KALKAR. De Ben Johnson van de energiewereld geeft forfait

Ingenieurs, tegen hun zin, en politici, met volle goesting, hebben het doek laten vallen over de nucleaire centrale van de toekomst. De snelle kweekreaktor van Kalkar heeft ruw geschat 150 miljard frank gevergd, maar kreeg nooit een return on investment. De Belgische overheid verloor er 20 miljard frank. Toerismepromotoren willen de site een nieuwe bestemming geven.

Locatie : Essen, Kalkar.

In het relatief onbeboste drielandengebied is de relikwie van kilometers in het ronde te zien. Een langzaam slingerende departementale weg, waarop twee voertuigen elkaar moeizaam kruisen, effent het pad tot aan de poort van de kweekreaktor, die de energieproblemen van de 21ste eeuw definitief zou helpen oplossen. Dat was althans de bedoeling. Maar vandaag hangt op een bladstille dag alleen nog een zielig aanvoelende stilte over de site van Kalkar.

Het Information-Zentrum, waar geïnteresseerde bezoekers in een bijgebouw terechtkonden, stierf jaren geleden al een stille dood. Aan de receptie van Duitslands duurste schroothoop verzorgt een man in blauwe kiel nog de honneurs, maar alleen om te zeggen dat het met de kweekreaktor van Kalkar “amen en uit” is. Hij tovert wel nog een veelkleurige brochure uit de kast. “Ach, wat maakt het allemaal uit, ” zegt Frau Janssen even later op de toeristische dienst van het gemeentehuis van Kalkar. “Die hele nucleaire toestand, dat is het verleden. De inwoners van Kalkar en het voltallige gemeentebestuur willen dat alles zo vlug mogelijk begraven. Kalkar, dat klinkt nog altijd niet erg vrolijk, hé ? Maar aan de horizon gloort een nieuw tijdperk. Daar is het ons vandaag om te doen. “

LEVENSWERK.

Tachtig kilometer voorbij Kalkar, in het stadscentrum van Essen. Op het groene gazon, dat de glazen wolkenkrabber van elektriciteitsproducent RWE (Rheinisch Westfälisches Elektrizitätswerke) omzoomt, staat het atoomsymbool als een ongenaakbare fetisj fier te wezen in de herfstlucht. Twaalf hoog, in kantoor nummer 1204, zit de 59-jarige Duitse ingenieur Werner Koop, de “geestelijke vader van Kalkar”, ietwat te verkommeren in een opvallend leeg bureau. Neen, Koop houdt géén depressie over aan het feit dat zijn levenswerk nu stilletjes wordt begraven. “Ach, wat wil je dat ik zeg ? ” opent hij. “Het zijn de politici die het zo gewild hebben. “

Kalkar is één uit een reeks van kweekreaktoren, die de twee voorbije decennia in verschillende uithoeken van de wereld het licht zagen. Kalkar staat, net zoals alle andere (onder meer Superphenix, Zuid-Frankrijk), symbool voor een qua koncept vrij revolutionaire aanpak. Plutonium zou via een perpetuum mobile-systeem in veelvoud aangemaakt worden, vandaar dus de term snelle kweekreaktor. Zodoende zou het schaarse uranium, dat de aandrijfbron is van de huidige nucleaire centrales, vervangen worden. Voor ingenieurs zoals de Duitser Werner Koop stond de uitkomst bij voorbaat vast : via een snelle kweekreaktor werd het energievraagstuk, dat we met zijn allen blijven meeslepen, grotendeels opgelost. Er zouden voortaan op een goedkope én milieuvriendelijke wijze kilowatts aangeleverd worden. Weg olie, weg gas, weg steenkool, waarvan de prijs en de voorraden altijd onzeker blijven. Weg ook duur uranium. De huidige én de toekomstige generaties zouden de grote winnaars zijn van projekten zoals Kalkar. “En, ” zegt Werner Koop vandaag, “technisch hebben wij, de ingenieurs, alles onder kontrole, tot in de laatste details. Ik blijf beweren : dit is dé sleutel op ons energievraagstuk. Een oplossing voor bij wijze van spreken de komende tienduizend jaar. Goedkoop én proper. Vroeg of laat komt men tot diezelfde konklusie. Alleen zal ik het vermoedelijk niet meer mogen meemaken. “

Sinds januari 1991 is de wereld van de bijna zestigjarige Duitse ingenieur er wat anders gaan uitzien. Toen besliste de Duitse overheid om Kalkar definitief te begraven. Omwille van te veel verzet vanuit de publieke opinie. Het geldverslindend karakter van de Schnell Brüter, zoals de Duitsers hem gemeenzaam zijn gaan noemen, kwam slechts in tweede orde aan bod. “Over de dieperliggende kern van de zaak werd toen al lang niet meer gepraat, ” verzucht Koop. “Vooral uit milieuhoek was jarenlang boeh geroepen tegen Kalkar. De publieke opinie slikte alles kritiekloos door. Zo heet het dat plutonium een gevaarlijke stof is. Waar heeft men het toch over ? Plutonium zorgt voor een zogenaamde alpha-straling. Dit wil zeggen : vrij lichte straling, die te neutralizeren is door eenvoudig papier rond het goedje te doen. Plutonium levensgevaarlijk ? Ach. In handen van goedmenende ingenieurs is het totaal ongevaarlijk. “

LEVENSWERK.

Een prille twintiger was hij, een net afgestudeerde bolleboos van de universiteit, en een jonge man gedreven door het heilig vuur dat luisterde naar de naam “snelle kweekreaktor”. Toen al wist Werner Koop dat Kalkar een levenswerk zou worden en hij in zekere zin als “mijnheer Kalkar” door het leven zou stappen.

Op 24 april 1973 zag hij toe hoe de eerste paal in de grond werd gestampt, nu mag hij het licht van Kalkar helpen doven. Duitsland, Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk verklaarden zich begin de jaren zeventig bereid om te investeren in Kalkar (zie ook kader). Vereende krachten en gedeelde financiële inspanningen, heette het wachtwoord toen. Bonn, Brussel, Londen en Den Haag stapten vol entoesiasme in het projekt. Politici verdedigden met verve de (toen al) zware opstartkosten. De “elektriciens” van de vier landen-leden zetten op hun beurt hun loodzware schouders onder Kalkar. Aan de basisvoorwaarden voor het schrijven van een suksesverhaal was van meet af aan voldaan. Alleen bleek elk gestemd budget op het terrein telkens te licht uit te vallen. Maar in 1985, ruim elf jaar na de start-up, stond de kweekreaktor van Kalkar er goed en wel, en opstartklaar. Maar tussen 1985 en 1991 gingen de Duitse politici ongegeneerd op de rem staan bij het verlenen van de laatste exploitatievergunning. “We hebben toen tot onze schade geleerd wat het woordje warten precies betekent, ” zegt Koop niet zonder humor.

Pas na zes jaar “schemerduister” was men er ook uit : Kalkar kon niet. Einde van de droom van een Duitse ingenieur. De Berlijnse Mauer was inmiddels ook gevallen en, als Bonn geld veil had voor iets, was dat in de eerste plaats voor de Ostlander. “Ook dat heeft ons een beetje genekt, ” zegt Koop. “Hoe dan ook, had Kalkar pakweg in Beieren gelegen, dan was de centrale nu operationeel. Maar de deelstaat Nordrhein-Westfalen is altijd een rood nest geweest. Eerst waren de socialisten voorstander van Kalkar. Maar toen de Grünen met hun welbekende tema’s stemmen begonnen af te snoepen, draaiden de socialisten naar de wind. Om puur elektorale redenen, om eigenbelang, het had allemaal niets met de grond van de zaak te maken. Ik heb twee zonen die ingenieur zijn. Ik heb ze de stille raad gegeven naar het zuiden van Duitsland af te zakken. Dat hebben ze ook gedaan. “

Nu de voorgenomen centrale van Kalkar tot is, en er gezocht wordt naar een nieuwe roeping, heeft Koop niet echt veel meer om handen. Dat laatste is helaas ook een beetje letterlijk te nemen : hij zetelt in een bureau zonder dossiers, en met voor de rest lege kasten. Zijn opdracht is er sinds die voor hem “rampzalige dag” in 1991 flink wat anders gaan uitzien. Uiteindelijk moet hij er nog alleen op toezien dat de site probleemloos ontmanteld wordt : het vloeibaar natrium (dat bestemd was als koelmiddel) moet terug naar de leverancier en ook de splijtstofstaven moeten terug naar “af”.

“Ooit werkten 3000 mensen, direkt en indirekt, mee aan de opbouw van de centrale, ” zegt Koop terwijl hij een beetje verweesd door het venster tuurt dat hem een schitterend vogelperspektief over Ruhrstad Essen bezorgt. O ja, bijna vergeten : hij heeft namens RWE ook nog een mandaat in het Franse “zusterprojekt” Superphenix, nabij Lyon en in de Rhônevallei. Of het daar ooit wat wordt ? Koop : “Deze week, na een stand still van vier jaar, starten de Fransen Superphenix opnieuw op. We zien wel of het iets wordt. Technisch hoeft het allemaal geen probleem te zijn. Elke dag verwacht ik het bericht over de definitieve opstart van Superphenix. “

VISSERS.

Het zijn kniesoren die nog doordrammen over het nucleaire verleden van Kalkar. Dat is althans de boodschap die verkondigd wordt op het fraaie, van trapgevels voorziene, gotische gemeentehuis van Kalkar. In het bureau van toerisme, in het kantoor van Frau Janssen, hangt een veelzeggende affiche : Kalkar, der Gastgeber am Niederrhein. Maar de erfenis uit het verleden blijft zwaar wegen. Frau Janssen rekent voor dat het stilleggen van de Schnell Brüter zeker zo’n 400 jobs heeft gekost. Vanuit Bonn kwam, ter kompensatie voor de sluiting van de kweekreaktor, ook een niet onaardig gestoffeerde (100 miljoen Duitse mark) geldenveloppe aangewaaid. En dan maar bedenken dat de snelle kweekreaktor niet eens op het grondgebied van Kalkar, maar wel in het vijf kilometer verderop gelegen Hönnepel een onderkomen heeft gevonden. Midden een agrarisch gebied en aan de boorden van de Nederrijn.

Voor Frau Janssen maakt het allemaal niet zoveel uit : Kalkar of Hönnepel, er moet gewoon vooruit gekeken worden. En in het 12.300 zielen tellende dorpje Kalkar gebeurt dat ook steevast. Er wordt gemikt op een toeristisch-ekonomische roeping. Aan de andere kant van de grens, in Nederland, wordt flink wat promotie gevoerd voor het “nieuwe” Kalkar, met zijn historische Nikolaï Kirche, met zijn voor de regio unieke golfterrein, met zijn kunstmatig aangelegd binnenmeer waar waterrekreanten thuis zijn en met zijn nieuwe bedrijventerreinen waar investeerders op 30 % subsidie van hogerhand kunnen rekenen.

En dan is er nog het projekt van de Overijselse zakenman Hennie van der Most, dat hoge verwachtingen wekt. Van der Most, die “tussen de 3 en de 5 miljoen gulden” veil heeft, wil met name graag de site van de kweekreaktor aankopen en er een nieuwe bestemming aan geven. In het mooiste scenario wordt gedacht aan een reusachtig pret- en ontspanningspark. “Dit wordt de kick van mijn leven, ” zei van der Most recent aan een journalist van de Haagse Post.

Volgens Werner Koop, de “geestelijke vader” van de kweekreaktor, stelt er zich hoegenaamd geen ekologisch probleem. “Van enige radioaktiviteit is er geen sprake”, zegt hij. Dat blijkt vandaag ook al een beetje op de site zelf. Rondom de Schnell Brüter hebben slimme ingenieurs destijds een metersbrede gracht laten graven, bedoeld om eventuele demonstranten op afstand te houden. Vandaag hebben twee vereenzaamde vissers in de schaduw van de massieve betonkolos hun hengel uitgegooid. Voorlopig hebben ze geen last van wat dan ook, ook al wordt de prikkeldraad met de dag wat roestiger. Ook de videocamera’s, die rondom het terrein staan opgesteld, zoemen niet langer. Alleen een lege stalen koker is overgebleven. Rond Kalkar hangt een makabere, maar voor vissers beslist aangename stilte. Aan de hengel spartelt plots een karper.

KAREL CAMBIEN

DE SNELLE KWEEKREAKTOR VAN KALKAR 150 miljard frank weggegooid geld ?

WERNER KOOP (RWE) De geestelijke vader van Kalkar rekent nog alleen op de toekomst.

EEN NIEUWE INDUSTRIEZONE IN KALKAR Het nucleaire verleden helpen begraven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content