KABELS OF DIENSTEN?
In Nederland slaat de regulator de klem van de dominante operator op het lokale toegangsnet stuk. De ontbundeling van de lokale toegang of local loop wordt er mogelijk vanaf 1 januari 2000. In gewone taal: concurrerende telefoonmaatschappijen zullen vanaf dan lokale telefoonlijnen kunnen huren van KPN Telecom en rechtstreeks diensten leveren aan Jan Modaal. Dit moet vooral het aanbod van snelle Internet-diensten stimuleren. België gaat niet meteen in die richting, zo bevestigt Eric Van Heesvelde, administrateur-generaal van toezichthouder Bipt.
TRENDS. Het regelgevende Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (Bipt) wacht af. Waarom?
ERIC VAN HEESVELDE (BIPT). Het concept van liberalisering van de telecomsector, waarmee we anderhalf jaar geleden zijn gestart, legt de nadruk op investeringen in alternatieve infrastructuur. Enerzijds investeringen in lokale toegang door de kabelmaatschappijen in Vlaanderen en Brussel (en Win in Wallonië). Anderzijds investeringen door operatoren die netwerken bouwen voor het transport van grote hoeveelheden gegevens, die huurlijnen leveren en een directe toegang creëren voor grote gebruikers. Wij willen de investeringen in lokale toegang stimuleren. Het is duidelijk dat de ontbundeling van de local loop ( nvdr – de invoering van een verplichting voor Belgacom om lokale telefoonlijnen tegen kostprijs te verhuren aan concurrenten) partijen die in lokale toegang investeren, zwaar onder druk zou zetten. Telenet, bijvoorbeeld, investeert 60 miljard frank.
Eigenlijk is er een duopolie ontstaan in een groot deel van België. In de toekomst kan blijken dat dit niet voldoende concurrentie schept. Dan kan het debat zich anders stellen. Maar men moet een beetje coherent zijn en dus niet van vandaag op morgen ontbundelen. Dat verandert de juridische context tegenover de kabelmaatschappijen en ligt zeer delicaat. De vraag is trouwens of de impact van ontbundeling niet wordt overschat. Alternatieve operatoren die ontbundeling willen gebruiken, moeten op een relatief laag niveau in het netwerk aanwezig zijn. Dat vergt relatief grote investeringen voor een residentiële markt die niet bepaald de meest winstgevende is.
Hoelang wil u dat standpunt aanhouden?
Ten minste vier tot vijf jaar. Er zijn trouwens niet enkel de investeringen in vaste netwerken. Er is ook de convergentie tussen mobiele en vaste communicatie in het soort diensten dat zij kunnen aanbieden. Concurrentie tussen die twee soorten technologieën ( nvdr – voor snelle Internet-toegang) wordt mogelijk. Maar de derde generatie mobiele communicatie, het Universal Mobile Telecommunications System ( nvdr – UMTS, zie Trends van 8 april 1999) vergt veel zwaardere investeringen dan een GSM-900 of -1800 netwerk. Ondermijn je door de ontbundeling van de local loop dan niet de kansen op investeringen in de derde generatie mobilofonie?
Ondernemingen die een fijnmazig netwerk nodig hebben, zoals Fortis, zeggen dat ze zonder ontbundeling weinig kunnen genieten van de concurrentie. Dat begrijp ik best, maar ik kan moeilijk uitzonderingen toestaan.
Plaatst u geen rem op de ontwikkeling van snelle Internet-toegang via ADSL?
Er wordt beweerd dat ADSL ( nvdr – de TurboLine van Belgacom) een markt is die exclusief wordt voorbehouden voor wie de local loop beheert. Uiteraard kan dit het debat in een stroomversnelling brengen. Dat zet onze redenering over hoe we op een economisch efficiënte manier investeringen kunnen stimuleren, wel wat onder druk. Vergeet evenwel niet dat de ADSL-technologie op dit ogenblik vooral voor de grotere gebruikers relevant is. Ik kan me moeilijk indenken dat er nu al een residentiële massamarkt is voor ADSL. De kostprijs ligt vrij hoog en de behoeften van de residentiële gebruikers op Internet zijn niet zo volumineus als van bedrijven.
Nederland opteert wel voor ontbundeling.
Voor vijf jaar jaar. En onder strikte voorwaarden.
Is dat geen intelligente oplossing?
De situatie in Nederland is niet dezelfde. Daar voeren de kabelmaatschappijen geen actieve politiek om een alternatief netwerk uit te bouwen. Er is geen Telenet.
Maar de Nederlandse kabeloperatoren werken aan Internet-toegang en er is A2000?
Voor Internet, maar niet voor spraaktelefonie.
Binnen twee jaar is Internet spraaktelefonie.
Klopt, maar het blijft allemaal vrij strikt omkaderd in Nederland. Je kan het niet de grote liberalisering via de local loop noemen.
U verplicht de dienstensector op een cruciaal moment te wachten met de ontwikkeling van breedbanddiensten?
U moet nauwkeurig omschrijven wat u met dienstensector bedoelt. Heb je het dan ook over kmo’s? Voor de grotere bedrijven, voor de grotere netwerken van bedrijven zijn er duidelijk alternatieven voor de dominante operator. Wat is de vraag van de residentiële gebruiker om toegang tot hoge debieten te hebben tegen welke prijs?
Draai de zaak om. Wie had vijf jaar geleden durven voorspellen dat half België op straat zou lopen telefoneren?
Die vergelijking gaat niet op, omdat de prijs voor mobiel bellen drastisch gedaald is.
Omdat er concurrentie is, terwijl er in de vaste telefonie geen concurrentie is.
Die komt er.
Telenet ligt achter op zijn schema.
Ik kan daar moeilijk een uitspraak over doen.
Maar u beschermt hen wel.
Wij beschermen hen voor een bepaalde termijn, om hen de garantie te geven dat zij stevig verankerd zitten op de markt. Op dat ogenblik zullen we bekijken wat de meerwaarde is.
Die termijn is nog drie jaar?
Dat is moeilijk te voorspellen, maar toch nog een drie tot vier jaar. De Europese Commissie is ook niet van plan om op zeer korte termijn ontbundeling door te voeren. De situatie is zeer heterogeen in de verschillende lidstaten.
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier