In elke nieuwe wagen staken vorig jaar 396 chips van Nexperia. De vrij eenvoudige en goedkope halfgeleiders worden gemaakt in China. Een geschil met Nederland leidde tot een exportverbod, met grote gevolgen voor de autoproducenten. Hoe moet het nu verder?
Nexperia heeft zijn maatschappelijke zetel in het Nederlandse Nijmegen, maar is een volle dochter van het Chinese concern Wingtech. Eind september greep de Nederlandse regering de controle over de onderneming. Ze verweet de Chinese eigenaar dat die kritische technologie en onderdelen naar China versluisde. De grootste fabriek van Nexperia staat in Dongguan, een stad met ruim 10 miljoen inwoners bij Hongkong. Van de meer dan 12.000 werknemers is een derde actief in China en een kleine 400 in Nederland. Voorts werken ruim 3.000 mensen in fabrieken in Maleisië en 2.200 op de Filipijnen.
Cruciale chips
De Chinese overheid was niet opgezet met het Nederlandse initiatief. Ook Wingtech ontkent schimmige manoeuvres. De voorbije weken werd achter de schermen druk onderhandeld tussen Chinese diplomaten en de Europese Commissie. Nexperia verscheen ook bij de Verenigde Staten op de radar. Tijdens de topontmoeting van de presidenten Donald Trump en Xi Jinping eind vorige week kwam het tot een doorbraak. Het exportverbod voor de chips wordt ongedaan gemaakt.
Kan de auto-industrie daarmee opgelucht ademhalen? De chips van Nexperia zijn van cruciaal belang, ook al zijn ze vrij eenvoudig en goedkoop. Ze doen de ruitenwissers werken, openen de vensters, zorgen voor infotainment en sturen de motor aan. Ook in de remmen en de verlichting worden ze gebruikt.
Volgens het jaarverslag van de Nederlandse bv Nexperia Holding staken er in elke vorig jaar gebouwde wagen 396 chips van de onderneming. De belangrijkste klanten zijn BYD, Hyundai en Tesla, en de grote toeleveraars Bosch, Continental, Valeo en ZF. De auto-industrie leverde vorig jaar bijna twee derde van de omzet. De halfgeleiders zitten ook in smartphones, elektronische spelletjes en energieopslagsystemen. Elke nieuwe smartphone bevat tien chips. Vorig jaar verkocht Nexperia liefst 99 miljard halfgeleiders.
Het exportverbod voor de chips wordt ongedaan gemaakt, maar kan de auto-industrie daarmee opgelucht ademhalen?
Het Japanse Honda stopte de productie van een Mexicaans filiaal door het tekort. Bosch legde eveneens een fabriek stil, in het Duitse Salzgitter. Volkswagen zou vanaf deze week de productie deels stilleggen. Hetzelfde scenario verwachtten Nissan en Stellantis, het concern boven onder meer Fiat, Opel en Peugeot. Ook de vrachtwagenbouwers Daimler en Volvo vreesden problemen.
Pandemie vergeten
Het Duitse nieuwsmedium Der Spiegel wijdt in zijn jongste editie een artikel aan de perikelen bij Nexperia. De wereldwijde afhankelijkheid van één fabriek in China lijkt vreemd. Blijkbaar is de industrie de problemen van tijdens de pandemie alweer vergeten. Toen viel de export van halfgeleiders uit China abrupt stil. De Europese auto-industrie werd koud gepakt, de productie stokte. Autoproducenten wisten vaak niet eens in welke onderdelen die chips eigenlijk staken.
Zo erg is het vandaag niet. Autoproducenten weten wel degelijk welke onderdelen welke halfgeleiders bevatten. Dat creëert extra tijd en ruimte voor een oplossing, maar daarmee zijn de problemen nog niet van de baan. Een bijkomende uitdaging is het gebrek aan voorraden. Na de pandemie hadden de producenten die zwaar uitgebouwd. Ze wilden koste wat het kost nieuwe haperingen in de toeleveringsketen vermijden. Maar het voorbije jaar waren de voorraden opnieuw geslonken. In een sputterende automarkt hadden ze andere katten te geselen.
Zeer kapitaalintensief
Het lijkt bizar dat net de eenvoudige en vrij goedkope chips van Nexperia wereldwijd een stok in de productiewielen steken. Diverse halfgeleiderproducenten kunnen die maken. Maar zo eenvoudig is het niet. De chips die de motor van een wagen aansturen moeten een heel proces van registraties en certificering doorlopen, dat maanden duurt. Pas daarna kunnen autoproducenten ze gebruiken.
En er zijn de halfgeleiderproducenten zelf. Die kunnen niet zomaar even snel hun productielijnen omgooien, laat staan nieuwe lijnen bouwen. Ze zullen die productie enkel starten als ze langdurige contracten krijgen. Kenmerkend voor de sector is bovendien de zeer doorgedreven arbeidsverdeling. Elke producent bedient een zeer specifieke niche in de markt. Nvidia bijvoorbeeld ontwerpt enkel chips voor toepassingen in artificiële intelligentie (AI). De productie gebeurt dan weer in Taiwan. Het zeer geringe gewicht van de chips maakt transportkosten immers onbeduidend, vandaar de productie in verre oorden. Nog andere chipproducenten focussen uitsluitend op het omhulsel van de halfgeleider, of de verbindingsdraden naar het onderdeel waarin de chip steekt. Weer andere bedrijven en instellingen doen uitsluitend onderzoek. Met volgens Der Spiegel een glansrol voor imec. De instelling in Leuven wordt omschreven als “het beste centrum voor onderzoek en ontwikkeling in de wereld voor chips en procestechnologie”.
Die vergaande verdeling is nodig omdat het een zeer kapitaalintensieve industrie is. Het jaarverslag van Nexperia Holding schatte de totale markt van chips in 2024 op 627 miljard dollar. Nexperia is actief in een nichemarkt van ‘slechts’ 19,4 miljard dollar. Met in 2024 een omzet van 2,06 miljard dollar had de onderneming een marktaandeel van bijna 11 procent in haar segment. Bovendien is het een zeer cyclische markt. Nexperia noemde 2024 een zwak jaar. Al blijft een bedrijfswinst van 427 miljoen dollar uitstekend. Ook het eigen vermogen en de liquiditeit zijn bijzonder hoog.
