Inzichten voor minder hoogspanning
De manier waarop we verkrampen in een stresserende situatie, heeft ook een biologische verklaring. Met deze vijf inzichten kunt u uw eigen gedrag analyseren en voorkomen dat u eronderdoor gaat.
Erik Peper is als hoogleraar verbonden aan de San Francisco State University. Hij is docent aan het Nederlands Paramedisch Instituut (NPI), voorzitter van de Biofeedback Society Europe (BFE) en heeft als auteur studies en boeken op zijn naam. Peper is psychofysioloog en onderzoekt in die hoedanigheid de biologische basis van menselijk gedrag. Hij is een autoriteit in holistische gezondheid, stressmanagement en biofeedback. De expert geeft vijf belangrijke inzichten over werkstress en stressmanagement.
1 Te veel stress doodt de creativiteit.
“Volgens psycholoog en biomedisch expert Stephen W. Porges kan ons zenuwstelsel onze omgeving op drie manieren ervaren: als veilig, gevaarlijk of levensbedreigend. Afhankelijk van die perceptie zal het anders reageren. Wordt je context als gevaarlijk of levensbedreigend gezien, dan geeft je zenuwstelsel je hersenen geen tijd om rationeel te denken, maar zal het onmiddellijk reageren. In die reactie val je terug op gewoontes. Wordt je omgeving als veilig ervaren en er doet zich een nieuwe situatie voor, dan krijgen je hersenen de tijd om na te denken en nieuwe ideeën te ontwikkelen.
Stel, je huis staat in brand. Mensen ervaren dat als een gevaarlijke, misschien wel levensbedreigende situatie. Als gevolg zullen ze niet rationeel, maar in een reflex reageren. Ze staan soms een minuut aan de knop van een gesloten deur te draaien, in plaats van een andere vluchtweg te nemen. Omdat ze terugvallen op een bekend gedragspatroon. Stel dat je baas vraagt om een oplossing voor een probleem. Voel je je veilig in je werksituatie, dan zal je de tijd en ruimte nemen om een creatief antwoord te bedenken. Creativiteit impliceert dat je ook fouten mag maken en dat riskeer je niet als je in een onveilige omgeving bent. In dat laatste geval wil je je zo snel mogelijk uit de voeten maken en kom je nooit tot een originele, ‘nieuwe’ oplossing.”
2 Je taalgebruik kan stressverhogend of- verlagend werken.
“Je kan je werk op twee manieren bekijken: als iets dat je moét doen, of als iets dat je wíl doen. In het eerste geval ervaren mensen doorgaans meer stress en hebben minder energie om aan de slag te gaan. Hetzelfde geldt voor mensen die geloven dat ze iets niet kunnen. Wie stelt dat hij een opdracht niet kán uitvoeren, ervaart doorgaans meer stress dan iemand die vaststelt dat hij de taak niet wil uitvoeren, niet over de juiste ondersteuning beschikt of er niet de tijd voor heeft. In het eerste geval lijkt het alsof je totaal geen controle hebt, terwijl dat in het tweede geval niet zo is. Wie het gevoel heeft dat hij een taak moet uitvoeren, vertoont ook meer uitstelgedrag.”
3 Werkstress is niet per definitie negatief, maar er moet perspectief op ontspanning zijn.
“Een gezonde portie stress is niet slecht. Het zet je aan om ‘s morgens uit je bed te komen en actie te ondernemen. Zelfs te veel werk in een te korte tijd, hoeft niet problematisch te zijn. Je moet wel licht aan het einde van de tunnel zien, anders loopt het mis. Onderzoek wijst bijvoorbeeld uit dat kinderen die zorgen voor hun dementerende ouders veel meer ziek zijn dan hun broers of zussen die daar misschien niet zo mee bezig zijn. Er lijkt immers geen einde te komen aan die zorgtaak. Chronische psychosociale stress tast je immuunsysteem aan.”
4 Beweging voorkomt stress.
“Sta je voor een moeilijke opdracht, dan is het ideaal daarvoor een toertje te gaan fietsen of een korte wandeling te doen. Onderzoek bij kinderen toont dat jongeren die veel bewegen, doorgaans meer stress aankunnen dan minder actieve leeftijdsgenootjes. Hoe meer beweging, hoe minder reactief je doorgaans bent. Minder reactiviteit betekent minder stress. Te lang stilzitten doet je suikerspiegel ook dalen. Mensen met een lage suikerspiegel raken sneller geïrriteerd en meer gestresseerd. Even bewegen maakt dat je spiergestel zich kan ontspannen, brengt je suiker weer op orde en geeft je een energieboost.”
5 Het gebruik van nieuwe media leidt vaak tot een reactieve houding en dat verhoogt de stress.
“Hoe meer reactiviteit, hoe meer stress. Beeldschermen, of het nu gaat om een pc, een laptop, een smartphone of een tablet, lokken vaak een reactieve houding uit. Je zit er heel geconcentreerd en daardoor verkrampt naar te kijken. Tegelijk verandert er binnen je gezichtsveld vaak iets. Er loopt een mail binnen, de chat springt aan, iemand begint te skypen, je ontvangt een tweet. Al die wijzigingen lokken telkens een fysieke reactie uit.Daardoor raken we superstatisch geactiveerd en onbewust gestresseerd. Mijn collega Albert Weijman en ik benoemden dat fenomeen als het stress- en onbeweeglijkheidssyndroom: SOS. Vergelijk het met de jacht tijdens de ‘oertijd’. Zat er toen een wild dier in de buurt, dan bleef je muisstil zitten en volgde je wat het deed. Je houding bevroor en je adem stokte tot het dier een volgende actie ondernam. Werken met een beeldscherm kan een gelijkaardig effect hebben. Je bent ten volle geconcentreerd. Daardoor blijf je in dezelfde houding zitten. Tegelijk brengt elke verandering een reactie, en dus fysieke stress, met zich. Ontspannen is er niet meer bij. De verkrampte houding van voor de pc neem je ook bij smartphones en tablets aan. Wie een tablet gebruikt, beweegt nog af en toe zijn handen en armen, maar krijgt dan weer te maken met spanningen in zijn schouders en nek. In beide gevallen ga je tijdens het werken vaak oppervlakkiger en sneller ademen. Dat lijkt allemaal onschuldig, maar op lange termijn kan te veel schermgebruik zonder de nodige fysieke ontspanning leiden tot spierziektes, depressie en stress.”
GOELE GEERAERT
“Een gezonde portie stress is niet slecht. Het zet je aan om ‘s morgens uit je bed te komen en actie te ondernemen” Prof. Erik Peper
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier