‘KLEDING IS COMMUNICATIE’
Vraag aan zeshonderd vrouwen van over de hele wereld hoe ze zich kleden en waarom, en je krijgt een verrassend boek over veel meer dan kleren alleen. “Alle vrouwen zijn met kleren bezig, ook de vrouwen die van zichzelf denken dat ze die niet belangrijk vinden.”
Dat zegt de Amerikaanse romanschrijfster Heidi Julavits, een van de initiatiefnemers van het boek Women in Clothes. “Logisch ook. Tenzij je nudist bent, moet je elke dag een beslissing nemen over wat je aantrekt. Dat hoeft op zich niets met mode of stijl te maken te hebben, het staat daar eigenlijk los van. Maar kleren zeggen hoe dan ook iets over jou. Over wat je verwacht van de dag die gaat komen, maar ook over je geschiedenis, je familie, je achtergrond of je omgeving.”
Het boek, dat een internationale bestseller werd en waarvan zopas een Nederlandse vertaling verscheen, filosofeert over wat mode betekent voor vrouwen. Het vertrekt vanuit eigen veldonderzoek. 639 vrouwen van alle leeftijden, nationaliteiten, klassen en religies beantwoordden een enquête met vijftig vragen over kleding en wat die betekent in hun leven. Welke kleedregels hanteren ze? Hoe shoppen ze? Waar halen ze hun inspiratie vandaan en wat proberen ze met hun kleren te bereiken? Hoe verloopt hun aankleedritueel? En hoe conformeren ze zich al dan niet aan de verwachtingen van de buitenwereld?
Bij de respondenten zijn schrijfsters, activistes, actrices en kunstenaressen. Aan de Nederlandse editie werkten ook enkele bekende Nederlandse en Belgische vrouwen mee, onder wie het voormalige fotomodel Daphne Deckers, de voormalige eurocommissaris Neelie Kroes, de choreografe Isabelle Beernaert en de presentatrice Evi Hanssen. Maar het merendeel van de 639 reacties komt van doodgewone, onbekende vrouwen. De vaak verrassende verhalen leverden een lijvig en afwisselend boek op, met foto’s, interviews, persoonlijke getuigenissen, gedichten en illustraties.
Herkenbare verhalen zijn het, die laten zien hoe complex kledingkeuzes zijn en hoe kleding het zelfvertrouwen van vrouwen voor een groot stuk bepaalt. Met mooie quotes — “Nieuwe kleren zijn een tastbare toekomstbelofte” — en grappige anekdotes. Zoals die van de uitzendkracht met haar seksistische baas die, zolang ze voor hem werkte, verkleed als onaantrekkelijke vrouw naar kantoor ging, in lompe joggingbroeken en met een sullige dikke bril. Maar er zijn ook pakkende, intieme getuigenissen, zoals die van de stijlvolle vrouw die de goedkope en uitdagende kleren van haar aan een overdosis overleden tweelingzus draagt, om dichter bij haar te kunnen zijn.
Hoge hakken, laag IQ
“Het is me opgevallen dat mode niet zelden wordt weggezet als iets voor leeghoofden: het wordt triviaal, oppervlakkig of ijdel gevonden”, stelt Daphne Deckers. “Een vrouwelijke politicus, wetenschapper of nieuwslezer moet zich vooral niet te modieus kleden, anders tast dat op wonderlijke wijze haar geloofwaardigheid aan, in de trant van: hoe hoger de hak, hoe lager het IQ.”
Onterecht, vindt Deckers, want mode kan volgens haar net zo goed een statement zijn. Het feit dat vrouwen zich destijds uit strakke korsetten en dichtgeknoopte kragen hebben bevrijd, en dat westerse vrouwen de vrijheid hebben te dragen wat ze willen, noemt ze uitgesproken feministisch. “Hoe dan ook, kleding is communicatie”, gaat Deckers verder. “Wat je draagt, zegt iets over jou als persoon, over hoe je in de wereld staat.”
Ook Leopoldine Core, een jonge Amerikaanse schrijfster, benadrukt het belang van kleding: “We zijn altijd ergens op uit met onze manier van kleden. Liefde, seks, bewondering, met rust gelaten worden, mensen aan het lachen maken, mensen intimideren, rijk lijken, je armoede tonen, laten zien dat je van jezelf houdt.”
Ook de Canadese schrijfster Sheila Heti besefte op een dag dat kleren belangrijk waren. Tot die tijd had ze daar weinig belangstelling voor gehad. “Ik wilde weten hoe vrouwen denken tijdens het winkelen en het aankleden, en ik ging op zoek naar een boek daarover.” Dat bleek nergens te vinden. “Er waren genoeg naslagwerken over hoe je je zou moeten kleden, maar geen enkel werk peilde naar waarom vrouwen zich op een bepaalde manier kleden.”
Waarop Heti besliste te rade te gaan bij enkele vriendinnen, die ze via e-mail een aantal vragen opstuurde. De antwoorden bleken zo interessant dat ze er iets mee wilde doen. Samen met Heidi Julavits en auteur-illustrator Leanne Shapton stelde ze het boek samen.
Stille bondgenoten
Veel vrouwen blijken met dezelfde onzekerheden te kampen. Iedere vrouw voelt zich weleens bekritiseerd of twijfelt weleens over wat ze aanheeft. Dat verbaast Julavits niet. “Kleding is een van die domeinen waar vrouwen erg kritisch voor elkaar zijn en de neiging hebben om te oordelen — met opvoeding en ouderschap gaat het net zo. Je ziet daar een soort misplaatste competitiedrang, en die vergroot nodeloos onze onzekerheid.”
Daar wilden de auteurs iets aan doen. Want vrouwen denken vaker dat ze bekritiseerd of afgekeurd worden dan dat in werkelijkheid het geval is. Het zit vooral tussen hun oren. Vrouwen kijken op straat heel vaak naar vrouwen. Ze halen hun inspiratie voor hun kleding veel meer uit wat ze op straat zien dan uit modemagazines. “Alleen wordt die interesse vaak verkeerd geïnterpreteerd”, zegt Julavits. “Als je als vrouw wordt bekeken door een andere vrouw, ga je al snel denken dat er iets mis is met je uiterlijk, terwijl het in veel gevallen net om bewondering gaat. Maar dat weet je niet, omdat die vrouw dat niet zegt. Vandaar dat we in ons boek vrouwen oproepen om elkaar complimentjes te geven over hun outfit. We hebben dat zelf uitgeprobeerd, en we waren verrast over de fijne reacties die dat uitlokte.”
Nog een opvallende conclusie: vrouwen halen troost en steun uit kleren. Sadie Stein schrijft: “Hoewel ik in de loop van mijn leven een hoop kleren heb gehad, zijn er maar weinig geweest die eruit sprongen — en niet de mooiste of meest flatteuze, gewoon stukken die om een of andere reden, in een bepaalde levensfase, bijzondere machten bezaten, die het vermogen hadden me te transformeren zodra ik ze aantrok.” Ze vertelt het verhaal van enkele jurkjes die ze in de loop van haar leven heeft gehad en die altijd stille bondgenoten waren. Ze waren altijd present als ze die nodig had.
Het verkeerde dragen
De juiste kleding kiezen mag dan niet eenvoudig zijn, westerse vrouwen maken hun keuzes tenminste zelf. Dat is elders vaak anders, leren enkele getuigenissen. Pakkend is het verhaal van Rose Waldman, een chassidische vrouw in New York. Meer dan eens blijft ze thuis van niet-chassidische sociale gelegenheden, omdat ze zich onzeker voelt in haar panty, lange rok, lange mouwen en pruik, vooral als het hoogzomer is. Ze heeft geen zin om op te vallen. “Kleding zou niet zo zwaar moeten wegen”, besluit ze.
Of het verhaal van de Egyptische vrouw die bij een demonstratie tegen de regering weigerde een hoofddoek te dragen, al spoorden haar vrienden haar aan dat wel te doen. Ze vond dat ze als onschuldig meisje al veel te lang zonder nadenken haar hoofd had bedekt. Kleding als rebellie dus. Maar toen ze tegen de eerste groep oproeragenten aanliepen, sloeg ze toch vlug de sjaal om haar hoofd, om problemen te vermijden.
De romanschrijfster Kiran Desai groeide op in India en verhuisde later naar het Westen. Dan moet je een nieuwe kledingstijl aannemen, stelt ze. De westerse en de Indiase stijl zijn niet inwisselbaar. Als je heen en weer vliegt, zit je altijd fout, aldus de schrijfster. “In India zijn de lucht, het licht en het stof anders, en alleen Indiase kleding is daarvoor geschikt. En als je westerse kleren draagt, heeft iedereen daar meteen commentaar op.” Maar ook in New York heeft ze vaak het gevoel dat ze het verkeerde draagt. Dat gevoel ondervond een tante heel extreem toen haar, na de aanslagen van 11 september 2001, werd aangeraden enkel nog spijkerbroeken te dragen, om er vooral niet anders uit te zien. Maar de arme vrouw, die nooit jeans had gedragen, kon er niet eens mee gaan zitten.
Volgens Desai bestaat er een groot misverstand over de Indiase kleding. Veel westerlingen denken dat de sari uniformer is dan westerse kleding en hebben geen oog voor de grote verschillen. Het grootste verschil zit in de methode van wikkelen, waarvoor elke familie haar eigen speciale codes, symbolen en motieven heeft. Om een sari te kunnen dragen, moet je rijk zijn, omdat je er bedienden voor nodig hebt — het is zeer tijdrovend om de gigantische lappen stof te wassen, strijken en stijven.
Uitbuiting
“Hoe vrouwvriendelijk is mode als je weet dat die laaggeprijsde stukken worden gemaakt door onderbetaalde en uitgebuite naaisters?”, vraagt Daphne Deckers zich af. Het wordt allemaal heel tastbaar met de getuigenis van Ly Ky Tran, die met haar ouders en broers in de jaren negentig van Vietnam naar New York verhuisde, waar het gezin geen andere keuze had dan met z’n allen thuis dassen en sjaals te stikken voor een hongerloon. En er is het schrijnende verhaal van een achttienjarige textielarbeidster die de instorting van de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh overleefde.
Welke kleren dragen de textielarbeidsters in Cambodja zelf, vroegen de auteurs zich af. Een soort uniform, zo blijkt, bestaand uit een goedkope blauwe jeans en een T-shirt in een schreeuwende kleur — kleren in zachte kleuren zijn immers duurder. Ze fantaseren er weleens over hoe ze eruit zouden zien in de dure spijkerbroeken of de satijnen beha’s die ze maken, maar die per stuk meer kosten dan hun maandloon.
Mannen en kleren
En wat met mannen en kleren? “Concrete plannen voor een boek daarover zijn er niet”, lacht Julavits. “Maar de interesse om iets over mannen te doen, is er zeker. Vroeger zou ik nooit iets hebben gezien in het thema ‘mannen en kleren’, maar daar denk ik nu anders over. Omdat we zo veel vrouwen hebben gesproken die dachten dat ze echt geen verhaal over kleren hadden. Tot we gingen doorvragen, en de mooiste verhalen en herinneringen naar boven kwamen. Ik kan me voorstellen dat het bij mannen net zo zou gaan.”
Sheila Heti, Heidi Julavits, Leanne Shapton & 639 anderen, Vrouwen & kleren, Hollands Diep, 512 blz., 25 euro (ook verkrijgbaar als e-book).
KARIN EECKHOUT
Vrouwen halen hun inspiratie voor hun kleding veel meer uit wat ze op straat zien dan uit modemagazines.
“Hoe vrouwvriendelijk is mode als je weet dat laaggeprijsde stukken worden gemaakt door onderbetaalde en uitgebuite naaisters?”
“Kleding is een van die domeinen waar vrouwen erg kritisch voor elkaar zijn — met opvoeding en ouderschap gaat het net zo”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier