Juist kiezen
Ook voor groeilanden is vanaf nu selectiviteit geboden. Twee experts maken hun keuze : Marc Leyder voor China en Yves Noldus voor Singapore.
De emerging markets zijn niet meer dat “hot news” van enkele jaren geleden. Nochtans blijven de basiselementen waarom men in die markten moet beleggen van kracht : de superieure economische groei ten aanzien van de westerse industrielanden. Het inflatiegevaar lijkt in de meeste landen bezworen, terwijl de economische groei iets verzwakt, maar op een hoog peil blijft.
Krijgen de groeilanden een herkansing in ’97 ? En was 1996 eigenlijk wel zo slecht ? Marc Leyder beheert sinds meerdere jaren het Top Global Groeilandenfonds van de Antwerpse beursvennootschap Corluy & Co. Hij is dus goed geplaatst om op die centrale vragen te antwoorden.
Marc, hebben de emerging markets niet ontgoocheld in ’96 ?
De verwachtingen waren inderdaad wat hoger gespannen dan wat eruitgekomen is. Maar Top Global Groeilanden is toch 18 % gestegen. Akkoord, van groeilanden was men tot voor enkele jaren meer gewend.
Waarom laten investeerders het afweten ?
Er is vooreerst de diepe terugval van de groeilandenbeurzen in ’94, die bij heel wat beleggers een “degout” voor beleggingen in emerging markets deed ontstaan. Maar de belangrijkste factor is de steile klim van Wall Street. Amerikanen verdienen genoeg met beleggingen op de eigen markt. Waarom zouden ze het elders gaan zoeken ? Paradoxaal genoeg is het dus wachten op het stilvallen van de hausse op Wall Street om een serieuze stijging van de emerging markets mogelijk te maken.
Maar is er toch niet meer aan de hand ? De groei valt toch terug ?
Het sentiment is negatief. Enkele jaren geleden was iedereen bang voor de dreigende inflatie. Nu valt de groei wat terug omdat de diverse overheden maatregelen nemen om die inflatie te bezweren. Met succes overigens, en dat gaat ten koste van toch maar een beperkte groeiterugval.
Wel is het zo dat er in die landen een hoge financieringsnood is, waardoor er veel meer obligatie-uitgiften zijn. Die markten hebben het in ’96 vaak heel goed gedaan. De concurrentie voor aandelen is in deze landen dus flink toegenomen.
Maar voor wie het negatief wil beoordelen, zijn er argumenten genoeg : de politieke problemen in India, de schandalen in Korea, de bankturbulenties in Thailand. Het kwam en komt er dus op aan de juiste markten te kiezen, zoals in ’96 bijvoorbeeld Hongkong.
In de vorige Beleggersalmanak heb jij vooral Zuid-Amerika met Peru en Brazilië ( Telebras) aanbevolen, samen met Oost-Europa. Een jaar later tevreden over die selectie ?
Ik denk dat ik daarmee best tevreden mag zijn. Telebras is 63 % gestegen en liet de Peruviaanse beursindex een winst van 12 % optekenen. Voor Oost-Europa had ik enkel “blue chips” aanbevolen. Zoals Bank Slaski in Polen. Dat was mijn beste tip, met een klim van 70 %. De twee Tsjechische aanbevelingen CEZ en SPT Telecomm deden het met stijgingen van respectievelijk 2 en 15 % iets minder goed, maar globaal gezien ben ik tevreden.
Je begrijpt waar we heen willen : wat zijn de aanbevelingen voor ’97 ? Ik denk dat je China zal zeggen, want jullie zijn recent met Top Global China gestart.
Natuurlijk start je zo’n fonds niet in een optiek van één jaar op. Indien we op korte termijn echter negatief waren, dan zouden we met de lancering van het fonds wachten.
Ben je niet, zoals zovele anderen, bang voor dé schok op 1 juli ’97, de overdracht van Hongkong in Chinese handen ? En wat gebeurt er als sterke man Deng sterft ?
Voor Hongkong zelf ben ik wat voorzichtiger. Maar dat ben ik al langer en toch stijgen de koersen almaar verder. Een bewijs trouwens dat die datum niet langer overroepen moet worden. Chinezen kopen volop vastgoed in Hongkong. Een aanwijzing dat het vlot zal verlopen.
Het uiteindelijke doel van China is de hereniging met Taiwan. Hongkong is dan ook een testcase voor hen en voor de wereld. Hongkong bezorgt China een belangrijke inkomstenstroom en die zal men niet laten afsnijden. Economisch zie ik dan ook geen probleem. Politiek zou, bijvoorbeeld, de persvrijheid kunnen beperkt worden. De datum van 1 juli ’97 zou ik dus ten sterkste relativeren.
Wat de factor-Deng betreft, wil ik opmerken dat hij al geruime tijd geen officiële functies meer uitoefent. Het is puur een kwestie van imago. De belangrijkste posten worden door Jiang Zi Min waargenomen. Hij is dé man, uitgekozen door Deng voor zijn opvolging. Hij is een man van Shanghai, een man van hervormingen.
Heeft China alles economisch onder controle ?
Economisch gaat er weinig of niets fout : de economische groei bedraagt 9 à 10 %, de inflatie is op twee jaar tijd van 25 naar 8 % teruggevallen, de groei van de geldhoeveelheid is onder controle, China realiseert een groot overschot op de handelsbalans, de spaarquote is zeer hoog, het overheidstekort is beperkt. Enkel de werkloosheid zou kunnen toenemen. Bovendien wil China lid worden van de wereldhandelsorganisatie (WTO), alleen ligt de westerse wereld nog dwars. Wat eigenlijk hypocriet is, want de westerse wereld heeft China, een land met 1,2 miljard inwoners, nodig om verder te groeien.
De China-fondsen hebben in elk geval niet fraai gepresteerd in 1996. Heb je daarvoor, gezien dat rooskleurig economisch beeld, een verklaring ?
Dat de beurzen het afgelopen jaar niet gestegen zouden zijn, is maar een deel van een verhaal. In China heb je twee beurzen, Shanghai en Shenzhen, met telkens een opdeling in A- en B-aandelen. De A-aandelen zijn enkel voor de Chinezen bestemd, de B’s voor de buitenlanders. In die B’s is er een veel geringere liquiditeit, wat tot een grote onderwaardering heeft geleid. Vooral ’96 was op dat vlak erg frappant.
Als we de beurs van Shanghai bekijken, dan is de index voor de A-aandelen van 540 tot bijna 1000 punten gestegen. Een enorme stijging dus. De B-aandelen daarentegen zijn zelfs lichtjes gedaald. Het verschil tussen beide is dus wel bijzonder groot. Critici beweren dat die beide indices niets met elkaar te maken hebben. En wie naar ’96 kijkt, moet ze nog gelijk geven ook. Maar voorheen was er wel een duidelijk verband.
De Chinese beurs heeft wél degelijk een fraaie stijging laten optekenen voor de Chinezen, niet voor de buitenlanders. We denken dat dit verschil de komende jaren weer zal worden weggewerkt.
Allen dus Top Global China kopen. Maar heb je nog andere uitverkoren markten in Azië ?
Voor dat andere grote land in Azië, India, ben ik ook positief. De beurs is goedkoop (lage koerswinstverhoudingen ten opzichte van de verwachte winstgroei) omwille van de politieke onzekerheid. Een coalitieregering van dertien partijen is niet ideaal, maar zit al in de huidige koersen verrekend.
De economische groei blijft hoog, de inflatie is aan het dalen zodat de rente lager kan en, vooral, de beurs raakt steeds meer gestructureerd. Ik zou de grote waarden in India durven aanbevelen. Voor particuliere beleggers raad ik Himalayan Fund (13 NLG ; genoteerd in Amsterdam en dus goed te volgen) aan naast India Fund (7,50 USD ; tickersymbool IFN), genoteerd op de beurs van New York (NYSE).
Een andere Aziatische beurs die mij nog kan bekoren, is de Koreaanse beurs. Zuid-Korea is immers lid geworden van de OESO en moet dus doorgaan met de liberalisering van de economische en financiële huishouding. Het openmaken van vooral de markt voor privé-obligaties in Seoul kan een enorm gunstig effect op de bedrijfswinsten hebben. Nu is die markt tot en met gesloten zodat op bedrijfsobligaties rentevoeten van 12 % worden betaald (7 % reële rente !). Als het slot uit de grendel is, dan zal die zeer hoge rente veel kapitaal aantrekken, zodat de rente gaat zakken en de winsten van de bedrijven dus stijgen. Op deNYSE noteren drie, gesloten Korea-fondsen ( Korea Fund (tickersymbool KF), Korea Equity Fund (KEF) en Korea Investment Fund (KIF)).
Oost-Europa deed het uitstekend in ’96. Blijf je er vertrouwen in hebben voor ’97 ?
De Oost-Europese beurzen deden het vooral in het eerste gedeelte van ’96 zeer goed. In het laatste trimester hebben de markten een correctie van 15 à 20 % ondergaan. De beste markten waren Hongarije en Rusland. Rusland is zeker en vast de markt met het grootste potentieel, maar ook met veruit het meeste risico. De markt ligt nog flink achter op de andere, Oost-Europese beurzen, maar ik durf het particulieren nu nog niet aanbevelen.
De koerswinstverhoudingen in Polen en Tsjechië zijn nog steeds relatief laag. Ik zou me nu tot iets kleinere bedrijven richten. Vooral in de voedingssector zijn er heel wat overnamekandidaten. Een heel interessant fonds voor particuliere beleggers is Baring Emerging Europe Trust (1,13 USD ; genoteerd in Londen). Het fonds geeft heel veel informatie, wordt zeer goed beheerd en noteert met een discount van 10 % ten opzichte van de intrinsieke waarde. Het aandeel-Bank Slaski zou ik ondanks de sterke koersstijging in ’96 houden.
Je hebt met nog geen woord over Zuid-Amerika gerept. Zijn daar geen koopjes te doen ?
Zoals voorspeld, hebben we daar het afgelopen jaar een fors herstel meegemaakt. Nu word ik toch weer voorzichtig voor Zuid-Amerika in het algemeen. Zowel Mexico als Brazilië doen alles om de inflatie onder controle te houden. Zo houdt Brazilië 1 new cruzado (BRC) gelijk aan 1 dollar. Prima als bestrijdingsmiddel tegen inflatie, maar dat zorgt voor een steeds oplopend handelstekort en ook het aandikken van de buitenlandse schuld. Ook de Mexicaanse peso (MXP) is weer een stuk té duur zodat een herhaling van de Tequila-crisis van begin ’95 in ’97 niet uit te sluiten valt. Vandaar mijn voorzichtige houding ten aanzien van beleggingen in Zuid-Amerika.
DANNY REWEGHS
De wereld heeft China nodig om verder te kunnen groeien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier