfsleiders, hun inhoudelijke dossiers en het algemene imago van het land. De impact in buitenlandse media van bijvoorbeeld de DHL-saga of wat er nu in de Antwerpse diamantsector gebeurt, heeft meer gewicht dan het promotietalent van een royale vertegenwoordiger.
Het is niet uitgesloten dat prinselijke pr en politiek gelobby een bijkomend duwtje kunnen geven. Ongetwijfeld zal een zakelijk overkomend betoog van prins Willem-Alexander bijdragen tot een beter imago van Nederland. Sommigen suggereren een goede mediatraining voor Filip. Maar de Financial Times uitte in een recente reportage ook twijfels over de toegevoegde waarde van Air Miles Andy, zoals Britse media prins Andrew, de wat stuntelige Britse Special Representative for International Trade and Investment, geamuseerd omschrijven. Koninklijk DNA is geen garantie voor aangeboren pr-kwaliteiten.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier