Kijk verder dan de nieuwe EU-leden
De kaarten zijn geschud. Althans in de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie ( EU), waar bedrijfsstrategische posities sinds halfweg de jaren negentig zijn ingenomen, zoals Vlaamse bedrijfsleiders met ervaring in Midden- en Oost-Europa getuigen (zie blz. 60). Vanuit economisch standpunt bekeken, hebben de nieuwe lidstaten via bilaterale handelsakkoorden al ruimschoots voordelen genoten van het EU-lidmaatschap dat op 1 mei ook politiek wordt bezegeld.
Zakendoen leek in het vroegere Oostblok lang op een soort casinokapitalisme. Ook in Polen, de Baltische staten of Slovakije liepen West-Europeanen die er als eerste bij waren, een blauwtje op. De nieuwe lidstaten hadden inderdaad een vol decennium nodig om een lange en pijnlijke ziekte te boven te komen en het puin van de communistische erfenis te ruimen. Polen en Slovenië stonden pas in 1998 weer op het niveau van 1989, toen het IJzeren Gordijn neerkwam. En pas sinds enkele jaren zijn de nieuwe EU-leden een inhaalbeweging begonnen die economische groei aanzwengelt. Het zijn nog altijd economische pluimgewichten, maar de arbeidsproductiviteit stijgt (dus ook de lonen) en hoopvol is de mentaliteitswijziging bij een nieuwe middenklasse.
In de voormalige “paradijzen van de arbeiders” is die nieuwe “burgerij” een fundamentele (r)evolutie. Ze investeert in duurzame kwaliteitsproducten, spendeert meer en bedachtzamer dan de nouveaux riches na de val van de Muur. Polen, Slovakije, de Baltische landen en de andere nieuwe EU-leden bieden rechtszekerheid, het banksysteem functioneert en ze komen dicht bij de Maastricht-normen, het toegangsticket voor de euro. Er is dus ruimte voor betere Vlaamse exportprestaties.
Maar wie denkt aan het innemen van strategische posities in nieuwe markten, trekt beter verder oostwaarts naar de nieuwe buurlanden van de Europese Unie. De buitengordel van het Europa van de 25 is grotendeels onaangeroerd gebleven. Hier liggen kansen, het casinokapitalisme is ook hier achterhaald. Sommige landen, zoals Roemenië en delen van de Balkan, hebben nog een pijnlijke weg te gaan, maar over het algemeen maakten de nieuwe buurlanden een zelfde dynamiek door. Op twee uitzonderingen na: Wit-Rusland en Oekraïne, die langzaam bijbenen, maar mentaal verstrengeld zijn met Rusland. Het communisme is echter overal uitgezweet en hoe verder van Brussel, hoe meer een opkomende middenklasse staat te popelen om lid te worden van de EU-club.
Is het allemaal rozengeur en maneschijn? Neen, er ontstaan nieuwe evenwichten en dat gaat niet zonder spanningen. Euro-optimisten en Eurofoben – in beide delen van de EU – zullen de degens kruisen rond winst en verlies. Oost-Europa vreest een overrompeling, West-Europa vreest het verlies van banen én concurrentie op terreinen van onze kenniseconomie. Niettemin. De EU-uitbreiding wordt voor bedrijven die nu de juiste kaarten kiezen, eerder een zaak van rightsizing in een ruimer speelveld dan van downsizing.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier