KMO’S OF GROEI-KMO’S ?
Petrus Thys, jarenlang het boegbeeld van het NCMV, werd per 1 januari als voorzitter van “de Organisatie voor Zelfstandige Ondernemers” opgevolgd door Paul Plasschaert (57 j.), bedrijfsleider van Groep Roegiers (met de bouwondernemingen RBK in Kruibeke, Depret in Zeebrugge en het Waalse TWT in Andenne, respectievelijk 800, 600 en 160 frank miljoen omzet). Met ingenieur Plasschaert komt dus een ondernemer in de voorzittersstoel. Dat is een breuk met het verleden : Petrus Thys was sinds 1958, als vrijgestelde (eerst als gewestsecretaris voor Antwerpen) opgegroeid en later in diverse topfuncties vergroeid met het NCMV wat toen nog het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond heette : Thys werd nationaal secretaris in ’71, secretaris-generaal in ’86 en nationaal voorzitter in ’91. “Petrus Thys heeft het NCMV omgeturnd van een middenstandsorganisatie tot een representatieve belangenvereniging voor alle zelfstandige ondernemers en een zodanige stempel gedrukt dat we dit beleid alleen maar kunnen voortzetten en uitdiepen,” zegt een bescheiden aantredende voorzitter. Plasschaert omschrijft zichzelf als iemand die althans in een eerste fase, want dit mandaat loopt tot 1 januari 1998 zijn oor te luisteren zal leggen “omdat het NCMV in zijn huidige structuur behoorlijk functioneert.” Voor de sociale onderhandelingen en als “gezicht” naar buitenuit werd Thys al een tijdje geleden opgevolgd door secretaris-generaal Kris Peeters (35 j.), terwijl de interne leiding in handen is van afgevaardigd beheerder Jan Steverlynck (40 j.).
PAUL PLASSCHAERT. We keren terug naar een systeem waarbij de voorzitter dit conglomeraat van diensten, met technici en voltijdse medewerkers, gaat sturen in de optiek van de leden-ondernemers, die de voorzitter hebben aangeduid. Ik beschouw mezelf dus als de transmissieriem tussen wat onze zelfstandige ondernemers op het terrein aanvoelen en beleven en het vele werk waarvan men zich niet altijd bewust is dat hier in Brussel door “de technocraten” gepresteerd wordt. Die informatieopdracht in beide richtingen beschouw ik als mijn prioriteit. Als bedrijfsleider van Groep Roegiers ken ik de organisatie van onder uit. Ik was voorzitter van de NCMV-bouwfederatie Nacebo-Waasland, lid van het nationaal Nacebo-directiecomité en sinds ’91 heb ik met de huidige NCMV-top nauw samengewerkt als lid van het dagelijks bestuur in het nationale NCMV-directiecomité.
TRENDS. Het NCMV werpt zich op als het tegengewicht voor de grote jongens van het VBO en het VEV en blijft hameren op de noodzaak van een specifiek kmo-beleid. Prevaleert het denken in termen van groeibedrijven of het afkopen van de eigen deelbelangen en het afbakenen van de respectieve speeltuintjes ?
Ikzelf kom uit een groeibedrijf. Ik kan me perfect inleven in de problematiek van een bedrijf met twee man of met honderd werknemers. Niet de omzet telt, noch het aantal werknemers. Voor het NCMV zit de essentie in de zelfstandigheid. De naamsverandering in Organisatie voor Zelfstandige Ondernemers is niet zomaar een stijlfiguur geweest. Bij ons ligt de klemtoon op ondernemers, niet op ondernemingen. Wij zijn de spreekbuis van de zelfstandigen, van het ondernemerschap waar eigendom en management samenvloeien. De ondernemer die niet meer rapporteert maar de finale verantwoordelijkheid draagt voor zijn beslissingen, dát is de groep mensen die het NCMV vertegenwoordigt, ongeacht de dimensie van het bedrijf. Die specificiteit kan niet ingevuld worden door de andere organisaties.
Ondernemers hebben geen boodschap aan onderling bekvechten over hun hoofden heen. Is het patronaal landschap niet te versnipperd ?
In de mate dat synergie mogelijk is en daar streven we naar en dat het VBO en het VEV onze verzuchtingen delen en met ons verdedigen, sluiten we vanzelfsprekend de rangen. Als dat niet het geval is, moeten we eigen klemtonen blijven leggen en doordrukken. Zo bijvoorbeeld werd dankzij onze inspanningen de transportsector uiteindelijk toch weerhouden in Maribel.
Door te hameren op die kmo-specificiteit dreigen de middenmoters, die de stuwkracht en het draagvlak zijn van een groei-economie, tussen twee stoelen te vallen.
In Nederland is de kmo-dimensie opgeofferd door een verticale integratie in het ondernemersveld. Men begint er te beseffen dat dit een vergissing is geweest. Neem die groei-kmo’s. Zij die ingebed zitten in een externe financiële structuur vinden gemakkelijker oplossingen dan zelfstandige groei-kmo’s die vlugger aan het einde van hun verhaal zijn. Dit soort bedrijven zijn meestal de underdogs van de grote bedrijven. Men kan hun specifieke problemen niet ontkennen, op het vlak van risicokapitaal, ruimtelijke ordening, opvolging of overname. Ons pleidooi voor een kmo-beleid is in eerste instantie kwalitatief, maar om voldoening te krijgen moet je wel kwantitatieve drempels hanteren. Aangaande de bestuurdersvennootschappen hebben we die groei-kmo’s hardnekkig verdedigd, met resultaat. We hebben hard geknokt voor het behoud van de fiscale toekenning aan de meewerkende echtgenoot in een bvba. Ook in de nieuwe faillissementswetgeving vindt men duidelijke NCMV-amendementen. In de tewerkstellingsakkoorden hebben we er opnieuw op gehamerd dat arbeidsherverdeling misschien wel werkt in grote bedrijven, maar zeker niet in de kmo’s. In het debat omtrent de loonnorm zijn we erin geslaagd twee verschillende invalshoeken enerzijds van de groeibedrijven die de rigiditeit van de automatische loonindexering eruit willen en anderzijds van de zelfstandigen die zich zorgen maken om het behoud van de koopkracht in één standpunt te verzoenen : wij waren de eersten om het cijfer van 6 % naar voor te schuiven.
De loonindex was geen prioriteit. En de sociale zekerheid ?
De laatste jaren hebben de zelfstandigen voor tientallen miljarden bijkomende inspanningen geleverd. Maar als je kijkt naar het sociaal statuut van de werknemers of de pensioenen van de ambtenaren, neemt men niet de maatregelen die zich opdringen. We kijken dus uit waar de regering over enkele maanden zal uitkomen. Ook de ziekteverzekering kan men niet zomaar afschuiven op de geneesheren.
ERIK BRUYLAND
PAUL PLASSCHAERT (NCMV-VOORZITTER) Voor synergie met de andere werkgeversorganisaties, met behoud van de specifieke NCMV-opdracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier