Keizers van Kinepolis

De Managers van het Jaar ’97 komen uit een wereld van pellicule en popcorn : Albert Bert en Rose Claeys hebben hun respectieve familiale bioscoopimperia naar Belgische hegemonie en wereldwijde technologische suprematie gestuwd. Na de geslaagde intrede van de tweede generatie en de fusie tot Kinepolis Group staan ze klaar voor een versnelde Europese expansie, gefinancierd door de beurs.

“Ben ik nu de eerste vrouw die deze titel krijgt ?” Rose Claeys (geboren Marie-Rose Vereecke) vraagt het nieuwsgierig wanneer we haar vertellen dat ze door de lezers van Trends verkozen is tot Manager van het Jaar ’97. Op ons “ja” groeit haar enthousiasme nog meer. Ze lacht : “Oei-oei, en ik ben al zo ijdel.”

Ze deelt de titel wel met haar schoonbroer Albert Bert. Die neemt voor de derde keer in enkele maanden tijd een prestigieuze trofee in ontvangst. Medio ’97 werd hij op de vakbeurs Cinema Expo in Amsterdam uitgeroepen tot (wereldwijd) “bioscoopuitbater van het jaar”. Enkele maanden later noemden de Belgische alumni van de Franse business-school Insead hem de Innovator of the Year. En nu is hij ook nog eens Manager van het Jaar. Die eerdere twee kronen gingen naar Albert Bert alleen : omdat hij de man is die in de jaren ’60 vanuit Cinema Majestic in Harelbeke de grondslag legde van wat zou uitgroeien tot ‘s werelds meest vernieuwende bioscoopgroep, én omdat de bouwtechnische knowhow van de cinemacomplexen vooral binnen de groep-Bert is ontwikkeld, met name bij Decatron.

Trends koos er welbewust voor ook Rose Claeys te nomineren. Ze heeft immers, net als haar schoonbroer, een eigen bioscoopgroep nationaal en internationaal uitgebouwd ; ze heeft, net als hij, over de laatste jaren de “tweede generatie” klaargestoomd om het roer over te nemen ; en ze heeft samen met hem in de zomer van ’97 de definitieve impuls gegeven tot de fusie (effectief sinds 19 december jongstleden) van de imperia die gemeenzaam groep-Bert en groep-Claeys werden genoemd. Het resultaat is de koepelholding Kinepolis Group nv, die dit voorjaar naar de Brusselse beurs gaat. Die beursgang komt er om de ambitieuze internationale groeiplannen te financieren, “noodzakelijk om een sterke speler op de Europese markt te zijn.”

Albert Bert (70 j.) en Rose Claeys (63 j.) zwaaien niet met de boeken van managementgoeroes, ze halen hun wijsheid uit hun ervaring, en uit een 60-tal filmtijdschriften en vakbladen waarop ze geabonneerd zijn. Vooral Albert verslindt die. Ondernemersdurf is de motor van het succes. En liefde voor het vak, uiteraard. Hun favoriete films van het afgelopen jaar ? Albert Bert : The English Patient en Le Cinquième Elément. Rose Claeys : Trainspotting.

De groepen

Bert en Claeys zijn reeds een decennium verweven. Hun vlaggenschepen waren gezamenlijke investeringen : in de Brusselse cinema-multiplex Kinepolis (24 zalen, 7500 zetels, geopend in ’88) en z’n Antwerpse “dochter” Metropolis (24 zalen, 8690 zitjes, geopend in ’93) hadden ze allebei 38,1 %, met de Gimv ( Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen) (23,8 %) als bijkomende partner.

Maar ze hadden ook elk nog hun volledig “eigen” vestigingen : in Gent (Decascoop), in Kortrijk (Pentascoop en Kinepolis), in Leuven (Super-City One), in Metz en in Rijsel voor de groep-Bert, die daarnaast ook nog Decatron (projectontwikkeling en consulting) overkoepelde ; in Hasselt (Trioscoop tot ’96, nadien Kinepolis), Genk (Trios, tot ’96), Luik (Opéra, Palace, Kinepolis) en Madrid (nog in voorbereiding) voor de groep-Claeys.

De fusie en dus het afstaan van de alleenzeggenschap over de eigen ondernemingen was voor Albert Bert en Rose Claeys mentaal, emotioneel dan ook een moeilijk proces, vertellen Joost Bert (41 j., zoon van Albert) en Florent Gijbels (48 j., schoonzoon van Rose), voortaan allebei gedelegeerd bestuurder en algemeen directeur van Kinepolis Group. Zij voeren nu de dagelijkse leiding, Albert Bert en Rose Claeys zijn sinds de fusie co-voorzitters van de raad van bestuur.

Als een donderslag

Marc Vercruysse beheert als senior investment manager van de Gimv de participaties in Kinepolis en Metropolis (23,8 %), in de Franse vestigingen van groep-Bert (29,5 %), in Kinepolis Luik (25 %) en in het Spaanse project van groep-Claeys (30 %). Hij herinnert zich hoe tijdens z’n zomervakantie een telefoontje kwam met de melding : “We gaan fuseren”. “Een donderslag bij heldere hemel,” lacht Vercruysse. “Want in de maanden voordien leken ze, zonder daarom ruzie te maken, zakelijk eerder van elkaar weg te evolueren. Beide groepen afzonderlijk hadden met de idee van een beursgang gespeeld.”

Vandaag prijzen Albert Bert en Rose Claeys zich gelukkig “dat de Gimv zijn rol van brug tussen de twee families is blijven spelen.” De Gimv mag er zich op beroemen al voor de tweede maal een cruciale rol te hebben gehad in dit succesverhaal : de eerste keer was in 1988, als financier en “opkrikker van de geloofwaardigheid” op een moment dat de banken de bioscoopsector schuwden. Vercruysse heeft een goed oog in de fusie : “Joost en Florent verstaan mekaar goed en zijn complementair : de ene is meer de technische man, de andere meer de financiële. En : ze weten ervoor te zorgen dat alle neuzen van de tweede generatie (Joost, Koen, Geert en Piet Bert ; Hilde, Greet, Bart en Bob Claeys en Florent Gijbels) in dezelfde richting blijven wijzen.”

Het samenvoegen van alle maatschappijen en activiteiten onder één holding was geen makkelijke klus, maar begeleid door advocatenkantoor Loeff-Claeys-Verbeke passeerde het fusiedossier de Raad voor de Mededinging. Wél legde die de beperking op dat Kinepolis verdere expansie in België ter goedkeuring moet voorleggen.

Nu al tekent de groep

voor meer dan 11 miljoen verkochte bioscooptickets op een Belgisch jaartotaal van 22 miljoen. “En wanneer onze nieuwe multiplexen in Kortrijk en Luik op kruissnelheid draaien, halen we allicht 12 miljoen,” schat Albert Bert. “Vanaf ’88, de opening van Kinepolis Brussel, hebben wij de neerwaartse evolutie van het cinemabezoek omgebogen. Komende van 103 miljoen in 1957 waren er in ’88 nog slechts 13,5 à 14 miljoen bezoekers in de Belgische bioscopen. De groei die er sindsdien is geweest, mogen wij voor 95 % op onze rekening schrijven. Elders in Europa is de heropleving van het cinemabezoek pas 5 jaar later begonnen. Ons recept ? Voortdurend investeren in vernieuwing, in optimaal beeld, geluid en comfort.” Groep-Bert en groep-Claeys pompten de jongste drie jaar elk maar liefst 2 tot 2,5 miljard frank in nieuwe complexen.

De financiële politiek

hangt samen met die vernieuwingsfilosofie. Een bioscoopcomplex heeft een heel ander investeringsprofiel dan een doorsnee productiebedrijf, weet Florent Gijbels : “We zitten met een grote investering bij de start, maar vervangingsinvesteringen die pas vanaf het derde of vierde jaar lichtjes beginnen op te lopen. Daaraan gekoppeld voeren wij een vrij progressief afschrijvingsbeleid. Als we onder die condities rendabel draaien, hebben we snel middelen vrij voor vernieuwing. Zo investeerden we in Metropolis, geopend in ’93, vorig jaar al weer 45 miljoen ter voorbereiding van de komst van concurrent Gaumont naar Antwerpen.” Gaumont had eind december in z’n openingsweek 33.000 bezoekers, Metropolis 66.000. Albert Bert : “We haalden met Metropolis over ’97 2,950 miljoen bezoekers. Toegegeven, we zullen enkele honderdduizenden verliezen aan Gaumont. Maar of hun zware investeringen in de binnenstad echt rendabel kunnen zijn, betwijfel ik.”

Gijbels vervolgt : “Gemiddeld halen wij in onze projecten vanaf het tweede exploitatiejaar break-even.” Ticketverkoop zorgt voor zowat 70 % van de omzet ; publiciteit, snack- en drankverkoop voor de overige 30 %. Maar die laatste genereren wel een veel hogere marge dan de tickets, want van de netto box office moet de zaalexploitant eerst nog 45 à 50 % afdragen aan de filmdistributeur.

Opvallend in de geconsolideerde balans van de Kinepolis-groep zijn een klein eigen vermogen, hoge schuldfinanciering en een negatief bedrijfskapitaal : de kortetermijnschulden aan leveranciers financieren mee de gebouwen. Maar : sinds 19 december jl. is het eigen vermogen versterkt door een kapitaalverhoging door de Gimv van 1,246 miljard frank en een achtergestelde lening van 300 miljoen. De beursgang zal het kapitaal nog verder aandikken.

Versnelde buitenlandse expansie

Zo’n 7 km ten noordwesten van Madrid, in het nieuwe bedrijvenpark Ciudad del Imagen, dat onder meer tv-maatschappijen en filmdistributeurs huisvest, tekent Kinepolis España voor een investering van 1,2 miljard frank, die moet uitmonden in ‘s werelds grootste bioscoopcomplex met een gevellengte van 330 meter, 25 zalen en 9600 zitjes.

De officiële opening van Kinepolis Madrid is gepland voor oktober van dit jaar. De Belgen komen hier niet enkel hun multiplex planten, ze nemen ook de invulling van het aanpalende leisure-gedeelte op zich. Joost Bert : “In tegenstelling tot Brussel, waar de ‘spontaan gegroeide’ horeca op Bruparck eigenlijk teert op Kinepolis, willen we hier zaken naartoe halen die op zichzelf (kleinere) attractiepolen vormen, die zorgen voor een constante flux van mensen, zodat die plek ook aantrekkelijk wordt voor ik denk luidop een Nike Town of Virgin Megastore. Samen met het Amerikaanse bureau HOK, dat onder meer voor Disney werkt, bestuderen we momenteel het concept.” Florent Gijbels : “Dat toont hoe we de definiëring van ons product anno ’98 heel anders opvatten dan 10 jaar geleden : vandaag wensen we een cinemacomplex te integreren in een groter ontspanningsgeheel.” En Albert Bert valt in : “Daarmee kijken we opnieuw 10 of 15 jaar verder dan onze concurrenten.”

De cinemawereld verandert

razendsnel. Daarover zijn Albert Bert en Rose Claeys het roerend eens : “De posities worden nu ingenomen. Als we ons niet haasten wordt Europa overspoeld door Amerikaanse en Australische groepen.” De gefuseerde Kinepolis Group kiest daarom voor een versnelde buitenlandse groei om meer gewicht in de schaal te leggen tegenover de distributiemaatschappijen van de Amerikaanse majors, die hun distributiepolitiek ook meer en meer pan-Europees lijken te gaan invullen.

Hoe ziet de Europese bioscoopmarkt er momenteel uit ? Volgens het gezaghebbende vakblad Le Film Français blijft het aantal grensoverschrijdende cinema-exploitanten in Europa beperkt tot een achttal spelers. Het zijn de Kinepolis Group (38.100 zetels, 15 miljoen bezoekers, de Franse groepen Pathé (63.633 zetels, 17,2 miljoen bezoekers), Gaumont Cinémas (62.717 zetels, 17,8 miljoen bezoekers) en UGC (53.500 zetels, 20,6 miljoen bezoekers), de Amerikaanse huizen Warner Bros (aanwezig in Portugal, Spanje, het VK, Duitsland en Denemarken) en UCI (aanwezig in het VK, Ierland, Spanje, Duitsland en Oostenrijk), tenslotte het Australische Village Road Show (met zalen in het VK, Duitsland, Hongarije en Griekenland).

Het aantal multiplexen (minimumum 5 zalen) stijgt in heel Europa zienderogen : in 1990 bestreken ze 8 % van de hele Europese markt, in 1997 is dat aantal meer dan verdubbeld (17,4 %). In Europa spreken we, alles samen, over 700 miljoen tickets. Steeds volgens Le Film Français zal het bioscoopbezoek nog gevoelig toenemen in Europa. Grosso modo wordt gerekend met de komst van 2500 nieuwe schermen tegen de eeuwwisseling.

“Het ritme van 5 miljard

frank investeringen over de voorbije drie jaar beheersten we perfect,” zegt Florent Gijbels. “Voor de komende jaren leggen we de lat van de groei nog hoger. We blijven opteren voor multiplexen in de periferie van grootsteden. Als strategische markten hebben we de EU-landen aangeduid. In Nederland bijvoorbeeld ligt de frequentie van bioscoopbezoek maar op de helft van de Belgische : daar kan de markt dus theoretisch verdubbeld worden. En in Spanje is de vernieuwingsgolf in de bioscopen pas twee jaar geleden begonnen. Ook daar zijn nog enorme opportuniteiten.” Ook Oost-Europa wordt in de gaten gehouden ; er wordt met name “Boedapest” gefluisterd. “Maar we mogen niet te veel in verspreide slagorde optreden. We moeten trachten in elk land dat we betreden een prominente speler te worden,” zegt Rose Claeys.

Dat hoeft niet altijd via eigen projecten te gaan. Ook acquisities en participaties worden nu expliciet tot de mogelijkheden gerekend. In Nederland bijvoorbeeld neemt Kinepolis Group een participatie van 25 % in een nieuw te bouwen bioscoopcomplex in Vlissingen (doel : 250.000 bezoekers per jaar). “Een bescheiden en strategisch minder belangrijk begin, maar we praten nog met andere partijen,” zegt Joost Bert. Het eigen project in Amsterdam strijdt intussen al een paar jaar om een bouwvergunning. Ook in Frankrijk zit er qua participaties wat in de pijplijn, maar daarover wil de groep geen commentaar kwijt.

Het kenniscentrum

van de groep, Decatron, zal de handen vol hebben met de eigen projecten en dus minder dan vroeger als gespecialiseerd advies- en designbureau voor derden optreden. Marc Vercruysse (Gimv) stipt aan dat een van de belangrijke factoren in het succes van Kinepolis schuilt in de “bouwkunst” van de groep. “Ze zijn erin geslaagd een soort systeembouw voor bioscopen te ontwikkelen, die perfect transfereerbaar is naar andere landen, en die hen toelaat om complexen op te trekken die tweemaal zo groot zijn als wat anderen bouwen voor dezelfde prijs, én bovendien nog sneller ook.”

In India leverde Decatron zijn knowhow aan de Mehta-familie ( Gembel Group, met een belangrijke activiteit in de Antwerpse diamantwereld) die in Ahmedabad, Mumbay en Bangalore drie cinemacomplexen optrekt. In Martinique en Guadeloupe loopt een gelijkaardig contract met de Franse groep Elysée. En voor Bangkok zijn er contacten met het Thaise conglomeraat CP Group. Maar dergelijke exotische landen zullen we in het nieuws over Kinepolis voortaan dus minder vaak horen.

Beurs moet 1 à 2 miljard opbrengen

“Het feit dat de Amerikaanse majors van de filmproductie en -distributie zich meer en meer ook op cinema-exploitatie toeleggen, toont aan dat ook zij in de toekomst van de bioscoop blijven geloven,” zegt Florent Gijbels. “We zitten in een booming sector (ontspanning), met een booming product (film) en met een booming exploitatievorm (bioscoop).”

Joost Bert pikt in : “We hebben het product, de visie én de juiste mensen in huis om onze groeiplannen te realiseren. Het enige wat ontbreekt, zijn de nodige middelen. Daarom brengen we Kinepolis Group nv dit voorjaar naar de Brusselse beurs.” Bedoeling is 1,5 à 2 miljard frank verse investeringsgelden op te halen, door de uitgifte van nieuwe aandelen. Precieze afspraken zijn er nog niet, maar volgens de voorlopige plannen zou het familiale consortium (families Bert én Claeys samen) 65 à 70 % van de aandelen in handen houden, de Gimv minder dan 15 %. Marc Vercruysse : “De Gimv is niet van plan (veel) aandelen te verkopen. Dat zou een beetje dom zijn : de cashflows die voortkomen uit de gedane zware investeringen verschijnen pas de volgende jaren op de tabellen. Bovendien heeft de Gimv momenteel geen nood aan cash.”

Joost Bert geeft als uitsmijter nog een nieuwtje mee : samen met Barco voert Kinepolis Group momenteel experimenten uit inzake electronic cinema, waarbij de klassieke beeldprojectie vervangen wordt door elektronische transmissie. “Op wereldvlak zijn er drie groepen die daar sterk in geloven : Hughes, JVC en Texas Instruments. Van zodra electronic cinema de kwaliteit van de 35mm-film overtreft, breekt daar een enorme markt open, waar een specialist als Barco moet kunnen van profiteren.” Zetelt Hugo Vandamme straks in de raad van bestuur van Kinepolis ? Het gelach rond de tafel klinkt op een of andere manier eerder bevestigend dan ontkennend.

KAREL CAMBIEN RAF PAUWELS

ROSE CLAEYS EN ALBERT BERT (KINEPOLIS GROUP) De cinemawereld verandert razendsnel. De posities in Europa worden nu ingenomen. Daarom moeten we fors investeren en trekken we naar de beurs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content