‘Je mag een voetbalclub niet als een investering zien’

Roland Duchâtelet, de voorzitter van voetbalclub Standard Luik, is in de eerste plaats een zakenman. Hij staat niet voor niets op de achttiende plaats in de ranglijst van de grootste fortuinen van België. Trends had een exclusief gesprek met een atypische bedrijfsleider die zakendoen combineert met voetbal, politiek en sociaal engagement.

Het persoonlijke fortuin van Roland Duchâtelet wordt geraamd op een half miljard euro en zijn groep van in elektronica gespecialiseerde bedrijven draait met ruim 5000 mensen een omzet die hij zelf op nog eens een half miljard euro schat. Behalve die ‘eenvoudige’ economische uitdagingen heeft de zakenman nog andere passies, vooral in de politiek – hij richtte de partij Vivant op – en in het voetbal – hij was zeven jaar lang voorzitter van Sint-Truiden VV en kocht deze zomer Standard Luik voor 40 miljoen euro.

ROLAND DUCHÂTELET. “Om te slagen moet je niet alleen hard werken, je hebt ook goede ideeën, goede medewerkers en een beetje geluk nodig, net als in het voetbal. Ik denk dat je als zakenman in de eerste plaats een duidelijke visie moet hebben op wat je wil bereiken, maar ook op wat je niet wil doen. Heel wat ondernemers laten zich vangen aan zaken die op het eerste gezicht interessant lijken, maar die hen te ver van hun kernactiviteit doen afdwalen.”

Hoe komt een zakenman in het voetbal terecht?

DUCHÂTELET. “Dat is min of meer bij toeval gebeurd. Ik ben begonnen als sponsor van Sint-Truiden, omdat voetbalsponsoring een voordelige manier is om een merk snel naambekendheid te geven. In de drie jaar dat ik hoofdsponsor was, heb ik me niet beziggehouden met het beleid van de club. Pas later hebben ze me gevraagd de club over te nemen. Sindsdien is mijn belangstelling voor voetbal alleen maar gegroeid.

“Ik doe het ook omdat voetbal erg belangrijk geworden is in de maatschappij. Spelers zijn ambassadeurs van de waarden die een club of een nationale ploeg uitdraagt. Ik vind het dan ook belangrijk dat een club via haar spelers waarden uitstraalt die belangrijk zijn in onze maatschappij.

“Voetbal heeft iets magisch. Niet alleen sportief, maar ook sociologisch. Het is iets dat alle milieus overstijgt. Je treft er alle sociale lagen, alle godsdiensten, alle culturen, alle politieke overtuigingen aan. Dat creëert een eensgezindheid die je nergens anders vindt.”

Vindt u dat u een goede zaak gedaan hebt door Standard voor ‘slechts’ 40 miljoen te kopen?

DUCHÂTELET. “Niet echt. Standard heeft een structureel deficit van 8 miljoen euro per jaar. Voor het pas afgesloten boekjaar is er een nettowinst van enkele duizenden euro’s. In feite heeft Standard altijd zijn balans in evenwicht gebracht door spelers te verkopen.”

Dit jaar heeft dat toch 25,5 miljoen euro opgebracht. Er wordt gezegd dat u daarmee al een deel van uw investering gerecupereerd hebt.

DUCHÂTELET. “Dat is zeer simplistisch. Een structureel deficit van 8 miljoen per jaar wegwerken is niet eenvoudig. We moeten dan ook een beter evenwicht krijgen tussen ontvangsten en uitgaven. We kunnen de inkomsten uit het verkopen van spelers bijvoorbeeld gebruiken voor verbeteringen aan het stadion. Ik zou natuurlijk kunnen gaan jammeren bij de provincie of de stad Luik om geld los te weken, maar ik wil geen subsidies voor Standard. Ik zou het onethisch vinden dat in een regio als Luik geld van belastingbetalers die weinig verdienen, wordt gebruikt om lonen van voetballers te betalen.”

Is het niet hypocriet dat de meeste clubs nog altijd vzw’s zijn? Zou het juridische statuut van de clubs niet beter aangepast worden aan de economische realiteit?

DUCHÂTELET. “U hebt daarin volkomen gelijk. Het is niet langer logisch te verantwoorden dat een club uit eerste klasse een vzw is. ( lacht) Overigens beschouwt de fiscus de voetbalclubs al niet meer als vzw’s, maar als volwaardige ondernemingen.”

Maar u lijkt Standard niet te hebben gekocht om uit zakelijke overwegingen.

DUCHÂTELET. “Dat klopt. Het was meer een opwelling. Want je mag niet verwachten dat je met voetbal geld verdient. Je mag een voetbalclub niet als een investering zien.”

Maar er zijn toch clubs die beursgenoteerd zijn?

DUCHÂTELET. “Het trackrecord van de beursgenoteerde voetbalclubs is dan ook niet al te best. De dag na een nederlaag daalt de koers gemiddeld 1,5 procent. Een supporter die vol enthousiasme aandelen van zijn favoriete club koopt, verliest dus twee keer: op de dag van de nederlaag op het terrein en ‘s anderendaags op de beurs. Ik vind het dan ook niet erg gezond dat voetbalclubs beursgenoteerd zijn.

Kan je een voetbalclub eigenlijk leiden als een ‘klassiek’ bedrijf?

DUCHÂTELET. “Er zijn gelijkenissen, maar ook grote verschillen. Het emotionele aspect in de voetbalwereld is bijvoorbeeld compleet verschillend van dat in het bedrijfsleven. Maar zowel in het voetbal als in het zakenleven moet je ervoor zorgen dat de financiële resultaten behoorlijk zijn. Een voetbalclub is tegenwoordig een onderneming met een financieel beleid en een striktere personeelspolitiek. De wereld van het voetbal en de zakenwereld hebben ook een aantal waarden gemeen. Zo is mijn gulden regel enkel zaken te doen met betrouwbare partners, niet met avonturiers. Je kan namelijk niet half corrupt zijn. Je bent het of je bent het niet.”

Hebt u in uw professionele activiteit de crisis gevoeld?

DUCHÂTELET. “Nee, niet echt. Sommige klanten zijn wat voorzichtiger geworden met hun bestellingen. Maar wat de uiteindelijke verkoop betreft, denk ik niet dat er een probleem is. De meeste landen blijven consumeren. We mogen niet al te veel klagen.”

En de politieke crisis? Weegt die op uw business?

DUCHÂTELET. “Helemaal niet.”

U hebt de partij Vivant opgericht en u was senator voor Open VLD. Koestert u nog politieke ambities?

DUCHÂTELET. “Ik heb geen echte politieke ambities meer. Ik heb gedaan wat ik kon om de zaken vooruit te helpen en de maatschappij te doen evolueren. Nu tracht ik nog een kleine bijdrage te leveren als gesprekspartner voor wie met mij wil discussiëren. In die zin is Standard een ontmoetingsplek waar politici met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Maar zelf houd ik me op dit ogenblik eerder op de achtergrond.”

U gaat dus niet meer op een lijst staan?

DUCHÂTELET. “Ik denk het niet. Mijn motivatie om in de politiek te gaan was in de eerste plaats om ideeën aan te reiken. Sommige van die ideeën zijn inderdaad aangekomen. Iedereen is het er tegenwoordig over eens dat arbeid belasten idioot is. Vroeger was dat niet zo.”

Uw persoonlijke fortuin wordt op een half miljard euro geschat. Bent u voorstander van een Buffett-taks op grote fortuinen?

DUCHÂTELET. “Ik ben altijd voor een belasting op financiële transacties geweest. Dat is op zich al een vorm van vermogensbelasting omdat precies gefortuneerde mensen aandelen en andere financiële producten kopen en verkopen. Een dergelijke taks is een goede taks want hij werkt speculatie tegen. Een belasting op fortuinen is een ander paar mouwen. Goede taksen voldoen aan drie voorwaarden. Ten eerste moeten ze bijdragen aan het collectief welzijn. Dat lijkt hier wel het geval te zijn. Ten tweede mogen de betrokkenen niet kunnen ontkomen aan de taks. En daar wringt het schoentje, want belastingen ontduiken is al te gemakkelijk. En ten derde mag de kostprijs om die taksen te innen niet te hoog oplopen ten opzichte van wat ze opbrengen. En ook dat is niet vanzelfsprekend, gezien de talrijke mogelijkheden om fortuinen te verdoezelen.”

INTERVIEW: FRÉDÉRIC BRÉBANT

“Ik wil geen subsidies voor Standard. Ik zou het onethisch vinden dat in een regio als Luik geld van belasting-betalers die weinig verdienen, wordt gebruikt om lonen van voetballers te betalen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content