Keetschoppers in de wereldeconomie

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Vladimir Poetin (Rusland) en Hu Jintao (China) eisen nadrukkelijk hun rol als wereldspeler op. Twee excentrieke olieproducenten, Hugo Chávez (Venezuela) en Mahmoud Ahmadinejad (Iran), spelen dat spel mee. Zijn zij keetschoppers die de wereldeconomie kunnen verstoren?

De Russische president Vladimir Poetin liet verstaan een soort OPEC-kartel met het Iran van meesterprovocateur Mahmoud Ahmadinejad niet ongenegen te zijn. Ahmadinejads nauwste bondgenoot Hugo Chávez, de Venezolaanse ‘revolutionair’, werpt zich op als zendeling van een frontvorming tegen de Amerikaanse invloed in ontwikkelingslanden. Daar maakt de Chinese president Hu Jintao, die regelmatig bij Chávez en Ahmadinejad langskomt, ijverig werk van. Vorige week was hij alweer op rondreis door Afrika, waar hij zich opwerpt als promotor van economische groei. Met toenemend succes. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (ADB) organiseert haar jaarvergadering in mei 2007 zelfs in … Sjanghai.

Drijvend op hun olie- en gasmanna kunnen de drie (formele) democratieën Iran, Venezuela en Rusland binnenlandse opponenten en buitenlandse kritiek de mond snoeren. Even vlot kunnen ze binnen- en buitenlandse investeerders naar hun hand zetten. Ondertussen ‘kopen’ ze in eigen land en daarbuiten loyaliteit en bondgenootschappen.

China is het buitenbeentje in dit kwartet: het is geen meerpartijenstelsel of olie-exporteur. Toch surft ook China op olie en gas, zij het als de slokop die in ruil voor hulp in Afrika, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten een voorkeursbehandeling afdwingt voor zijn bevoorrading in grondstoffen en energie. En dat zonder gezeur over mensenrechten. Ondertussen zorgt de snelle instroom op de wereldmarkt van miljarden consumenten, onder meer uit China en Rusland, ervoor dat de olieprijs structureel opgeschoven is naar 50 dollar en meer.

‘Petropolitiek’

“In de landen met (hoge) inkomsten uit olie, zijn de overheidsinstellingen zwak en worden ze autoritair bestuurd.” Zo luidt de wet van de petropolitiek van Thomas Friedman, de Amerikaanse columnist en succesauteur van De aarde is plat. Hoge olieprijzen maken het mogelijk dat “de president van Iran de holocaust ontkent, Hugo Chávez westerse leiders naar de hel wenst en Vladimir Poetin steeds meer de zweep laat knallen.” En verder: “Het lijkt alsof de democratiseringsgolf die na 1989 op gang kwam, moet onderdoen voor de zwarte golf van oliedictaturen die zich tegelijk ook steeds minder aantrekken van economische hervormingen.” Friedman verwijst naar herstructureringen volgens de Washingtonconsensus: (ultra)liberale voorschriften van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.

In Foreign Policy schetste Javier Corrales, een deskundige van Latijns-Amerika, onlangs een leerrijk portret van de Venezolaanse populist Hugo Chávez. Corrales bevestigt Friedmans analyse over de perverse invloed van hoge olieprijzen op het beleid van Chávez. Eind jaren negentig was Latijns-Amerika niet langer een kweekgrond voor autoritaire dictaturen. Maar volgens Corrales is het tij, onder invloed van Chávez, aan het keren. “De handigheid van Chávez ligt erin, dat de luitenant-kolonel na zijn mislukte coup van 1992, in 1998 de macht verwierf via democratische verkiezingen en profiterend van de hoge olie-inkomsten een vorm van autoritarisme met democratische trekjes toepast.”

Die democratische verpakking en zijn antiliberale aanvallen op de VS maken Chávez niet alleen in eigen land populair bij de 60 % van de bevolking die in armoede leeft. Ook bij antiglobalisten in het Westen scoort hij. “Chávez ontwikkelde een coherent model van modern autoritarisme dat stilaan doordringt in andere landen, van Ecuador over Egypte tot in Rusland,” aldus Corrales.

Voor China, dat strikt genomen buiten dit model van ‘democratisch petroautoritarisme‘ valt, zijn er parallellen te vinden in The Writing on the Wall: China and the West in the 21st Century, het nieuwe boek van Will Hutton. De situatie in China en de positie van president Hu Jintao is vrij vergelijkbaar met deze van Rusland, Iran, Venezuela en hun leiders, als men de aanzwellende stroom olie-inkomsten voor die drie petrolanden vervangt door de miljardeninkomsten van China uit de toevloed van buitenlandse investeringen (gecumuleerd al 600 miljard euro). Voeg daar de hoge exportopbrengsten aan toe uit de werkplaats van de wereld (die resulteren in de hoogste deviezenreserves ter wereld, meer dan 1000 miljard euro).

We zoomen in op elk van de vier landen en hun leiders en gaan na of ze de nieuwe keetschoppers zijn die de wereldeconomie kunnen ontwrichten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content