Kiemen van een ommekeer
De Waalse industrieclusters van grote en kleine bedrijven planten de kiemen van een economische heropbloei. Voor een meesleepeffect over heel Wallonië is het te vroeg, maar de ommekeer is ingezet.
De naam van de proefinstallatie voor natuurlijk afbreekbare plastics zit vol symboliek: Futerro. Jammer van de architectuur, die naast de dorpskerk vloekt met de landelijke omgeving van Escanaffles. Het project illustreert hoe toekomstgerichte technologie het overneemt van voorbijgestreefde industrie. Futerro is een initiatief en investering van Galactic, dat zelf een metamorfose is van de oude suikerfabriek uit de groep Finasucre (familie Lippens) in een uithoek van Henegouwen. Terwijl de Europese suikerproductie het in de Wereldhandelsorganisatie moest afleggen tegen suikerboeren uit opkomende landen, bouwde Galactic de fabriek om tot een wereldleider in ‘groene scheikunde’.
Galactic, intussen het nummer twee van de wereld in productie van melkzuur, ontstond aan het begin van de jaren negentig uit de proefbuisjes van Frédéric Van Gansberghe, toen onderzoeker in Louvain-la-Neuve. Finasucre bracht zijn suikerfabriek onder in de nieuwe vennootschap, de overige 45 procent is in handen van Serendip (Bois Sauvage en familie Van Gansberghe).
Melkzuren worden verwerkt als natuurlijk bewaarmiddel in voedingswaren, in farmaceutische en cosmetische producten. Ze vervangen steeds meer klassieke smeermiddelen, detergenten en solventen in tal van industriële toepassingen. De wereldmarkt voor melkzuur verdubbelt omzeggens om de vier jaar. Dochterbedrijven in Hongkong, de VS en een Chinese joint venture helpen snelgroeier Galactic met driehonderd werknemers een geconsolideerde omzet neer te zetten van 65 miljoen euro in 75 landen. Een op de vijf werknemers zit in O&O, goed voor 5 procent van de omzet.
In 2009 ontwikkelde Galactic een unieke recyclagetechnologie waarmee PLA – een afgeleide van melkzuur voor het maken van afbreekbare plastics – opnieuw wordt omgevormd tot melkzuur en dus voortdurend hergebruikt kan worden. Sinds vorig jaar kan Futerro met Total Biochemicals als joint venture-partner, in zijn proefinstallatie 1500 ton PLA produceren. De enige concurrent is een Amerikaanse PLA-producent. De markt voor PLA zou tegen 2020 met 15 tot 20 procent per jaar toenemen. “De volumes zijn nu nog te klein om grotere recyclagefabrieken op te zetten”, zegt Renaud Lambert, CFO van Galactic, “we recycleren via dit unieke proces voorlopig alleen tapijten, glazen en yoghurtpotjes.”
Futerro denkt al aan de volgende fase: wereldwijd fabrieken neerzetten van 100.000 ton. Met dat doel voor ogen startte Futerro het project Biowall in de pôle de compétitivité Wagralim (agrovoeding) van het Waalse marshallplan. Er wordt samengewerkt met de onderzoeksafdeling van Total in Feluy en de Waalse onderzoekscentra Materia Nova/Natiss en Certech.
Nog in Wagralim vond Galactic, samen met twee industriële beenhouwerijen, een producent van voedingsingrediënten, de universiteiten van Luik (ULG) en Louvain-la-Neuve (UCL), een bewaarmiddel dat de ontwikkeling van E. colibacteriën verhindert. In een derde project mikt Galactic met onder meer het onderzoekscentrum Celabor, ULG/UCL en ciderproducent Stassen, op ingrediënten met een cholesterolverlagend en hongerstillend effect.
Meer onderzoek
De melkzuurproducent heeft financieel solide aandeelhouders, maar ziet de financiering via terugvorderbare voorschotten uit het Waalse marshallplan graag komen. Onlangs stapte Futerro nog in de pool voor groene technologie, GreenWin, met het oog op de ontwikkeling van duurzame PLA-toepassingen. Ter verduidelijking tikt Renaud Lambert op zijn mobieltje en het deksel van zijn pc: “We zullen als eerste ‘harde’ PLA maken die tegen een stootje kan en nadien eveneens gerecycleerd kan worden tot melkzuur. Dat bestaat nog nergens.”
De extra financiering uit het mar- shallplan en trouwens ook Europese fondsen (zie kader), heeft ervoor gezorgd dat het bedrijf zelf meer in O&O investeert en meer onderzoeksprojecten opstart, zegt de financieel directeur. Sinds 1994 stak Galactic 50 miljoen euro in O&O; van de 137 werknemers in België zijn 20 procent onderzoekers. In één jaar kwamen er 25 mensen bij in Escanaffles. Galactic draait op volle capaciteit en is bijzonder rendabel.
Bij Sambreville, in een oksel van Henegouwen en de provincie Namen, ontpopt Nanocyl zich tot wereldleider in koolstofnanotubes: 400 ton ‘CNT’ per jaar, bijna uitsluitend voor export. Managing director Francis Massin zwaait met een hockeystick om te demonstreren hoe flexibel en tegelijk schokbestendig carbonvezels zijn. De spin-off van de universiteiten van Namen en Luik vond een gepatenteerd procedé voor stikstofatomen in de vorm van buisjes van één tot anderhalve micron lang bij negen tot tien nanometer doorsnede. Het is een zwart poeder dat Massin omschrijft als “een spaghetti of samenklontering van CNT”.
CNT’s hebben een laag gewicht, een uitzonderlijke elektrische en thermische geleiding en een sterke mechanische weerstand. Deze eigenschappen maken hen een interessant alternatief voor klassieke materialen in automotive (snelkoppelingen, benzinefilters van Bosch voor Audi), elektronica, luchtvaart of windturbines. De 4 miljoen omzet zal volgens Massin moeiteloos jaar na jaar verdubbelen.
In de cluster MécaTech neemt Nanocyl de leiding van het platform ‘nanomaterialen’. Er wordt samengewerkt met de graafmachinebouwer Caterpillar, met fabrikanten van zonnepanelen en van boten. “We hebben een uitgebreid netwerk van internationale contacten, tot in Azië toe waar bijna de helft van onze omzet vandaan komt. Maar de kruisbestuiving in zo’n cluster biedt verrassend veel voordelen”, zegt Massin.
Contacten met Waalse bedrijven die Nanocyl zonder het marshallplan wellicht nooit zou leren kennen, hebben nieuwe industriële applicaties opgeleverd: bijvoorbeeld een verhoogd rendement van zonnepanelen en lichtere en meer solide zeilboten. “We bouwen sneller expertise op en gaan sneller naar commercialiseerbare producten in industrietakken waarmee we minder vertrouwd waren”, duidt Massin de meerwaarde van het marshallplan.
Financiële hefbomen
Ook Nanocyl heeft sterke financiële aandeelhouders: SRIW (Société Régionale d’Investissement de Wallonie), CNP (Albert Frère), Jean Stéphenne (GSK Biologicals), Bois Sauvage, Mitiska (Luc Geutens) en bij de jongste kapitaalverhoging kwam NamurInvest erbij. Nochtans heeft extra financiële steun uit het marshallplan volgens Francis Massin een groot multiplicatoreffect op de investeringen en het aantal onderzoeksprojecten.
Zoals vaker is de financiering van onderzoek een zwakke schakel in innovatie. Wallonië kan ter aanvulling van de 400 miljoen euro die het marshallplan sinds 2006 vrijmaakte voor O&O, minder dan Vlaanderen terugvallen op durfkapitaal. Er vloeide volgens BVA (Belgian Venture Capital & Private Equity Association ) vorig jaar voor 1,158 miljard euro aan private-equity- en venturecapital naar Belgische bedrijven. “Zeker twee derde naar Vlaanderen en de rest naar Brussel en Wallonië.” Bij gebrek aan regionale cijfers is dat een schatting van Guy Geldhof van BVA.
SRIW neemt het voortouw. De Waalse investeringsmaatschappij pompte iets meer dan 100 miljoen euro aan minderheidsparticipaties in innovatieve bedrijven als Nanocyl. “We behandelen dossiers vanaf één miljoen euro van bedrijven met een omzet van minstens 2,5 miljoen”, zegt Olivier Vanderijst, voorzitter van het directiecomité. Een achttal Waalse ‘invests’ komt globaal met ongeveer eenzelfde bedrag over de brug. SRIW participeert ook in gespecialiseerde privéfondsen zoals Vesalius en Capricorn Health Fund of versterkt familiale vehikels als Quality Assistance (Group Mestdagh), Synapsis (familie Engels), Bel Robotics (Pierre Rion) en universitaire fondsen (Vives van UCL, Sherpa en Theodorus van ULB). Voorts spelen businessangels als Pierre Mottet (IBA) en Guy Ullens de Schooten (Hunza Ventures) in op het elan van het marshallplan.
De Life Sciences-cluster BioWin trekt vanuit die kringen de meeste financiers naar zich toe. De ontwikkelaar van vrouwelijke anticonceptiemiddelen Uteron Pharma, een spin-off van de Luikse universiteit met SRIW aan boord, kon onlangs 7 miljoen euro ophalen; ook Nanocyl realiseerde vrij vlot een kapitaalverhoging. Jean Stéphenne, voorzitter van BioWin en actief in zaaigeld en durfkapitaal, betreurt dat “onze fiscale wetgeving nog altijd een rem is”. Met een honderdtal in biotechnologie gespecialiseerde bedrijfjes, naast tenoren als GSK Biologicals, UCB, Baxter, Eurogentec en Euroscreen, koestert Wallonië nochtans grote ambities.
Sinds zijn oprichting in 2006 injecteerde BioWin 73 miljoen euro in onderzoeksprojecten en 14 miljoen in opleiding. Voor projecten van de pôles de compétitivité worden universiteiten voor het volle pond gefinancierd, bedrijven voor 40 tot 80 procent. Ingediende projecten moeten wel eerst door twee filters geraken. Bij BioWin beoordeelt een eerste panel, samengesteld uit twaalf niet-Belgen, de haalbaarheid en de wetenschappelijk-technische kant. Een tweede internationale jury, voorgezeten door Luc Vansteenkiste (Recticel), beslist uiteindelijk welke projecten groen licht krijgen na een afweging van de verhoopte meerwaarde voor de Waalse economie en het aantal te creëren jobs. De jury van BioWin wordt voorgezeten door de Vlaming Mark Vaeck (Complix).
BioWin hoopt topbedrijfjes en onderzoekscentra uit Waals-Brabant rond Louvain-la-Neuve en de Biopôle van Gosselies te bundelen tot een heuse ‘Cellular Valley’. Maar die ambitie lijkt illusoir zonder inbreng van internationaal kapitaal. Twee kroonjuwelen uit onderzoek in stamceltherapie, Promethera Biosciences (een spin-off van UCL) en Cardio3 BioSciences (spin-off van UCL), zijn die weg ingeslagen. Promethera krijgt belangstelling van Amerikaanse durfkapitaalfondsen voor zijn celtherapie die levertransplantaties overbodig maakt. Advanced Technology Materials uit Boston wil een participatie nemen in Cardio3 om samen celcultuurtechnieken te ontwikkelen tegen cardiovasculaire ziekten.
Van de 21 onderzoeksprojecten die BioWin opstartte zijn er drie marktrijp na vier jaar onderzoek. Promethera en Cardio3 stappen met Bone Therapeutics (spin-off van de ULB) in MaSTerCell om samen hun respectieve resultaten in stamceltherapie te commercialiseren. Sylvie Ponchaut, scientific director van BioWin, vindt het te vroeg om de namen van andere leden uit de Life Science-cluster bekend te maken, “maar binnenkort kunnen we uitpakken met een product dat immuniteit bevordert tegen kanker en een procedé om medicijnen in poedervorm in te ademen”. De lage drempel van een cluster en het vrij dicht opeen zitten van kleine bedrijfjes stimuleert volgens Ponchaut de creativiteit, ja zelfs de camaraderie entre copains – in de goede zin van het woord, voegt ze er lachend aan toe.
Lees Di Rupo werkt aan ‘plan B’,
blz. 37
opinie
ERIK BRUYLAND
Het marshallplan zet bedrijven aan meer in onderzoek te investeren dan ze zelf zouden doen.
Kruisbestuiving in clusters helpt bedrijven expertise op te bouwen in onbekende domeinen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier